Het zou een rustige dag kunnen worden. Een dag, waarop niks te beleven valt. Toch zeker geen grote dingen. Toch zeker geen mooie dingen. Een dag, waarvan de bladzijde in een dagboek onbeschreven zou blijven. Dat zou het kunnen zijn. Alleen, dat wordt het niet. Kleine dingen weten ons te charmeren. Niet enkel grootse hoogtepunten weten ons te bekoren. Soms kunnen de kleine dingen des levens ons net zo goed ontroeren. Zo een dag zal het vandaag dus worden. Een dag van de kleine dingen.
Deze namiddag zouden we enkele bezienswaardigheden buiten de stad bezoeken. Dat laat ons tijd en ruimte om in de voormiddag de stad te bezoeken. Dat hadden we gisteren nog niet gedaan. Toen hadden we ons enkel beperkt tot het marktplein. De Plaza Mayor. Enkel de Iglesia de Nuestra Señora del Rosario waren we toen binnengestapt. Vandaag bekijken we alles wat meer in detail. We trekken de straten in rond het marktplein. Deze voormiddag zullen we enkel slenteren. Struinen. We zullen onze ogen de kost geven. In de vele winkeltjes.
Eén ding is meteen duidelijk. Eén niet te weerleggen vaststelling kunnen we doen. Toerisme is in deze stad ontegensprekelijk een booming industry geworden. We hoeven maar om ons heen te kijken. De vele restaurants, bars en winkeltjes leveren het onweerlegbare bewijs. Indien de stad zich enkel hiertoe zou beperken, zou het toeristische aanbod als wel heel magertjes kunnen omschreven worden. Jawel, die straatjes met hun winkeltjes en horecazaken hebben hun charme. Het is hier heerlijk verdwalen. Toch lijken de autoriteiten te beseffen dat enkel dat toch eerder zou getuigen van een zwaktebod. Een meerwaarde moet gecreëerd worden. Enkele musea zouden die gezochte meerwaarde gestalte moeten geven.
Eén van die musea stappen we binnen. Het Casa Museo Antonio Nariño. Een absolute aanrader? Zo zou ik het museum niet meteen omschrijven. Toch zou ik u willen vragen het museum niet zomaar voorbij te stappen. Ga gerust even binnen. Al is het slechts enkele minuten. Een grotere tegenstelling met wereldvermaarde musea kan er niet bestaan. Dit museum ontroert door zijn amateuristische eenvoud. Het schetst een verleden. Een verleden dat geschiedenis werd. Die poging om op een eenvoudige manier een geschiedenis te reconstrueren en zichtbaar te maken behaagt.
Een museum, gewijd aan Antonio Nariño, kan geen betere locatie vinden dan het huis waar de man uiteindelijk gestorven is. Deze man was niet van de minste. Hij was één van de toonaangevende politieke en militaire leiders doorheen de geschiedenis van Colombia. Met zijn vertaling van De Verklaring van de Rechten van de Mens naar het Spaans had hij een belangrijk aandeel in het onafhankelijkheidsstreven van vele landen in Zuid-Amerika. Hij verspreidde zijn pamfletten onder politiek gelijkgezinden en veroorzaakte met deze verspreiding heel wat tumult. In die mate zelfs dat Nariño werd opgepakt. De politieke agitator werd verbannen naar Europa. Uiteindelijk keerde hij terug naar Colombia. Vocht mee aan de zijde van de patriotten. Werd nog heel even vicepresident van de republiek. Stierf uiteindelijk in Villa de Leyva. In die stad kreeg deze man een museum. Een klein museum. Een eenvoudig museum.
Bij de ingang van het museum lijken we even te aarzelen. Een suppoost merkt onze aarzeling op. Hij zwaait ons toe met de armen. Als open welkomstgebaar. Hij doet zelfs meer. Hij stopt ons een grondplannetje van het museum toe. Zijn inspanningen lonen. Wij gaan binnen. Geen twijfel meer. Het museum kan alweer enkele bezoekers bijschrijven. De suppoost glimlacht blij. Van een gebrek aan enthousiasme kan hij niet beticht worden. Deze man leeft voor zijn job. Hij wil de strijdlust van Nariño doorgeven aan de weinige bezoekers. Alsof hij lijkt te beseffen dat er continu strijd moet geleverd worden. Om grote dingen. Om kleine dingen. Nariño kan dan best wel inspirerend werken.
Wij slenteren doorheen de stad. Wij amuseren ons. Wij glippen binnen in woningen waarvan de deuren te uitnodigend openstaan. Zo komen wij uit bij een muziekschool. Kinderen zingen en dansen. Verdoken achter de deuren kijken wij toe. Wij durven niet binnen te gaan. Te bang om te storen. Grote kunsten moeten in alle rust beoefend worden. Wij voelen ons al te zeer als stoorzenders. We keren terug op onze stappen.
