Arno, gezien in het Kursaal Oostende. Brief aan Arno Hintjens.

Gepubliceerd op 28 februari 2022 om 12:58

Beste Arno,

 

We gingen kaarten.  Manillen.  De kaarten lagen klaar.  Op tafel.  Maar eerst moest dat ene nog gebeuren.  Alsof een hogere kracht ons opriep dat te doen.  Alsof het moest gebeuren.  Vóór het kaarten gingen we nog even op internet.  Sociale media.  Daar zagen we het.  Daarop zagen we hoe u twee concerten aankondigde in Oostende.  Meteen deden we wat moest gedaan worden.  De kaarten gingen even aan de kant.  Wij kochten kaarten.  Twijfelen was geen optie.  Wij zouden naar het Kursaal komen.  Om u te zien.  Om u te horen.

 

Ik had u al vele malen gezien.  In alle verschijningsvormen.  Charles et les Lulus.  Arno & The Subrovnicks.  Charles & The White Trash European Blues Connection.  Tjens Matic.  Arno.  Enkel TC Matic zag ik nooit.  Dat feit beschouw ik vandaag nog steeds als mijn grootste (muzikale) tekortkoming.  Mijn te jonge leeftijd kan als excuus aangedragen worden.  Alhoewel, ik besef het, het is een te gemakkelijk excuus.  Rock-‘n-roll kent geen leeftijdsgrenzen.  Met die jammerlijke en tegelijk pijnlijke tekortkoming moet ik verder.  Het leven kan zwaar zijn. 

 

Maar vrijdagavond was het anders.  Was het helemaal anders.  Ik was zenuwachtig.  U kijkt vreemd op.  Ik hoefde helemaal niks te doen en toch was ik zenuwachtig.  Ik voel het, een verklaring is noodzakelijk.  Ik had twijfels.  Die durfde ik openlijk niet te uiten.  Ik had vragen.  Die durfde ik openlijk niet te stellen.  Ik hield alles binnen.  Een fan mag niet twijfelen.  Nooit.  Onder geen enkele omstandigheid.  Dat alles maakte mij dus zenuwachtig.  Maar toen kwam u op.  Ik werd rustig.  Ik wist het.  Alles komt goed.  Deze avond komt alles goed.  Want zo was het altijd al geweest.  U kwam op, ik werd intens gelukkig.  Dat was onze nooit uitgesproken afspraak.  Die afspraak zou u ook nu nakomen.  Dat wist ik.  Dat begreep ik.

 

U begon rustig.  Muzikanten zijn als sporters.  Zachtjes aan moeten zij naar de finale toewerken.  Dat deed u ook.  U bracht de meeste nummers uit uw nieuwste album, Vivre.  Dat ene woord stond ook in rode neonletters centraal op het podium.  Alsof u ons wou herinneren aan onze belangrijkste opdracht op deze aardkloot.  Alsof u ons wou zeggen ons niet te verliezen in onbenulligheden en het leven onvoorwaardelijk te omarmen.  Ik mocht mij evenwel niet laten afleiden.  Ik moest mij focussen.  Op u.  Op uw stem.  Uw stem die breekbaar was.  Dat stoorde niet.  Integendeel.  Het maakte de ballades nog intenser.  Het deed de nummers nog harder binnenkomen.  Beter dan ooit voorheen nam ik uw woorden in mij op.  Diep in mij werd het warm.  Mijn haartjes gingen overeind staan.  U raakte mij.  Ik zag u op het podium.  Zitten.  Even breekbaar als uw stem.  De bon-vivant had een ‘tikje’ gekregen maar weigerde te gaan liggen.  Integendeel.  U weigerde dat tikje te aanvaarden als een finale uppercut.  Dat tikje dreef u het podium op.  Omdat het podium uw plek is.  Dat bewees u vrijdagavond.  U stond op het podium.  U overtuigde op dat podium. 

 

Maar u was niet gekomen om ons enkel rust te geven.  U wou ons ook uitzinnig maken.  U wou ons ook laten feesten.  U wou ons ook dol van vreugde maken.  Dat maakte u op overtuigende wijze duidelijk.  Toen het drumstel werd opgerold.  Meet the freaks was het keerpunt.  Het sein om alles los te gooien.  Nu brak de storm los.  U mocht uw duivels ontbinden.  Vanop uw stoel liet u die duivels wild te keer gaan in de zaal.  Op het podium.  U bouwde op.  U bereidde ons voor.  Op dat ene moment.  Dat ene moment waarvan we wisten dat het ging komen.  Dat het moest komen.  Om duidelijk te maken dat dat moment gekomen was, ging u rechtop staan.  Even hield u zich in.  Met de handen gaf u teken dat ook wij moesten rechtop staan.  Dat deden wij.  Wij aten uit uw hand.  U ging ons voor.  Wij volgden. 

