Beste Arno,
Beste Rob,
Ik moet bekennen, televisiegewijs hink ik achterop. Te veel te zien op te weinig tijd. De zomerse televisiestilte staat mij toe om die achterstand op te halen. Zodat ik met een propere lei kan beginnen aan het nieuwe televisieseizoen. Pas vorige week zag ik zo de aflevering van Bargoens waarin u werd geïnterviewd naar aanleiding van uw documentaire The toughest footrace on earth. U moet mij excuseren, die documentaire was aan mij voorbijgegaan. Mijn vrouw had het wel opgepikt. Zij wist mij te vertellen dat De Standaard uw documentaire beloonde met vijf sterren. Het maximum. Ik kon het moeilijk geloven. Vijf sterren? Ik zocht het nog even op. De app van De Standaard bracht mij bevestiging. Vijf sterren. Uw documentaire werd meteen bijgeschreven op het NTK-lijstje, waarbij NTK staat voor Nog Te Kijken.
Nu zou u kunnen denken dat het enkel die sterrenwaardering is die mij tot uw documentaire bracht. Zo is het niet. Want ik had nog een andere reden. U bent mij niet onbekend. Ik zie u passeren op mijn sociale media. U verschijnt wel eens op televisie. Telkens ik u zie, verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Dat heeft zo zijn gevolgen. De manier waarop u in het leven staat, gekoppeld aan uw positivisme, maakt in mij een warme sympathie voor uw persoon wakker. Het is bovenal die warme sympathie die mij deed kijken.
Voorbije zondag was het rustdag. Zaterdagavond stond ik nog op de Lokerse Feesten. Voor Soulwax. Het feestje duurde tot 2.30 uur. Om 3.30 uur lag ik in mijn nest. Gezien mijn leeftijd vraagt het recupereren van een nachtje uit net wat meer tijd. Daarom, zondag rustdag. Ideaal dus om de documentaire te zien. Ik installeer mij. Ik maak het mij comfortabel. Alles wat ik meen nodig te hebben de volgende twee uur heb ik rondom mij verzameld. Ik ben klaar. Klaar om met u af te reizen naar Marokko. Voor de wereldberoemde en alom gevreesde Marathon des Sables.
Om de kijker mee te geven wat die marathon exact is, gaat u even langs bij ultrasporter Karel Sabbe en programmamaker Tom Waes. Beiden liepen die marathon. Zij vertellen wat u te wachten staat. Het wordt een helletocht. Lijden zal centraal staan. Het lijkt alsof zij u wakker schudden en u doen twijfelen aan de haalbaarheid van uw project. Want u bent nauwelijks voorbereid. Slechts zes maanden van begeleide training, die dan nog eens wordt gehypothekeerd door kwetsuren. Velen hadden er de brui aan gegeven. U niet. U zet door.
Ik kijk naar een marathon. Alleen, dat is een understatement. Het mag wat preciezer. Ik kijk naar een zesdaagse ultraloop van maar liefst 250 kilometer dwars door de Marokkaanse Sahara. Dat op zich zou een uitdaging kunnen genoemd worden. Maar er is meer. Veel meer. Elke deelnemer moet zijn eigen bagage op de rug dragen. Temperaturen boven de veertig graden zijn eerder regel dan uitzondering. Overnachten gebeurt in open tenten waardoor zandstormen vrij spel krijgen. Al die dingen samen brengen bij mij één ding teweeg, ik sta aan uw kant. Ik zal u vooruit schreeuwen. Ik zal mijn hand op uw rug leggen en u de zandduinen opduwen. Ik zal u moed inspreken in uw mentale dipjes. Jawel, vanuit mijn luie zetel ben ik betrokken. Een documentaire, waarin de kijker zich betrokken voelt? Dat is goede televisie.
Toch zijn het niet enkel u en die uitzonderlijke omstandigheden die mij betrokken doet voelen. U voegt extra ingrediënten toe. U bent niet enkel gefocust op u zelf. U laat de camera uitzoomen. Waardoor wij mogen kennismaken met andere deelnemers. Andere deelnemers met elk hun eigen (soms apart) verhaal. Gekke mensen, denk ik. Waarbij ik er onmiddellijk aan toevoeg, warme mensen. In die warme gemeenschap dring ik geleidelijk door. Ik voel mij opgenomen door die gekke Belgen, die u telkens aanmoedigen bij aankomst. Die u bij vertrek bemoedigend toespreken. Ik voel mij deel uitmaken van die MDS-medewerkers, die werkelijk om u bekommerd zijn. Ik kijk naar die grote zandbak en dikwijls keert die ene gedachte terug: hoe goed zou het zijn om dat unieke en warme groepsgevoel te laten doorsijpelen in onze maatschappij. Het zou mooi zijn. Maar dan denk ik dat dit aparte groepsgevoel enkel tot bloei kan komen in die Marokkaanse Sahara. Dat verlangen naar een warme gemeenschap is tegelijk ook één van de redenen waarom ik mij vastklik aan uw documentaire.
Nog één hoofdrolspeler dien ik te benoemen. Dat is de Sahara zelf. De schoonheid. De uitgestrektheid. De leegheid. Ik weet niet of u voldoende tijd of zin had om dat alles ten volle in u op te nemen. Ik had dat wel. Ik keek om mij heen. Ik zag die unieke pracht. Het leek alsof ik midden in de woestijn stond. Dat kan onmogelijk lijken. Toch is het zo. Dat het toch mogelijk is, kan enkel de verdienste zijn van de filmploeg. Want zij brengen al die aparte stukjes samen tot één prachtig geheel. Waardoor het meer wordt dan enkel het verhaal van een marathon. Het wordt het verhaal van twee broers. Een oudere broer tegenover een jongere broer. Een jongere broer tegenover een oudere broer. Twee broers te midden van uitzonderlijke omstandigheden. Het is heerlijk om hiernaar te mogen kijken. Te kunnen kijken. Ik kijk naar die aparte wereld, waarin alles in scherp contrast staat met die hardere wereld, waarin wij dagelijks staan. Het kan misschien vreemd klinken, maar uit uw beelden put ik troost. Troost voor de rauwe werkelijkheid.
Beste Arno. Beste Rob. Bij aanvang van de documentaire dacht ik dat die vijf sterren van De Standaard toch lichtjes overdreven moesten zijn. Na het zien van de documentaire weet ik dat die vijf sterren slechts het minimum waren. Hat was meer. Veel meer. Het was alles wat ik bij aanvang nooit had durven verwachten. Het was intens. Het was grappig. Het was aangrijpend. Voor die buitengewone kijkervaring wil ik u danken. Van ganser harte. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.


Reactie plaatsen
Reacties