Mijn reisverhaal Colombia: Bogotá.

Gepubliceerd op 17 april 2019 om 13:01

Wij staan in Bogotá. De hoofdstad van Colombia. Een stad van acht miljoen inwoners. Een heksenketel, dat is het minst wat wij kunnen zeggen. Het lijkt onbegonnen werk om deze stad te verkennen. Om deze stad te ontdekken. In onze poging orde in de chaos te scheppen, hebben we één voordeel. Ons hotel blijkt nogal centraal te liggen. Dicht bij Plaza de Bolivar. Dicht bij La Candelaria. Dicht bij Parque Santander. Dicht bij Carrera Septima. Die centrale ligging maakt een ontdekkingsreis toch enigszins gemakkelijker.

 

De centrale ligging is niet de enige meevaller. Vandaag is het zondag. Dan wordt het stadscentrum autovrij gemaakt. Maar liefst honderd twintig kilometer komt dan vrij voor fietsers, joggers, wandelaars en alle andere niet-gemotoriseerde activiteiten. Al sinds 1974 investeert Bogotá in dit programma. Hiermee wordt niet enkel geprobeerd de gezondheid te bevorderen. Tevens poogt men langs deze weg de sociale integratie een boost te geven. In een maatschappij waar de kloof tussen arm en rijk bijzonder groot is en het bezit van een auto die kloof alleen maar benadrukt, is op autovrije zondagen iedereen weer een beetje meer gelijk.

 

Centrale ligging. Autovrij stadscentrum. Wij kunnen de stad in. Als vertrekpunt kiezen we voor La Candelaria. Dit is één van de oudste wijken in Bogotá. Overdag kan men als toerist veilig en onbezorgd doorheen deze wijk slenteren. ’s Avonds wordt gezegd dat de wijk onveilig is. Onrustig. Dealers en gebruikers lopen dan op een hoopje. Dan kan het al eens uit de hand lopen. Over die onveiligheid hoeven wij ons evenwel geen zorgen te maken. Wij gaan in de voormiddag. Dan is alles rustig. Dan hoeven we niet met een arendsoog alles om ons heen in de gaten te houden. Dan kunnen wij vrijelijk slenteren en alle indrukken in ons opnemen.

 

Op het vliegtuig naar Colombia hadden wij een fijn gesprek met één van de airhostessen. Zij was al enkele keren naar Colombia gegaan. Graag wilde ze ons enkele tips meegeven. Dingen, die wij zeker moesten overwegen. Eén van die tips was een graffititour doorheen de hoofdstad. Een absolute aanrader noemde zij het. Goed advies wordt soms in de wind geslagen. Wordt soms niet op zijn juiste waarde geschat. Zoals nu. De graffititour laten we links liggen. We stappen zelf doorheen La Candelaria. Lang hoeven we niet te zoeken naar mooie exemplaren van street art. Slechts weinig muren zijn niet beroerd door de inspiratie van street artkunstenaars. Akkoord, wij missen enige duiding over de betekenis van deze kunstwerken. Achtergrondinformatie over de verschillende kunstenaars bereikt ons niet. Die duiding en achtergrond had een gegidste wandeling ons wel kunnen geven. Maar soms is kennis niet echt noodzakelijk om van schoonheid te genieten. We kijken om ons heen, vallen van de ene verbazing in de andere. Vele gevels zijn een klein meesterwerkje. Felle kleuren doen huizen oplichten. Lijken diezelfde huizen een tweede adem te geven. Kleuren lijken te helpen tegen verloedering. Street art bevordert de veerkracht van een wijk. Het grijpt een wijk bij zijn nekvel en brengt het naar een hoger en beter niveau.

 

Ik wil hier niet weg. Vannacht wil ik in deze straten verdwalen. Net zoals Wannes Van de Velde. Hij in Antwerpen. Ik in Bogotá. Helaas, het kan niet. Het mag niet. Wij moeten verder. Andere plekken in de stad ontdekken. Op weg naar Plaza de Bolivar passeren we die ene bijzondere plek. Een plek dat herinnert aan een dieptepunt in de politieke geschiedenis van het land. Op de Carrera Septima, tussen Mc Donald’s en een koffiebar, herinneren enkele herdenkingsstenen aan die jammerlijke gebeurtenis. Op die plek aan de Mc Donald’s werd in 1948 de populaire politicus Gaitán vermoord. Terwijl ik voor die herdenkingsstenen sta, moet ik denken aan het boek van Juan Gabriel Vásquez. De vorm van ruïnes. In dat boek brengt hij verslag van die aanslag en het daaropvolgende onderzoek. Een onderzoek dat geen opheldering bracht. Een land kan geen echte democratie genoemd worden als het er niet in slaagt de verantwoordelijken voor het gerecht te brengen. Als politieke misdaden onopgehelderd blijven. Dat beweert de auteur. Ik kijk naar die herdenkingsstenen en moet denken aan België. Ik moet denken aan het onderzoek naar de Bende van Nijvel. De bewering van Vásquez is misschien ook van toepassing op mijn land. Reizen is veel meer dan een land ontdekken. Heel vaak doet reizen ook nadenken over het eigen land. Heel vaak wordt in het buitenland teruggekoppeld naar het eigen binnenland. Zoals nu.

 

Ik had u beloofd mij te focussen op de schoonheid van het land. Moord kan moeilijk gecategoriseerd worden onder schoonheid. Ik ga voorbij aan mijn belofte, dat zou u kunnen zeggen. Toch heb ik zo mijn redenen om die moord niet ongenoemd te laten. Schoonheid kan niet zonder lelijkheid. Schoonheid heeft nood aan vuile, rafelige randjes. Om zo nog meer te schitteren. Slechts in de tegenstelling kan het schone overwinnen. In het vervolg van mijn verslag zal ik dus niet voorbijgaan aan het minder fraaie. Ik zal alles benoemen. Enkel en alleen om het schone op die manier nog meer te benadrukken.

 

Wij komen aan op de Plaza de Bolivar. Dit plein vertegenwoordigt de macht. Aan dit plein zetelt de wetgevende macht in het Capitolio Nacional. De rechterlijke macht in het Palacio de la Justicia. Terecht merkt u op dat de derde macht afwezig blijft. Dat is evenwel niet zo. Achter het Capitolio Nacional ligt het Palacio de Nariño, het presidentieel paleis. Via dat paleis is dus ook de uitvoerende macht vertegenwoordigd.

 

Ook de katholieke kerk tekent met de kathedraal present op dit plein. Deze dagen kan er gediscussieerd worden of de kerkelijke macht nog als vierde macht dient beschouwd te worden. In vele landen is de macht van de kerk tanende. In Colombia is dat nog niet zo duidelijk. De kerk heeft nog een stevige vinger in de pap. Een conservatieve vinger. Alhoewel dat conservatieve karakter toch niet zo eenduidig is. Terwijl abortus verboden is in het land, is het homohuwelijk dan weer wel mogelijk. In Colombia kan het blijkbaar alle kanten uit.

 

Het Paleis van Justitie kan wel als een architecturaal buitenbeentje beschouwd worden. De bouwstijl van dit Paleis steekt schril af tegen de andere bouwstijlen op dit plein. Dat heeft een nogal explosieve verklaring. In 1985 bezette de guerrillabeweging M19 het Paleis van Justitie. De beweging gijzelde alle aanwezige rechters en hun medewerkers. Eisen werden overgemaakt. Onderhandeld werd er niet. Het leger bestormde het Paleis. Met tanks en artillerie werd het Paleis in puin gelegd. Het eigenaardige in dit hele verhaal is dat de president nooit werd geraadpleegd. Nog vreemder is de bewering als zou Pablo Escobar opdracht hebben gegeven aan M19 om het Paleis te bezetten en al het aanwezige bewijsmateriaal tegen hem te vernietigen. Die laatste bewering kan niet hard gemaakt worden. Kan niet bewezen worden. Het doet enkel de ronde als een gerucht. Een niet bevestigd gerucht.

 

Wat geen gerucht is, is dat het Museo de Botero een absoluut hoogtepunt is. Dat is een vaststaand feit. Het museum is de volgende halte op onze ontdekkingsreis. Dit wordt één van de absolute hoogtepunten van de reis. Fernando Botero is één van de redenen waarom ik afreisde naar Colombia. Let wel, ik ben geen kunstkenner. Ik volg het kunstgebeuren vanop een afstand. Een verre afstand. Toch heb ik onder de hedendaagse schilders enkele favorieten. Botero is er één van. In zijn werken lees ik een bijzonder gevoel voor humor. Als ik naar zijn werken kijken, moet ik steeds weer stilletjes glimlachen. Zijn corpulente dames en heren interpreteer ik als een aanklacht tegen het algemeen geldende schoonheidsideaal. Ideale maten. Ideale vormen. Leegheid uitgedrukt in kilo’s. De kunstenaar noemt het evenwel toeval. Toeval heeft hem gebracht tot die voorkeur voor de wat rondere vormen. In een interview gaf hij als verklaring een heel beknopt antwoord: ‘An artist is attracted to certain kinds of form without knowing why. You adopt a position intuitively; only later do you attempt to rationalize or even justify it’.

 

Het museum heeft een kleine, aangename verrassing voor ons. Botero schonk aan het museum niet enkel honderd drieëntwintig werken van eigen hand. Uit zijn persoonlijke collectie schonk hij ook vijfentachtig werken van Europese kunstenaars. Picasso. Chagall. Dali. Delvaux. Giacometti. Matisse. Miró. Monet. Freud. Braque. Dat is wat wij noemen ‘de kers op de taart’.

 

Wij wandelen langs die Europese kunstenaars. Wij zijn nieuwsgierig naar Botero maar toch nemen we onze tijd. Schoonheid vraagt respect. Daar moet voorzichtig mee omgegaan worden. Geen haast dus. Rustig aan. Het lijkt alsof wij worden voorbereid op de confrontatie met het werk van de Colombiaanse grootmeester. Het lijkt alsof onze zintuigen worden scherp gesteld. De Europese meesters lijken mee te werken aan het eerbetoon voor Botero. Wij kunnen enkel genieten van dit feest. Tijd verliezen we uit het oog. Wij gaan een eerste maal door de zalen. Om dan terug te keren op onze stappen. Naar onze favorieten. Dit museum zou een hoogtepunt worden. Dat werd het ook.

 

Een hoogtepunt hadden we gehad. Wij zijn op weg naar een ander hoogtepunt. Het Museo del Oro. Zelfs als u niet van musea zou houden, moet u hier zeker en vast binnenstappen. Zo wordt het museum aangeprezen. Dat moet twijfelaars over de streep trekken. Wij hadden ook onze twijfels. Maar we laten ons overhalen. We stappen het museum binnen. Zo worden wij één van de vijfhonderdduizend bezoekers, die jaarlijks naar dit museum komen. Een extra zetje om onze twijfel weg te nemen, is het feit dat de toegang op zondag gratis is. Geen lange wachtrijen dus aan de ingang. Gewoon het museum binnenstappen. Zo eenvoudig kan het soms zijn.

 

Het museum herbergt een collectie van vijfenvijftigduizend stukken. Deze worden evenwel niet allemaal tentoongesteld. Dat zou te veel zijn voor een gemiddelde bezoeker. Om de bezoeker niet te ontmoedigen en om de bezoeker toe te laten het overzicht toch enigszins te bewaren, worden er ‘slechts’ zesduizend tentoongesteld. Zesduizend voorwerpen. Gebruikt bij offerandes. Bij rituelen. Gebruikt als siervoorwerp. Als onderscheidingsteken. Om de hogere kaste te onderscheiden van de lagere klasse. Wat mij opvalt in alles wat ik lees over dit museum, is dat er telkens weer gesproken wordt over gebruiksvoorwerpen. De uitzonderlijke schoonheid en het uitmuntende vakmanschap lijken daarmee teniet gedaan te worden. Dat woordgebruik lijkt de tentoongestelde voorwerpen niet op hun juiste waarde te schatten. Waarom wordt niet gesproken van kunstwerken? Geen gebruiksvoorwerpen, wel kunst. De goudsmeden zouden zich eindelijk gewaardeerd voelen. Eindelijk zou gerechtigheid geschieden.

 

Niet staren. Niet gapen. Dat zei mijn moeder steeds weer als ik (als kleine jongen) net iets te lang naar bepaalde dingen keek. Dat mocht niet. Dat stond niet. Het zou onbeleefd zijn. Mijn moeder moest dus wel ingrijpen als zij mij betrapte op staren. In dit museum heb ik het ook gedaan. Onbewust. Bij zoveel schoonheid viel mijn mond open. Ik staarde naar grote en kleine kunstwerken. Naar kunstvoorwerpen die mij duizenden jaren terugvoerden. Armbanden. Halskettingen. Borstplaten. Dodenmaskers. Ooit gedragen door heren en dames. In de schatkamers van die vroegere dames en heren dwaal ik rond. Dit was heerlijk snuisteren. Dit was heerlijk rondkijken. Bij de uitgang kon ik het enkel beamen. Dit museum moet iedereen binnenstappen. Hier mag niet aan voorbijgegaan worden. Dat zou zonde zijn. Doodzonde.

