Beste Joris,
Beste Kees,
Net voor ik aan jullie boek begon, las ik een artikel in Knack. Het was een vraaggesprek met Giacomo Corneo, een Italiaanse hoogleraar, naar aanleiding van zijn boek Is Capitalism Obsolete. In dat boek gaat een vader in conclaaf met zijn dochter over de staat van het huidige kapitalisme. Als oplossing stelt de auteur het aandeelhouderssocialisme voor. In dat systeem koopt de overheid een meerderheid van de aandelen van de grote bedrijven in een land op. Dat zou een dubbel effect hebben. Het management van zo’n bedrijf kan zich richten op winst. Op die manier behoudt de markt zijn waarde. Als corrigerende factor legt de overheid sociale en ecologische doelstellingen op.
Meer kan ik niet zeggen over het boek. Daarvoor zou ik het boek moeten lezen. Dat deed ik niet. Ongetwijfeld zullen jullie zich de vraag stellen waarom ik dan over dat boek begin. Daartoe heb ik zo mijn redenen. Bij het lezen van jullie boek moest ik aan dat interview denken. Want in jullie boek doen jullie hetzelfde. Jullie gaan het gesprek aan met elkaar. Via brieven, die jullie elkaar schrijven. Over de toestand van de wereld. Waarbij de een getriggerd wordt door de uitspraak dat het aandeelhouderskapitalisme zoals dat op dit moment bestaat onhoudbaar is. Waarbij de ander geïnteresseerd is naar onze houding tegenover democratie en de mechanismes bij de beeldvorming in massamedia. Dat was het vertrekpunt.
Het centrale thema in jullie boek is de zoektocht naar een vervanger van het aandeelhouderskapitalisme. Daaraan koppelen jullie de vraag of een maatschappelijke ordening gericht op alsmaar meer consumptie wel samengaat met het overleven van de soort. Eigenlijk zoeken jullie een antwoord op de vraag hoe de scheefgegroeide markteconomie opnieuw in evenwichtiger en dus rustiger vaarwater kan gebracht worden.
Het moet anders. Dat beseffen jullie. In de afgelopen halve eeuw verdrievoudigden de kapitaalbezitters in het Westen grofweg hun aandeel in het nationale inkomen, terwijl degenen die alleen van een loon of salaris moesten leven, navenant inleverden. Uit analyse blijkt duidelijk dat wij niet weten wat er onderaan de economische ladder gebeurt. In de Verenigde Staten kan veertig procent van alle werkenden niet zomaar vierhonderd dollar ophoesten voor een tegenvaller. Deze kloof wordt als een bedreiging van het systeem gezien.
Jullie moeten vaststellen dat het uitdenken van een alternatief voor aandeelhouderskapitalisme best wel moeilijk is. Dat de vrijemarkteconomie moet herijkt worden lijkt evident. Dat daarbij een redelijk evenwicht moet betracht worden tussen alle belangen lijkt vanzelfsprekend. Jullie stellen immers vast dat in het huidige systeem de verantwoordelijkheid is zoekgeraakt. Enkel het streven naar winst bepaalt het handelen. Als voorbeeld halen jullie Shell aan en hun rol in de ontwrichting van het klimaat. Dit systeem, waarbij het kortetermijndenken allesoverheersend is, kent enkel de bonus. Geen malus. Het najagen van het eigen kortetermijnbelang ondermijnt een stabiel, efficiënt en rechtvaardig evenwicht in de economie en de samenleving. Jullie menen dat kortetermijndenken te kunnen counteren via betere wetten die prikkels rond beloning en vooral aansprakelijkheid meer in overeenstemming brengen met het algemeen belang.
In het uitwerken van een alternatief kijken jullie naar de overheid. Naar de politiek. Helaas stellen jullie vast dat de politiek ook in moeilijke papieren zit. Daarvoor verwijzen jullie naar de voortgaande verschraling van het maatschappelijke debat. Naar het gebrek aan vertrouwen in het oplossende vermogen van de politiek. Voor dat gebrek aan vertrouwen mag de politiek heus in eigen boezem kijken. Niet enkel in de economie heerst het kortetermijndenken. Dat geldt net zozeer voor de politiek. In hun zoektocht naar snel politiek gewin worden steeds extremere verkiezingsbeloften gemaakt. Daarbovenop komt nog het versnipperde politieke landschap dat het voeren van een coherent beleid bemoeilijkt.
Nochtans is een coherent beleid noodzakelijk om een ommekeer te bewerkstelligen. Want de problemen zijn velerlei. Jullie schrijven over het Amazon-model dat een ernstige bedreiging is voor het vrijemarktprincipe. Bedrijven betalen bijna nergens belastingen en zijn financieel zo machtig geworden dat de meeste overheden geen tegenspeler meer zijn. Van een gewenste en noodzakelijke marktregulering om redelijke concurrentie in stand te houden komt dan niets meer terecht. Terecht stellen jullie dat wij ons dienen te concentreren op de vraag hoe te voorkomen dat bedrijven overheden in de tang nemen en hen de wet voorschrijven in plaats van andersom. In die optiek verwijzen jullie eveneens naar de snelle IT-ontwikkelingen en het gebrekkig toezicht door en de afwezigheid van een dwingende overheid.
Omdat deze problematiek de nationale grenzen overstijgt, kijken jullie naar het supranationaal niveau. Jullie kijken naar Europa. Jullie zijn overtuigd van het belang van de Europese Unie. Enkel de EU draagt in zich de kracht om op te boksen tegen die multinationals, die staten tegen elkaar uitspelen ter wille van hun eigen grote profijt. Het doet deugd eindelijk nog eens een pleidooi voor de Europese Unie te mogen lezen.
Toch kijken jullie in het zoeken naar een oplossing niet enkel naar de politiek. Jullie beseffen dat ook de media hierin een verantwoordelijkheid heeft. Jullie zien hoe het medialandschap wordt geconfronteerd met uitdagingen. Jullie zien hoe de media met die nieuwe uitdagingen worstelt. Die worsteling zal uiteindelijk resulteren in het heruitvinden van de media. In het herpositioneren van de media. Jullie zien al enkele lichtpuntjes. Lichtpuntjes, die noodzakelijk zijn om een overtuigende stem te laten horen in dit noodzakelijke debat.
Ik schreef over het centrale thema in jullie boek. Dat is niet het enige pad dat jullie bewandelen. Jullie slaan al eens een zijweggetje in. Om kort te ventileren over andere thema’s. Zo schrijven jullie over het klimaatdebat. Over de bankencrisis. Over de spreekwoordelijke draaideur tussen politiek en bedrijfsleven. Over de Brexit. Over de gele hesjes. Over de nieuwsredacties. Over privatisering. Ook op die zijweggetjes heb ik jullie met plezier gevolgd. Ook op die zijweggetjes was het heerlijk vertoeven met jullie. Want ook in die kleinere thema's laten jullie interessante ballonnetjes op.
Beste Joris. Beste Kees. In uw boek citeert u Cees Buddingh. Deze zei dat men moet denken als een pessimist en handelen als een optimist. U schrijft op een gelijkaardige manier. Jullie zien de vele problemen. Problemen, die soms onoverkomelijk lijken. Maar toch zien jullie net zozeer oplossingen. Oplossingen die jullie aanreiken in jullie boek. Daarom meen ik dus een optimistisch boek gelezen te hebben. Als besluit zou dat van mijnentwege nogal magertjes uitvallen. Door enkel te zeggen dat jullie boek optimistisch is zou ik jullie boek oneer aandoen. Dat wil ik niet. Net daarom mag het wat meer zijn. In jullie boek las ik een heldere analyse waarin de juiste vragen werden gesteld. Waarin gezocht werd naar adequate oplossingen. Voor dit overtuigende, uitdagende en inspirerende denkwerk wil ik jullie danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties