Beste Dimitri,
Beste Han,
Beste Nico,
Beste Stijn,
Beste Thomas,
De coloribus et de gustibus non est disputandum. U zou kunnen kennen dat ik in navolging van onze Grote Leider graag Latijnse spreuken rondstrooi. Om op die manier bewijs te leveren van mijn inbedding in de Vlaamse potgrond. Dat is het niet. Die spreuk vond ik passend bij uw nieuwste album, How does it feel to be wrong all the time. Al te vaak worden hevige discussies over smaken en kleuren afgesloten met die woorden. Omdat de meningsverschillen te groot zijn. Omdat diezelfde meningsverschillen niet kunnen overbrugd worden en elkeen op zijn startpositie blijft. Die enkele woorden moeten dan een uitweg bieden. Over uw album dient er evenwel niet gediscussieerd te worden. Soms is het kraakhelder. Zo kraakhelder dat iedereen het moet zien. Eigenlijke schoonheid wordt door iedereen erkend. Schoonheid hoeft niet gedefinieerd te worden. Want net door het definiëren zou schoonheid al te zeer worden ingeperkt. Schoonheid moet ervaren worden. Moet gezien worden. Moet gehoord worden. Dat is wat ik had met uw nieuwste album. Uw nieuwste album is schoonheid. Is pure schoonheid.
De eerste single uit uw nieuwste album had mijn aandacht getrokken. U was mij onbekend. Ik dacht met debutanten te maken te hebben. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat ik u nog niet eerder had opgemerkt. Ik diende evenwel vast te stellen dat u al een leven had vóór het nieuwste album. U bestaat al tien jaar. Ik kreeg het schaamrood op mijn wangen. Tien jaar en nog nooit eerder had ik jullie opgepikt. Hiervoor zou ik boete moeten doen. Om op die manier vergeving af te smeken.
Tien jaar terug debuteerde u met Forgotten Clothes. Drie jaar later verschijnt The Me in You en in 2018 wordt The music of Stuart Conroy op de wereld losgelaten. Intussen schreef u de begintune voor Dagelijkse Kost. Want Jeroen Meus blijkt een fan te zijn. Uw werk kreeg lovende commentaren in de Humo. Op Stubru. Op Radio 1. U stond op Pukkelpop. U speelde in de gekendste zalen in België en Nederland. Om dan dit jaar uw vierde album uit te brengen, waarvan ik dacht dat het uw debuutalbum was.
Ik schreef het al, uw nieuwste album is een perfecte illustratie van wat schoonheid behoort te zijn. Indien mij zou gevraagd worden een definitie van schoonheid te geven, zou ik mij niet verliezen in woorden. Ik zou aan de vraagsteller uw album overhandigen. Als antwoord zou dat moeten volstaan. Omdat in uw album alle facetten van schoonheid verborgen zitten. U gelooft mij niet. Sta mij toe het enigszins te verduidelijken. In de volle wetenschap dat in die poging onvolledigheid zonder enige twijfel om de hoek zal kijken.
In eerdere recensies las ik verwijzingen naar Talk Talk. Naar The Blue Nile. Naar Peter Gabriel. Naar Brian Eno. Ik zal geen namen toevoegen. Wat ik wel zal schrijven, is dat uw werkstuk de perfectie benadert. Uw werkstuk komt akelig dicht bij perfectie. Het is mij onmogelijk één favoriet uit het nummer aan te wijzen. Omdat het niet hoort. Het album is een totaalalbum. Er één nummer als favoriet uitpikken, zou het album uit balans brengen. Net die juiste balans is de grootste kracht van het album. Vanaf het eerste nummer trekt u mij uw wereld binnen. Een wereld die ik pas zal verlaten bij het laatste nummer. Eerder weggaan kan ik niet. Wil ik niet. U houdt mij vast. U houdt mij binnen. Uw klanken, resultaat van uw vakmanschap, nopen mij te blijven.
Intussen heb ik uw album al meerdere malen beluisterd. Telkens gebeurt het weer. Ik luister en droom weg. In dat dromen is uw muziek de leidraad. Die muziek gidst mij door werelden, die ik nog niet eerder heb bereisd. Het zijn nieuwe ontdekkingen. In het leven geroepen door uw hand. U staat mij toe die ontdekkingen te exploreren. U staat mij toe dieper te graven in die ontdekkingen. Om telkens weer iets nieuws te ontdekken. Om na het laatste nummer uit die droom te stappen en te beseffen dat ik mij iets rijker mag noemen. Niet rijker in geldelijke waarde. Wel rijker in muzikale beleving.
Uw muziek is breekbaar. Puur. Uw muziek is melancholisch. Hartverwarmend. Uw muziek is stil. Intiem. Mij daarin te mogen wentelen, is een voorrecht. Is een genot. Uw muziek werkt verslavend. Doet mij teruggrijpen naar dat album. Vele malen. Terwijl ik luister naar die bijna hemelse muziek, durf ik mij af te vragen hoe die muziek kan vertaald worden naar een podium. Een vertaling waarbij het noodzakelijk is dat alle gelaagdheden van het album op het podium behouden blijven. Dat blijkt mij een uitdaging te zijn. Ik hoop u dus ooit eens te kunnen zien. Live. Op een podium. Om dan te kunnen vaststellen dat u op een podium dezelfde emoties kan oproepen als u op het album doet. Muzikale meesters als u kunnen dat. Naar die confrontatie kijk ik alvast uit. Ergens, in België.
Beste Dimitri. Beste Han. Beste Nico. Beste Stijn. Beste Thomas. U was mij onbekend. Tot kort geleden. Die onbekendheid behoort nu tot het verleden. Daar kan ik enkel blij om zijn. U deed mij begrijpen wat artistieke schoonheid is. Van dat bestaan leverde u het overtuigende bewijs. Ik wil u danken voor dit muzikale pareltje. Dit album zal ik koesteren. Dit album zal ik bovenaan mijn lijst van absolute favorieten zetten. Dit album zal ik aan iedereen aanraden. Omdat het zo verdomd goed is. Bedankt dus. Van harte bedankt.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties