Vele dingen zijn intussen gebeurd. Vele onverwachte dingen. Eergisteren, op de rustdag in Armenia, gebeurde iets met mij. Iets wat ik nooit had gedacht, werd werkelijkheid. Iets wat ik nooit had vermoed, werd realiteit. Diep in mij blijkt dan toch een vogelaar te schuilen. Een vogelspotter. Op de finca keek ik naar vogeltjes. Honger en goesting bracht hen naar de voederplankjes. De aanwezige rust dreef die beestjes niet weg. Integendeel. Zij bleven hangen. Zij bleven zitten. Zij leken zich niet bewust van die nieuwsgierige blikken. Die nieuwsgierige blikken waren behoorlijk onder de indruk van de diversiteit aan kleuren. Geen enkel vogeltje leek hetzelfde. Elk had een apart jasje. Groen. Geel. Blauw. Rood. Eén enkele kleur. Een combinatie van kleuren. Dit was adembenemend mooi. Hier hoefde niet gesproken te worden. Stilte is wat wij nodig hadden. Ik keek. Bleef kijken. Ik kon er niet genoeg van krijgen. De vogelse modellen bleven maar aanvliegen. Koketterend met hun uitzonderlijke pracht.
Die natuurlijke modeshow was eergisteren. Gisteren was er dat andere. Dat ‘akkefietje’. Vanuit Armenia hadden we moeten doorreizen naar Popayán. Zo was het voorzien. Dat was de planning. Omstandigheden dwongen ons die planning om te gooien. De politieke actualiteit had zo zijn gevolgen op het verdere verloop van onze reis. Misnoegde indigines hadden wegblokkades aangelegd. Zij verhinderden de vrije doorgang langsheen de Pan-Americana. Popayán was plots onbereikbaar voor ons. Wij werden het slachtoffer van een lang aanslepend conflict. Gedane beloftes, door de regering aan de indigines, werden niet ingelost. Het geduld was op. Er werd besloten tot actie over te gaan. Die actie werd gekoppeld aan de eis met de president aan tafel te kunnen gaan. De president diende tot bij de protesterende indigines te komen. Om alles uit te praten. Om eindelijk duidelijkheid te krijgen. Om de puntjes op de i te zetten. Eisen kunnen gesteld worden maar hoeven daarom niet ingewilligd te worden. De president weigerde te komen. De staking ging door. Wij zouden onze route moeten aanpassen. Popayán werd geschrapt. De lokale weekmarkt in Silvia met de Guambiano-indianen zouden we niet te zien krijgen. Wij zouden naar San Agustin rijden, via Villavieja. Dat is wat reizen is. Reizen vraagt flexibiliteit. Kan geen starheid verdragen. Een vooropgezet plan kan mooi zijn maar eens ter plaatse kan het plots heel anders uitdraaien. Tot spijt van wie het benijdt.
Geen Popayán dus. Wel een nachtje in Villavieja. Veel valt hier niet te beleven. Dat hadden we moeten weten. Niet voor niks noemden de Spanjaarden deze streek El Valle de las Tristezas, de Vallei van de Treurnissen. We zouden deze plek dus snel achter ons kunnen laten. Maar dan zouden we één ding missen. Dan zouden we de woestijn van Tatacoa missen. Dat willen we niet. Daarom blijven we hier één nachtje. Om dan de volgende morgen door te rijden naar Tatacoa.
De woestijn van Tatacoa. Iedereen is het er over eens. Niemand die over die ene vaststelling struikelt. Tatacoa wordt een kleine woestijn genoemd. Slechts driehonderd vierkante kilometer. Getallen zijn slechts een aanduiding. Helaas, vaak zeggen zij niet zo veel. Dat verhaal wordt anders wanneer we gaan vergelijken. Dan wordt alles iets duidelijker. Iets bevattelijker. Neem bijvoorbeeld de Sahara. Die is ongeveer 9 miljoen vierkante kilometer. Dat is groot. Dat is bijzonder groot. Met die kennis valt het makkelijker om andere woestijnen als klein te beschouwen.
Wij staan in deze woestijn. Een woestijn die ooit een binnenzee is geweest. Miljoenen jaren terug. Doorheen die vele jaren hebben de Rio Magdalena en zijn zijrivieren zandsteen, grind en klei aangevoerd. Fossielen van reptielen en zoogdieren wijzen op een warm klimaat en veel vegetatie. Die fossielen leveren het bewijs van andere tijden. Van vochtige tijden. Zij zijn de historische barometer. Tijden veranderen, dat wordt wel eens gezegd. Hier kunnen we vaststellen dat die uitdrukking in zich een kern van waarheid draagt. Het is droger geworden. Zon, regen en wind hebben een bizar landschap gecreëerd. Ik kijk om mij heen naar de door erosie gevormde ‘sculpturen’ en moet denken aan de schubvormige huid van reptielen. Het lijkt alsof Godzilla hier ligt te slapen. Alsof hij hier zijn dutje doet. Klaar om wakker te worden, op te staan en iedereen van zich af te schudden. Die gedachte maant mij aan tot voorzichtigheid. Niet met de voeten stampen. Zachtjes aan. Wie slaapt mag niet wakker gemaakt worden. Slapende honden, u weet het wel.
Over de omvang van de Tatacoa woestijn bestaat geen discussie. Die is wat ze is. Over de term ‘woestijn’ kan dan wel gediscussieerd worden. Het zou geen echte woestijn zijn. Omdat het op deze plek nog te veel regent. Omdat deze plek irrigatie ontvangt vanuit de omringende bergen. Daarom zou het dus geen woestijn zijn. Beter is het deze plek een tropisch droog bos te noemen. Taal vraagt duidelijkheid. Geen dubbelzinnigheden. Spraakverwarring dient vermeden te worden. Met deze bescheiden kanttekening lever ik hiertoe een kleine bijdrage.
Met raadgevingen dienen we voorzichtig om te gaan. Wandelingen doorheen deze gebieden gebeuren het best in de ochtend. Dat wordt ons op vele plekken meegegeven. Deze wijze raad lijkt ons niet zo gek. De temperaturen kunnen hier overdag gemakkelijk oplopen tot veertig graden en hoger. Dan lijkt het niet aangewezen om op de middag als een gekke toerist rond te huppelen in dit ‘bos’. Daarom laten we ons in de voormiddag afzetten in El Cuzco. Vanuit de wetenschap dat een gewaarschuwd man er nog altijd twee waard is.
De Tatacoa woestijn kan ingedeeld worden in twee gebieden. Duidelijk van elkaar te onderscheiden. We hebben El Cuzco en Los Hoyos. Het eerste is het rode ‘koninkrijk’. Het tweede is het grijze ‘koninkrijk’. Grijs en rood, het zijn de kleurschakeringen die het betreffende gebied in één overwegend kleur schilderen. Een speling van de natuur. Een speling, die aan diezelfde natuur schoonheid schenkt. Want daarover zijn wij het bijna meteen eens. Wat wij hier zien is prachtig. Uitzonderlijk mooi. Op deze plek wordt de fantasie geprikkeld. Althans, dat is wat deze plek met mij doet. Ik denk geen gelijke verhalen. Het rood en het grijs fluistert mij telkens andere verhalen in. Ik denk aan Mad Max. Ik denk aan ruimtetuigen. Ik denk aan cowboys. Ik denk aan indianen. Ik denk aan vele dingen. Verhalen nestelen zich in mijn hoofd. Met mij in de hoofdrol. In al die verhalen schitter ik. Ik ben de held. In mijn fantasieën triomfeer ik steeds. Alle dreigingen wend ik af. Met succes. Met gemak.
In de echte wereld lijkt het minder makkelijk om dreigingen af te wenden. De schoonheid van deze plek lijkt ons bijna blind te maken voor de gevaren. Voor de moeilijkheden waarmee dit gebied wordt geconfronteerd. Het opkomende toerisme houdt in zich een aantal uitdagingen. Uitdagingen waarop toch spoedig een antwoord moet gevonden worden. Vele ondernemende geesten zien in deze plek een gemakkelijke manier om geld te verdienen. De woestijn als financiële melkkoe. Er worden in de woestijn bars geopend. Hotelletjes. Al die nieuwe initiatieven vragen een zekere hoeveelheid water. Om aan de gasten de nodige luxe te kunnen geven. Een gast moet zich kunnen wassen. Een gast moet op een comfortabele manier naar het toilet kunnen. Een gast moet eten. Moet drinken. Al die eisen en verlangens hebben een invloed op de aanwezige watervoorraad. Helaas kan niemand vertellen hoe groot die voorraad is. Er zal moeten gezocht worden naar creatieve oplossingen. Want één ding staat vast. De aanwezigheid van de mens kan en zal in dit bijzondere gebied ingrijpende gevolgen hebben. Ik kan enkel hopen dat het langetermijndenken de overhand zal halen op het kortzichtige en snelle geldgewin. Bezint eer ge begint, dat zei mijn moeder altijd. Hopelijk hebben vele Colombianen even zo wijze moeders.
Villavieja kon ons niet echt bekoren. Dat had ik al gezegd. De woestijn was echter andere koek. Dit was fantastisch mooi. Ook dat had ik al gezegd. Maar wat schoon is, mag geprezen worden. Zelfs meermaals. Liefst meermaals.
Volgende aflevering op donderdag 06/06/2019: San Agustin.
Dagschema:
Dag 1: Brussel - Amsterdam - Bogotá.
Dag 3: Bogotá - Zipaquira - Villa de Leyva.
Dag 5: Villa de Leyva - Bogotá - Medellin.
Dag 7: Medellin - Armenia.
Dag 9: Armenia.
Dag 10: Armenia - Villavieja.
Dag 11: Villavieja - San Agustin.
Studio Bogotá:
Reactie plaatsen
Reacties
Knap, Wim. Ik heb het gevoe dat ik ook even in de Tatacoa woestijn ben geweest.
Geweldig stuk weer! N genot om te lezen. Prachtige reis.
Wanneer kan ik jouw eerste boek verwachten??