Beste Esther,
Beste Halina,
Beste Christophe,
Beste Frank,
Beste Anke,
Beste Wouter,
Beste actrices,
Beste acteurs,
Elke televisieserie is een risico. Voor de kijker. Heel waarschijnlijk kijkt u vreemd op bij deze stelling. Laat mij daarom even verduidelijken. Zodat alles helder wordt. Zodat er tussen ons geen misverstanden bestaan. Zodat u verder kan gaan met het lezen van mijn brief. Althans, dat is wat ik hoop. Dat u verder leest. Want dat is toch de uiteindelijke bedoeling van brieven. Dat ze gelezen worden. Vooruit dus. Na de eerste aflevering van een televisieserie is er altijd die onzekerheid. Na de eerste aflevering wordt die ene vraag gesteld. De vraag of wij de serie verder zullen volgen. Of wij ons engageren voor alle volgende afleveringen. Daarin schuilt dus het risico. Want als wij ons engageren, kan het gebeuren dat wij aan het eind toch op onze honger blijven zitten. Dat wij teleurgesteld achterblijven. Omdat de belofte die de eerste aflevering in zich droeg niet kan waargemaakt worden. Omdat na die eerste aflevering de serie als een kaartenhuisje ineenzakt. Dat kan gebeuren. Elke televisieserie is dus een gok. Voor de kijker.
De eerste aflevering van Red Light is al een tijdje achter de rug. Ik nam het risico. Ik keek. Niet enkel naar de eerste aflevering. Ook naar de volgende afleveringen. Ik kan u zeggen, van teleurstelling is geen sprake. Integendeel. Elke aflevering doet mij nog meer verlangen naar de volgende. Ik weet nu al dat ik aan het einde van de serie verweesd zal achterblijven. Dat het zal lijken alsof ik iets mis. U weet hoe dat te bewerkstelligen. Dat is wat men vakmanschap noemt. U weet de kijker bij de les te houden. Door in elke aflevering net iets meer te onthullen. Elke aflevering brengt ons iets dichter bij de onthulling. Elke aflevering leren wij een personage net iets beter kennen. Dat maakt ons nieuwsgierig. Nieuwsgierig naar het uitklaren van het mysterie. Wij willen de moordzaak oplossen. Wij willen weten hoe het de personages zal vergaan.
Want, inderdaad, het is niet enkel de moordzaak die ons aan de serie bindt. Er zijn ook de persoonlijke levens, waarin u ons toelaat. Wij zien twijfelende mensen. Wij zien mensen in strijd met het leven. Het leven van elke dag. Het perfecte leventje is veraf. Het lijkt alsof iedereen een last meetorst. Dat wordt duidelijk naarmate de serie vordert. Hoe dichter we bij de oplossing van de moordzaak komen, hoe dichter we bij de mens zelf komt. Een agente met een alcoholverslaving. Een echtgenote in een rolstoel. Een operazangeres met een kinderwens. Een pooier met een dubbel leven. Een prostituee met een verlangen naar geluk. Elkeen doet zijn best. Om overeind te blijven. Dat het niet eenvoudig is, moet blijken. Het leven is vallen en opstaan, dat wordt wel eens gezegd. Dat is wat u toont. Mensen moeten incasseren. Elkeen zoekt een weg om daarmee om te gaan. Door te drinken. Door te zwijgen. Door die ene wens te blijven nastreven ondanks alles. Door te liegen. Door te (blijven) hopen.
In de serie zit een constante dreiging. Die dreiging nestelt zich in mij. Het maakt mij alert. Het houdt mij op mijn qui-vive. Want elk moment kan het ontploffen. Uitbarsten. Het lijkt alsof iedereen op de toppen van zijn tenen loopt. Er is maar een klein vonkje nodig. Om het tot een uitslaande brand te laten komen. Ik kruip in mijn schulp. Ik kruip onder mijn dekentje. Om mij zo toch enigszins te behoeden. In de hoop dat het mij bescherming kan bieden. Alle elementen, die u in handen hebt, bestendigen die dreiging. Zij werken op een perfecte manier samen om dat mogelijk te kunnen maken.
Want zo is het inderdaad. Alles in de serie zit goed. Op niks valt ook maar iets aan te merken. De acteerprestaties. De verhaallijnen. De muziek. De beelden. De sfeerschepping. Alles zit juist. Ik zit te kijken en kom elke keer weer tot dezelfde slotsom. Dit is goed. Dit is ongelooflijk goed. Het is bijna onwerkelijk. Dat een dergelijk hoogstaand niveau constant wordt aangehouden. Niet één enkel dipje. Niet één enkel minder moment. Met open mond kijk ik. Met ingehouden adem kijk. Niks wil ik missen. Alles wil ik in mij opnemen. Elke week opnieuw.
Beste allen. Ik wil u danken. Maandagen zijn niet de gemakkelijkste dagen. De omschakeling van het weekend naar de werkweek heeft daarin de hand. Die omschakeling kan soms nogal zwaar vallen. Maar deze weken lukt het mij makkelijk om te schakelen. Want maandagmorgen word ik wakker met die ene belofte. Die belofte dat ik mij ’s avonds voor de televisie mag nestelen. Dat ik opnieuw een volgende aflevering mag savoureren. Want dat is wat ik telkens doe, ik proef en geniet. Elke maandagavond lost u die belofte met veel gemak in. Daarvoor wil ik u danken. Uitgebreid en van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties