Beste Anne-Sophie,
Beste Dieter,
Beste Koen,
Het concertgevoel. Ik weet niet meer wat dat gevoel betekent. Ik kan mij niet meer voorstellen wat dat gevoel inhoudt. Het is allemaal al te lang geleden. Met een lichte neiging tot overdrijven zou ik durven beweren dat concerten wel iets lijken uit een vorige eeuw. Iets waaraan we enkel kunnen terugdenken. Iets waaraan we enkel herinneringen kunnen hebben. Die concertstilte stemt mij triest. Huilen doe ik nog net niet. Ik hou mij sterk. Als troost zoek ik naar alternatieven. Alternatieven waarvan ik weet dat zij het origineel nooit kunnen overtreffen. Maar in deze gekke tijden moeten we ons beredderen. Dat doe ik dus. In mijn zoektocht naar alternatieven bots ik soms op een lichtpuntje. Eén van die lichtpuntjes zijn de Toots Sessies. Deze sessies worden dagelijks uitgezonder op Canvas en bieden aan artiesten een podium.
Donderdag was het uw beurt. Die avond stonden jullie in Studio Toots. U zal het niet gemerkt hebben. U zal het niet gevoeld hebben. Maar die avond was ook ik present. Ik stond niet in diezelfde studio. Dat kon niet. Dat mocht niet. Ik stond in mijn huiskamer. Nieuwsgierig te wachten op wat jullie zouden brengen. Eén kwartier lang zou mijn huiskamer dienst doen als concertzaal. Om de sfeer te optimaliseren had ik alle lichten gedoofd. Slechts twee kleine spotjes liet ik aan. De stoelen en zetels schoof ik aan de kant. Net voor jullie begonnen, nam ik nog snel een biertje. Uit het flesje. Ik was klaar. Midden in de huiskamer. Midden in mijn concertzaal. Alleen.
Jullie begonnen. Bijna meteen werd ik knock-out geslagen. Een muzikale uppercut van jewelste. Met het eerste nummer had u mij al overtuigd. Ik greep onmiddellijk naar de afstandsbediening. Ik schakelde het volume hoger. Want dit zou een feestje worden. Stille feestjes bestaan niet. Feestjes vragen om het juiste volume. Het juiste hoge volume. Ik schakelde enkele niveaus hoger. Mijn geluidsinstallatie werd op de proef gesteld. Net als mijn buren. Maar het moest even zo. Het kon niet anders. Na het concert zou ik even aanbellen bij de buren. Om mij te verontschuldigen. Om te vertellen wat er precies gebeurd was. Maar dat moest even wachten. Nu was het feest.
Ik had het niet verwacht. Toch gebeurde het. Ik ging dansen. Aanvankelijk licht voetenwerk. Maar al snel werd dat licht voetenwerk uitbundiger. Het enthousiasme van mijn voeten zette zich door in mijn hele lijf. Ik ging dansen. Ik ging springen. Ik ging huppelen. Man, man, man, dat was alles wat ik dacht. Voor grotere gedachten was momenteel geen plaats. Ik keek naar jullie. Ik glimlachte. Want jullie deden dat ene wonderbaarlijke. Jullie sloopten de muren van mijn huiskamer. Mijn huiskamer was niet langer meer mijn huiskamer. Mijn huiskamer was plotsklaps getransformeerd in de concertzaal van Vooruit. Of in de Ancienne Belgique. Eén ding was zeker. Ik stond niet meer in mijn huiskamer. Ik stond in deze of gene rocktempel.
Eén kwartier lang. Vijftien keer zestig seconden. Drie nummers lang. 94A9. Alligot. Daggers. Het volstond. Meer moest het niet zijn om te beseffen dat ik zonet een ontdekking had gedaan. Ik had kennisgemaakt met High Hi. Wat al die jaren aan mijn aandacht was ontsnapt werd nu aan mij gepresenteerd. Ik was dankbaar. Afscheid nemen bestaat niet, dat zingt Marco Borsato. Dat is zo. Ik nam geen afscheid. Ik ging opnieuw luisteren. Ik ging opnieuw kijken. Om weer datzelfde gevoel te ervaren. Dat fijne gevoel. Dat gevoel te luisteren naar een ijzersterke groep. Naar een voortreffelijke band.
U had mij getriggerd. U maakte mij nieuwsgierig naar meer. Ik ging op onderzoek uit. Ik ging surfen op het internet. Om meer te weten van dat debuterende groepje. Al snel kreeg ik het schaamrood op de wangen. Ik diende vast te stellen dat u reeds een lange voorgeschiedenis had. U werd in 2014 geselecteerd voor de Nieuwe Lichting van Studio Brussel. In datzelfde jaar bereikte u de finale van Humo’s Rock Rally. Drie jaar later bracht u uw debuutalbum Hindrance uit. Dit jaar volgde de opvolger Firepool. U bleek een bezige bij te zijn. Dat alles wist ik hoegenaamd niet. Ik wist niks van uw kwalitatief bestaan. Bijna voelt het alsof ik u mijn verontschuldigingen dien aan te bieden. Als zwak excuus kan ik enkel mompelen dat het bijna onmogelijk is alle bewegingen in de nationale en internationale muziekwereld te volgen. Ik doe mijn best. Toch lukt het mij niet. Helaas. Te veel glipt ongehoord en ongezien door mijn vingers. Ik kan het enkel betreuren. Ik kan enkel maar hopen dat het ooit zijn weg vindt naar mij. Zoals donderdag gebeurde. Via de Toots Sessies.
Bijna elke dag luister ik naar uw beide albums. Ik kan het niet loslaten. Alsof ik met elke luisterbeurt mijn achterstand wilde inhalen. Dat kan natuurlijk niet. De tijd kan niet teruggedraaid worden. Terugkeren naar het verleden blijft tot op de dag van vandaag onmogelijk. Wat wel mogelijk is, is vooruit te kijken. In de toekomst. Dat doe ik. Ik kijk nu al uit naar die dag waarop u op één van de Gentse podia zal staan. Die dag zal ik er zijn. Want ik weet nu al dat uw concert mij zal bijblijven. Ik zag u in de studio. Ik zag in u die kracht van een live performance. Ik zag dat u op een podium zou weten te overtuigen. Zonder enige moeite. Als die mogelijkheid van concerten opnieuw bestaat, wil ik er bij zijn. Zeker weten. Intussen wens ik u alle succes en een blijvende inspiratie.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties