Busje komt zo. Busje komt zo. Busje komt zo. Lang hoeven we nochtans niet te wachten. We worden opgepikt aan ons hotel. We kunnen onmiddellijk het busje op. Heel waarschijnlijk zal u zich de vraag stellen wat er zo interessant kan zijn aan een busrit. Heel waarschijnlijk zal u ook denken dat er toch weinig avontuur kan schuilen in een busrit. Die overpeinzingen zouden helemaal terecht zijn als het om een gewoon en simpel busje zou gaan. Een bus zoals wij die bij ons kennen. Een bus van De Lijn. Indien het zo zou zijn, zou ik enkel instemmend kunnen knikken. Ik zou moeten erkennen dat u het gelijk aan uw kant hebt. Maar hier in San Agustin is het geen gewoon busje. Hier is het wat anders. Heel wat anders. We worden opgepikt door een Chiva. Een Chiva is het koosnaampje voor één bepaald soort bus. Chiva is het Spaans voor geit. Dat moet al wat meer duidelijkheid scheppen. Want in die bijnaam schuilt de eigenheid van deze bussen. Deze bussen werden gemaakt voor de bergen. Deze bussen raken op plaatsen waar andere transportmiddelen moeten afhaken. Opgeven staat niet in het woordenboek van deze ‘berggeiten’. Zij gaan door. Blijven doorgaan. Geen enkele helling is te steil. Dat zullen wij vandaag aan den lijve ondervinden.
Het zijn robuuste bussen. Krachtige beesten, zo lijken ze wel. Dat lijken ze in Colombia te beseffen. Om het brute karakter van deze bussen toch enigszins af te zwakken, worden ze in felle kleuren gestoken. Een veelkleurig jasje krijgt elke Chiva aangemeten. Dat werkt. Dat speelsere karakter nodigt uit. Dat brute uiterlijk wordt toch net iets sympathieker. Maar die felle kleuren kunnen het gebrek aan luxe niet verbergen. Houten zitbanken. Een open bus. Maar alweer hebben de Colombianen dit weten te compenseren. Muziek. Muziek moet de oplossing brengen. Colombiaanse muziek schalt door de boxen. Niet zachtjes. Geen achtergrondmuziek. De chauffeur-dj geeft de muziek een prominente plaats. Die gezelligheid doet de luxe vergeten. Wij genieten van de muzikale klanken. Van de muzikale woorden. Wij dansen al zittend. De houten zitbanken verworden tot een perfecte dansvloer.
We zijn nog maar net ingestapt en het wonder is al geschied. De muziek doet wat muziek hoort te doen. Het overmeestert ons. Het palmt ons in. Het brengt ons in een opperbeste stemming. Muziek, een heelmeester voor de ziel. Wij ervaren dat het zo is. Dat het zo kan zijn. Het lijkt alsof achteraan in de bus enkele Colombiaanse muzikanten een live concert brengen. Speciaal voor ons. De ambiance zit dan ook meteen goed. Hier zal veel moeten gebeuren om van deze dag toch een tegenvaller te maken. Dat zal niet gebeuren. Van bij het begin beseffen we dat dit een voltreffer is. Colombia speelt zijn troeven uit. Wij zijn onder de indruk. Behoorlijk onder de indruk. En dan hebben we nog niets gezien van de omgeving. Enkel de bus weet ons al te overtuigen. Al vrij snel levert Chiva het bewijs van zijn trekkracht. Van zijn paardenkracht. Deze bus voert ons door de bergen alsof het niks is. Op nauwelijks berijdbare wegen puft hij zonder problemen naar boven. Adembenemend. Als werkpaard kent Chiva geen enkele concurrentie. Als luxepaardje laat de bus het afweten. Dat had ik reeds gezegd. Maar onderweg voelen we het ook. Aan den lijve. We worden fors door elkaar geschud. Aan het eind van de dag heb ik nog wel alle rugwervels. Alleen ben ik niet zeker of de wervels nog wel allemaal op de juiste plaats zitten. Maar dat rammelen en schudden laten we ons welgevallen. Het is geen sfeerbreker. Integendeel.
Vandaag zullen we met ons paradepaardje de omgeving van San Agustin verkennen. Een eerste keer stoppen we bij Salto el Mortiño. Een spectaculaire 200 meter hoge waterval die diep de ravijn in dendert. Vanop een nogal doodeng uitzichtpunt kunnen we de diepte inkijken. Ik heb hoogtevrees. Ik blijf er ver van weg. Vanop een afstandje kijk ik even. Dat volstaat. Dat is genoeg. Ik heb een rijke fantasie. Die kan mij vertellen wat daar tweehonderd meter onder mij gebeurt. Ik hoef het niet live te aanschouwen. Dat uitzichtpunt durf ik te omschrijven als behoorlijk eng. Maar er is meer. Hier worden de echte waaghalzen uitgedaagd. Heel recent werd aan deze waterval een schommel geplaatst. Niet zomaar een schommelstoel. Niet zomaar een schommel zoals we die kennen vanop de speelpleintjes. Deze is groter. Veel groter. Ik laat deze waaghalzerij aan mij passeren. Maar enkele dapperen voelen zich geroepen. Zij nemen plaats op de stoel. Een combinatie van schommel- en schietstoel. Ze worden hoog de lucht ingetrokken. Volautomatisch. Om dan plots losgelaten te worden. De schommel schiet vooruit en zwaait over de ravijn heen. Eén keer. Twee keer. Meerdere keren. Ik kijkt toe. Het angstzweet staat in mijn handen. Laat deze kelk aan mij voorbijgaan. Ooit sprak Jezus deze woorden in de Hof van Olijven. Ik zeg nu diezelfde woorden. Ingetogen. Stilletjes.
De waaghalzen hebben veilig hun beide voetjes weer op de grond. Wij kunnen verder. Op naar Isnos. Een gewoon dorpje. Een gewoon Colombiaans dorpje. Zo zou je kunnen denken. Gewoon en daarom best te negeren. Zo zou je kunnen denken. Toch rijden we niet zomaar dit dorpje voorbij. Wij houden halt. Op het eerste gezicht is het inderdaad een dorpje zoals ik er nu al enkele heb gezien. Eén marktplaats. Eén hoofdstraat. Enkele zijstraten. Veel meer is het niet. En toch gebeurt het weer. Opnieuw word ik gecharmeerd. Opnieuw word ik geraakt. Als ik door de straten wandel, overvalt mij een diepe warmte. Een diepe sympathie. Als ik de winkels binnenstap. Als ik aan de kant van de straat kijk naar het voorbijglijdende leven. Als ik kijk naar die jonge kinderen. Aan de hand van hun moeder. Als ik kijk naar de ravottende jeugd. Mooi, mooi, het leven is mooi. Die woorden sprak Jezus niet. Die woorden zong Will Tura. Onze Vlaamse god. Jezus en Tura, beide een goddelijke status.
Bij San Agustin ligt de allerbelangrijkste archeologische zone in dit deel van Zuid-Amerika. Gisteren waren wij naar het Parque Arqueológico gegaan. Vandaag gaan we naar Alto de los Ídolos. Deze locatie bestaat uit meerdere kunstmatig aangelegde terrassen. Op elk van die terrassen enkele beelden. Beelden, zoals we gisteren zagen. Het zou kunnen vervelen. Herhaling draagt in zich immers die grote kans op verveling. Toch gebeurt het niet. Integendeel. We focussen ons op de verschillen. De kleine en grotere verschillen. Want die zijn er. De beelden lijken intacter. Beter bewaard. Bovendien merken we kleuren op. Rood. Geel. Zwart. Blauw. De beelden zijn niet volop gekleurd. Er wordt ons enkel een licht vermoeden van kleur gegund. Maar er is nog meer. Op deze site staat ook het hoogste beeld. Dat beeld zou de godin van de vruchtbaarheid moeten voorstellen. Het lijkt logisch. Om vruchtbaarheid af te dwingen heeft een mens nood aan records. Bescheidenheid past dan niet. Om gunsten af te smeken aan de goden moet men hoger en groter gaan. Dat hadden de Colombianen toen al begrepen.
Reizen houdt ook verrassingen in. Niet alles kan gepland worden. Soms moeten we aan de kant. Voor dingen die niet voorzien waren. Maar toch de moeite lonen. Zo stoppen we op weg naar Estrecho del Río Magdalena heel even bij een panelafabriekje. We kunnen niet anders. Dit moeten we zien. Colombia is de grootste producent van panela. Honderdduizenden mensen leven van de productie en de handel ervan. Deze regio is vermaard om deze overheerlijke zoetigheid. Het wordt gebruikt als zoetmaker in dranken of als ingrediënt voor desserts. Wij staan nu aan de basis. Aan het begin van die grote tabletten. Wij zien het hier ontstaan. Het suikerriet wordt hier geperst. Soms nog met een suikerpers op handkracht maar in deze fabriek gebeurt het met een motorpers. Dit fabriekje staat al één klein stapje verder. Het geperste suikersap gaat meteen in de met houtskool verhitte kookbassins. De zoete massa wordt steeds verder ingedikt tot er een stevige lichtbruine stroop of melasse ontstaat. Die gaat ongeraffineerd in speciale vormen om er gelijkmatige tabletten van te maken. Dat is het eigenlijke productieproces. Maar elke familie heeft een lichte variant. Nooit is het proces gelijk. Jaren ervaring bepaalt het eigen proces. Via ‘trial and error’ komt men tot het eigen familierecept. Dat recept wordt angstvallig geheimgehouden. Wat alle productieprocessen dan weer wel gemeen hebben, is het harde labeur. In deze fabriekjes wordt gezwoegd. Wordt gezweet. Aan de arbeidsomstandigheden kan hier nog gesleuteld worden. Die omstandigheden zijn voor verbetering vatbaar.
De panela kan mij niet bekoren. Kan mij niet verleiden. Jawel, ik ben een zoetekauw. Maar er zijn grenzen aan mijn tolerantie voor zoet. Panela overschrijdt die grens. Ik neem geen blok mee. Ik laat die voor wat ze zijn. Jammer maar helaas. We gaan voort. Opnieuw de Chiva bus op. Naar Estrecho del Río Magdalena. Op deze plek bereikt de beroemdste en grootste rivier van Colombia het smalste punt. Hier is de Magdalena slechts 2,2 meter breed. Dat is nauwelijks te geloven als ik denk aan de punten waar ik de Magdalena reeds zag stromen. Die rivier die als één van de transportaders van Colombia mag beschouwd worden. Ik kijk naar deze plek en moet erkennen dat ook voor rivieren die ene waarheid geldt. Dat kleintjes ook ooit groot worden. Hier is het nauwelijks voor te stellen dat vrachtschepen over deze stroom zullen varen. Maar het gebeurt. Ik heb het gezien. Dit smalle riviertje wordt breder. Veel breder.
Dagen beginnen. Dagen eindigen. We hadden het niet gedacht. We hadden het niet gehoopt. Deze dag mocht blijven voortduren. Op deze bus hadden we willen blijven zitten. Tot laat in de avond. Om dan nog een feestje te bouwen. Helaas. Ook in Colombia komt dat varkentje met een lange snuit. Een varkentje met een lange snuit en het verhaaltje is uit. Onze dolle avonturen op de bus zijn bijna voorbij. Nog één halte. In het dorpje Obando stappen we nog één keer uit. Voor het museum. Echt interessant is dit museum niet te noemen. Toch niet als we denken aan het Museo Luis Duque Gómez. Dit museum in Obando is anders. Minder professioneel. Amateuristischer. Maar net dat amateurisme geeft dit museum een zekere charme. Een charme, waarvoor ik toch bezwijk. Waarvoor ik toch val. Musea hoeven niet luxueus te zijn. Musea hoeven niet overweldigend te zijn. Ook in bescheidenheid kan overtuigingskracht schuilen. Aan het eind van de dag geeft dit museum ons deze wijze levensles mee. Niet alles moet groot zijn. Niet alles moet groots zijn. Klein kan best wel fijn zijn. Obando opent de ogen. Opent het hart.
Volgende aflevering op donderdag 27/06/2019: San Agustin.
Dagschema:
Dag 1: Brussel - Amsterdam - Bogotá.
Dag 3: Bogotá - Zipaquira - Villa de Leyva.
Dag 5: Villa de Leyva - Bogotá - Medellin.
Dag 7: Medellin - Armenia.
Dag 9: Armenia.
Dag 10: Armenia - Villavieja.
Dag 11: Villavieja - San Agustin.
Dag 13: San Agustin.
Studio Bogotá:
Reactie plaatsen
Reacties