We eindigen onze wandeling waar we diezelfde wandeling begonnen zijn. Op het marktplein. We zetten ons neer. Aan de rand. Tegen een gevel. Wij kijken. Naar het leven zoals het is. Naar de bewoners, die hun gewone leven leven. In dit stuk zijn zij de hoofdrolspelers. Bij elke passant fantaseren wij een verhaal. Het een al mooier dan het ander. Wij kijken niet naar buitengewone dingen. Dit zijn doodgewone dingen. Zoals wij ook bij ons kunnen zien. Maar toch is er dat ene verschil. Dat belangrijke verschil. Hier wordt dat observeren gekruid met dat vakantiegevoel. Dat gevoel dat ons toestaat gewoon zomaar te blijven zitten. Omdat niks moet. Omdat alles kan. Hier moeten we niet snelsnel naar de volgende afspraak. Het vakantiegevoel is heer en meester over de tijd. Dat gevoel regeert de klok. Op dit plein beseffen we alweer dat reizen het mooiste is. Dat bijna niks mooier is. Enkel de liefde. Dat is nog mooier.
De stad is verkend. Villa de Leyva met zijn witte huisjes en keien straten weet ons te bekoren. Te verleiden. De openlijke en verborgen charmes van het stadje hebben wij mogen proeven. Dat proeven was heerlijk. Nu gaan we buiten het stadje. Naar het Casa de Terracotta. In de reisgids lees ik dat het een antroposofisch kunstwerk is van architect Octavio Mendoza. Antroposofisch? Ik las het woord drie maal maar de betekenis werd mij niet duidelijk. Ik zocht het op. Veel werd ik niet wijzer. In grote lijnen zou het gaan om een samenhang tussen de mens en de kosmos. Van die samenhang vond ik in het huis geen bewijs. Wat ik wel zag, was een architecturale fantasie zonder beperkingen. Zonder regeltjes. De architect had zichzelf carte blanche gegeven. Hij had zich volledig laten gaan. Ik wandelde rond in dat resultaat van een ongebreidelde fantasie. Ik zag hoe die fantasie werd uitgewerkt tot in de details. Het raamwerk. De gaskranen. De hanglampen. De stoelen. De banken. De badkamers. Niks was gewoon. Alles was buitengewoon. Ik loop rond in dit huis. Bijna verdwaal ik. Want verdwalen kan je in dit labyrint. Ik loop rond en moet denken aan dat ene liedje. Dat themaliedje op een KSA-kamp. Vele jaren terug. In de vorige eeuw nog. Stilletjes begon ik te zingen: Frodo Hobbit heeft een ring, dat is een heel gevaarlijk ding, het brengt macht en roem en glorie en dat is maar het begin. U verklaart mij misschien gek. Toch is het niet vreemd dat ik net aan dat liedje denk. Want in dit huis ontmoet Gaudí de Hobbits. Dit huis voert mij terug naar mooie tijden.
Onze dag eindigen we met een avontuur. Een groot avontuur. Rotstekeningen, die willen wij zien. Dat kan hier in de buurt van Villa de Leyva. We kunnen er niet bij met de bus. Te voet, zo moet het. Wat een ‘walk in the park’ had moeten zijn, werd net iets meer. Weggespoelde bruggen. Forse onweders hadden hun tol geëist. Ingestorte hangbruggen. Ouderdom had de bruggen aangevreten. Hier had de wandeling kunnen eindigen. De rotstekeningen hadden we nooit gezien. Maar wij waren onversaagd. Wij lieten ons niet afschrikken. We zetten door. Als er geen brug was, moesten we maar te voet over die kolkende, wilde rivier. We sprongen van rots naar rots. Rotsen die net boven het water uitstaken. Wij wandelden langs diepe ravijnen. Gingen doorheen kloven. Passeerden dolle stieren. Bedwongen steile bergwanden. Maar we bereikten ons eindpunt. We arriveerden bij het doel van onze wandeling. Onze onverschrokkenheid had ons zover gebracht. Wij stonden oog in oog met die rotstekeningen. We hadden enkel die tekeningen. Meer wisten we niet. We wisten niet wie de tekeningen had gemaakt. We wisten niet wanneer die tekeningen waren gemaakt. Het enige wat we wel wisten, was dat deze tekeningen ooit ontdekt waren. Enkel de betekenis moest nog doorgrond worden. Colombia had nood aan een Champollion. Hij zou ons moeten vertellen wat er stond. Dat was nog niet gebeurd. Voorlopig stonden we voor een raadsel. Een enigma. Maar net dat mysterie maken die tekeningen zo mooi. Omdat het de fantasie prikkelt. Voorlopig zijn de mogelijkheden onbeperkt. Ontcijfering zal duidelijkheid brengen. Maar zal wel de fantasie doden. In een prachtige natuur maak ik die gekke gedachten. Of wat rotstekeningen kunnen doen met een jongeman en een te grote fantasie.
Volgende aflevering op donderdag 16/05/2019: Medellin.
Dagschema:
Dag 1: Brussel - Amsterdam - Bogotá.
Dag 3: Bogotá - Zipaquira - Villa de Leyva.
Dag 4: Villa de Leyva.
Studio Bogotá:
Reactie plaatsen
Reacties