 

Wij zijn aan het eind van de avond gekomen. We zoeken een plaatsje op het Parque Santander. Om rond te kijken. Om te observeren. De markt op Carrera Septima is nog steeds aan de gang. Er wordt nog volop verhandeld. Elke zondag vervelt Carrera Septima van verkeersader tot marktplein. Auto’s worden op zondag geweerd. Dit wordt het terrein van de marktkramers. Zij palmen de straat in. Deze metamorfose wordt gewaardeerd. Het loopt hier vol. Mensen die verkopen. Mensen die kopen. Mensen die bewijs willen leveren van hun al dan niet aanwezig talent. Zij doen kunstjes. Zij zingen. Zij dansen. Zij dragen voor. Jawel, op zondag gebeurt er heel wat in Bogotá.

 

Voor velen is de aanwezigheid op deze markt een noodzaak. Zij pogen hiermee hun inkomen toch enigszins aan te vullen. Velen hebben slechts het wettelijke minimumloon van achthonderdvijftigduizend peso. Dat is ongeveer tweehonderd vijftig euro. Dat is weinig. Dat is onvoldoende om van te leven. Velen zoeken daarom een hulplijn. De markt is één van de mogelijkheden. Voor sommigen is de markt een aangenaam tijdverdrijf. Voor anderen is het een alternatieve vorm van levensonderhoud. Het leven is niet voor iedereen gelijk. Er bestaan verschillen. Verschillen die enkel groter worden en zich vertalen in een groter wordende ongelijkheid.

 

Nog één ding wil ik zeggen. Als aandachtige lezer(es) zal u misschien opgemerkt hebben dat ik het niet heb gehad over Monserrate. Het bedevaartsoord van Bogotá. Gemakkelijk te bereiken via een tandrad of kabelbaan. Wie kiest voor een sportieve uitdaging kan ook te voet naar omhoog. Een wandeling van ‘slechts’ een uurtje. Ik koos niet voor de kabelbaan of het tandrad. Een sportieve uitdaging ga ik niet uit de weg maar toch bleef ik beneden. Ik had zo mijn redenen. Redenen, die los staan van mijn agnosticisme. Het voelde gewoonweg verkeerd aan als ik naar boven zou gaan. Dat gevoel wordt later bevestigd op mijn terugvlucht naar België. Op het vliegtuig praat ik met een medereiziger. Een Colombiaan. Hij vraagt mij of ik naar Monserrate ging. Ik antwoord negatief. Hij haalt opgelucht adem. Een groot onheil is mij bespaard gebleven. De Colombianen geloven immers dat wie als koppel naar boven gaat, niet meer als koppel naar beneden komt. Onbewust heb ik een scheiding vermeden. Zou God dan toch bestaan?

 

Volgende aflevering op donderdag 25/04/2019: Bogotá – Zipaquira – Villa de Leyva.

Dagschema:

Dag 1: Brussel - Amsterdam - Bogotá.

Dag 2: Bogotá.

Studio Bogotá:

Reactie plaatsen

Reacties

Caroline De Vleeschouwer
6 jaar geleden

Zalig om dit te lezen, ben direct terug gecatzpulteerd! Kan niet wachten op het volgende verhaal 😊

Wim Backx
6 jaar geleden

Dank voor het enthousiasme en de aanmoediging. Wim.

Bets Ruijgrok
6 jaar geleden

Wat ben ik blij met het mooie reisverhaal, een herbeleving van de Colombia reis. Dank je wel.

Wim Backx
6 jaar geleden

Dank voor het enthousiasme en de aanmoediging. Wim.

Leo Nevelsteen
6 jaar geleden

Prachtig geschreven! We beleven Bogota opnieuw! Op naar volgende donderdag!

Wim Backx
6 jaar geleden

Dank voor het enthousiasme en de aanmoediging. Wim.

Maak jouw eigen website met JouwWeb