Nachtvorst, gezien in de Nieuwe Melac. Brief aan Die Verdammte Spielerei.

Gepubliceerd op 7 februari 2019 om 07:37

Beste Stefaan,

Beste Bjorn,

Beste Pieterjan,

Beste Roeland,

Beste Ruben,

Beste Thomas,

 

Ik had u al enkele keren aan het werk gezien. Op de Gentse Feesten. Toevallige ontmoetingen. Nooit gepland. Wij liepen elkaar tegen het lijf. Wij botsten tegen elkaar op. Ondanks die frontale ‘aanrijding’ hadden wij u kunnen negeren. Wij hadden gewoon kunnen doorgaan. Doorgaan naar het volgende podium. Naar het volgende café. Naar het volgende terrasje. Om één of andere reden gebeurde dat niet. Elke keer gingen wij niet meteen uit elkaar. Wij bleven hangen. Telkenmale wist u ons te verleiden toch nog even te blijven. Toch niet meteen weg te gaan. Die enkele ontmoetingen wisten te bewerkstelligen dat wij uw band gingen vereenzelvigen met entertainment. Entertainment van een hoog niveau. Die Verdammte Spielerei stelden wij gelijk met plezier. Met leute. Met ambiance. Die Verdammte Spielerei werd in onze ogen de ideale feestfanfare. De perfecte feestfanfare.

 

Ik had u nog maar enkel op straat ontmoet. In een theater had ik u nog niet gezien. Dat kon ook niet. Dat hoorde ook niet. Althans, zo dacht ik. Een theater zou te beklemmend werken. Vrijbuiters laten zich niet inkapselen. Vrijbuiters hebben nood aan absolute vrijheid. Een theater stelt grenzen aan die vrijheid. Regeltjes, u weet wel. Ik had u al gezien. U hebt lak aan regeltjes. Een theater leek mij daarom niet de juiste omgeving voor een anarchistische bende. En toch. De wonderen zijn de wereld niet uit. Zaterdag zakte ik af naar de Nieuwe Melac. In Zwijnaarde bracht u uw nieuwste voorstelling Nachtvorst op de planken.

 

Die zaterdagavond was ik misschien wel zenuwachtiger dan u. Ik vreesde dat u niet zou lukken in de omschakeling van straat naar theater. Het theater vraagt een verhaal. Vraagt om een begin en een einde. Ik was bang dat u niet zou slagen in die oefening. Dat die omschakeling faliekant zou mislukken. Daarom was ik dus zenuwachtig. Want ik wou u niet zien ondergaan. Ik wou u zien zegevieren. Ik wou dat u een beste show zou brengen. Alleen, ik twijfelde. Die twijfel voedde mijn nervositeit.

 

Van zenuwen leek u geen last te hebben. Nog vóór het eigenlijke begin van de voorstelling liep u door de zaal. Alsof u de temperatuur wou meten. Alsof u met eigen ogen wou zien welk vlees u in de kuip had. U grapte. U grolde. U nam uw rol als gastheer vrij serieus. U heette ons welkom. U stelde ons op ons gemak. Het zou een fijne avond worden. Dat beloofde u. Die korte intro deed mijn aanvankelijke voorbehoud smelten. Als sneeuw voor de zon. Ik werd rustig. Geen zenuwen meer. Plots wist ik het zeker. Het zou goed worden. Hoe goed? Op die vraag kon ik nog niet antwoorden. Daarvoor moest ik nog even wachten.

 

Wat ik gevreesd had dat u niet zou lukken, lukte u wonderwel. U bracht een verhaal. Met u in de rol van nachtvorst. U vertelt wat er gebeurt na de voorstelling. Na de voorstelling gaat het feestje gewoon door. Op een andere locatie. Het danscafé. De bruine kroeg. De donkere kroeg. U neemt niet enkel deel aan dat nachtleven. U doet meer. U observeert. Uw dronkemansvrienden. Hun gewoontes. Hun maniertjes. U ziet het. U vertelt het. U maakt ons deel van uw observaties.

 

Niet enkel brengt u een ode aan het nachtleven. Aan het echte leven. Tevens zingt u een lofzang op die ene onafscheidelijke vriend van de nachtbraker. De pint. Het bier. De alcohol. U verkettert die alcohol niet. U plaatst die alcohol niet in het verdomhoekje. Integendeel. U dicht die alcohol een heilzame werking toe. Het brengt mensen samen. Het verenigt mensen. U gaat zelfs nog een stapje verder. Alcohol zou in zich de belofte op wereldvrede dragen. Als wij het ook maar heel even zouden willen. Als wij het ook maar heel even zouden proberen.

 

Ik luister naar uw verhaal. Een verhaal waarmee u niet meteen het gezicht van de nieuwste BOB-campagne zal worden. Dat hoeft ook niet. In de setting van het theater mogen al eens andere geluiden klinken. Mogen al eens andere meningen geventileerd worden. Die botsing met de grote waarheden maakt uw verhaal net interessant. Het daagt uit. Het relativeert. Uw verhaal doet wat het moet doen met die grote waarheden. U doet die waarheden lichtjes wankelen. Zoals het hoort. Zoals het moet. Grote waarheden moeten op los zand gebouwd zijn. Want te grote zekerheden kunnen gevaarlijk zijn. Daarom is uw relativerend toontje best wel heilzaam. Even goed doorzakken met vrienden, het moet kunnen. Zonder enig schuldgevoel. Zonder een vermanend vingertje.

 

Uw verhaal is niet rechtlijnig. Maar laat mij u geruststellen. Dat stoort niet. U laat zichzelf toe van het uitgestippelde pad af te dwalen. U maakt al eens een zijsprongetje. Toch zijn die zijsprongetjes van eenzelfde hoog niveau als het eigenlijke verhaal. U kronkelt langs zijwegeltjes om altijd weer terug te komen bij dat ene hoofdpunt. Dat ene thema. Het thema van de vriendschap. Het thema van het nachtleven. Jawel, het nachtleven is zo veel intenser als het kan beleefd worden met vrienden. Die mening deelt ook u. Alhoewel. Aan het einde van de voorstelling gaat u twijfelen. Het voortbestaan van Die Verdammte Spielerij blijkt plots niet meer zo evident te zijn. U denkt aan een solocarrière. Een nieuwe artistieke uitdaging, zo noemt u het. Want u hebt vele talenten. In een bijzonder hilarisch stukje demonstreert u die talenten.

 

Bij het begin van de voorstelling had u het beloofd. Het zou goed worden. Aan het eind van de voorstelling kan ik enkel besluiten dat u die belofte op meer dan overtuigende wijze hebt ingelost. Toch heb ik in al mijn loftuitingen één ding over het hoofd gezien. Eén iets heb ik nog niet vermeld. Toch moet ook dat gebeuren. Omdat zij de dragende kracht zijn van uw verhaal. Het fundament. Ik wil het hebben over uw vrienden. De muzikanten. Zij ondersteunen uw betoog. Soms voluit. Soms ingetogen. Toch ondersteunen zij niet enkel. Zij laten ons even op adem komen. Hun muzikale intermezzo’s laten dat toe. Wij kunnen even achterover leunen. Niet langer meer balanceren op het puntje van de stoel.

 

De muzikanten zorgden ook voor het meest emotionele moment van de avond. Samen met u. Samen brachten jullie die hit van Johan Verminnen. Laat me nu toch niet alleen. Nooit eerder hoorde ik een mooiere interpretatie. Die breekbaarheid was bijna uniek. De krop in de keel, dat had ik. Ik interpreteerde het als een ode aan de vriendschap. Een ode aan uw vrienden. Aan die aparte kliek. Aan Die Verdammte Spielerei. Dat besef ontroerde. Net als iedereen bent u geen beer. Net als iedereen bent u een grote jongen met een klein hartje. Alleen kan u dat iets beter verbergen.

 

Beste Stefaan. Beste Bjorn. Beste Pieterjan. Beste Roeland. Beste Ruben. Beste Thomas. U bezorgde mij een fantastische zaterdagavond. Een hilarische zaterdagavond. Een dolkomische zaterdagavond. Ik heb gelachen. Ik heb gebulderd van het lachen. Vaak en veel. Er wordt wel eens gezegd dat lachen gezond is. U zorgde er voor dat ik als een meer dan gezond mens die zaterdagse nacht instapte. Voor die gezondheidskuur wil ik u uitgebreid danken. Het deed deugd. Meer dan deugd.

 

Met vriendelijke groeten.

Die Verdammte Spielerei:

Speellijst.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.