 

Toen gebeurde het.  De zaal ging uit zijn dak.  Niemand bleef stil zitten.  Iedereen danste.  Iedereen zong mee.  Oh, la la la, c’est magnifique.  Handen gingen de lucht in.  In de hoofden van de toeschouwers was er misschien die ene gedachte.  Dit zou wel eens de laatste keer kunnen zijn.  U had het gezegd.  Heel binnenkort zou u naar uw moeder gaan.  Ik had u die woorden horen zeggen.  Aan die woorden moest ik denken toen ik rechtop stond.  Die woorden deden mij nog luider zingen.  Die extra decibels waren mijn dankuwel.  Naar u toe.  Mijn dankuwel voor die vele en fantastische momenten.  Die vele en wondermooie herinneringen.  Jawel, dat alles was magnifique.  Dansen, met achter mijn ogen ontelbare tranen.  Tranen die ik binnenhield.  Dit was geen moment om te huilen.  Dat kon later.  Nu moest er gefeest worden.  Dat leek ook u te beseffen.  Want u gooide er Putain putain achterna. Wij bleven rechtop staan.  Wij gingen door.

 

U ging weg.  Stapje voor stapje.  Traag.  Maar u kwam terug.  U kent de regels van de showbizz.  U bent een geboren entertainer.  U gaf nog een toegift.  Twee nummers.  Dan was het voorbij.  Definitief.  U had afscheid genomen.  Ik had afscheid genomen.  Toen u zweeg kwam dat ene zinnetje uit Solo gigolo in mijn hoofd binnendrijven.  Daarin zingt u: you don’t need me anymore.  Meteen wist ik dat die woorden een leugen waren.  Ik heb u nodig.  Dat zal altijd zo zijn.  U doet mij stormen.  U maakt mij stil.  U doet mij feesten.  U plaatst mij in een hoekje.  Dat moest zo blijven, dacht ik.  Helaas wist ik dat het niet kan.  De eeuwigheid is niemand gegeven.  Ooit zal u gaan.  Terwijl ik mijn vest aandoe en naar de uitgang stap komt dat besef hard binnen.  Praten wil ik heel eventjes niet.  Dat spijtige besef dien ik een plaats te geven.

 

Beste Arno.  Ik wil u danken.  Voor alles.  Elk leven heeft een soundtrack nodig.  Ik ben blij dat ik voor u koos om mij te begeleiden.  Doorheen de zoektocht van mijn twintiger jaren.  Doorheen de twijfel van mijn dertiger jaren.  Doorheen de zekerheid van mijn veertiger jaren.  Doorheen de volheid van mijn vijftiger jaren.  U was er altijd.  Dat biedt troost.  Voor nu.  Voor straks.  Ik kan teruggrijpen.  Naar herinneringen.  Naar muziek.  Voor dat alles wil ik u van ganser harte danken.  Dank, dank, dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Setlist:

Solo gigolo.

Elle adore le noir.

Je veux vivre.

Lonesome zorro.

Quelqu'un a touché ma femme.

Give me the gift.

Les yeux de ma mère.

Do the kangaroo.

 

Meet the freaks.

Lady alcohol.

Oostende bonsoir.

Ratata.

The parrot brigade.

Funky your not.

Oh la la la.

Putain putain.

Whoop that thing.

Ha ha.

Reactie plaatsen

Reacties

Nando Barzan
2 jaar geleden

Helemaal zoals ik me voel na al die jaren van Arno te volgen. Mooiere woorden zijn er niet aan "onze" Arno. Merci Arno voor al die mooie jaren. Je bent gewoon "de beste".

Annick Vermeire
2 jaar geleden

Wat mooi geschreven.... Dit is exact wat ik voelde en voel.... De herinneringen en emoties doorheen mijn leven... Altijd was Arno erbij... Van mijn 18 tot mijn 56....De muziek, de woorden, het leven! De talloze encounters in mijn jeugdige Brussel, dankbaarheid 🙏 voor alles en ja ook angst voor afscheid, gemist.... De tranen heb ik niet kunnen bedwingen vrijdag, nu ook niet trouwens.... Het overkwam me nog maar 3 keer, tranen voor een idool. Thé Lauw, Bowie en nu voor onze Arno. Het ga je goed. Stel het wel. Je was en bent nog steeds een beer, beregoed.

Hein Peeters
2 jaar geleden

Schitterend eerbetoon