Beste Colson,
Er zit meer in een liedje dan je denkt. Aan dat liedje van Samson en Gert moest ik denken na het lezen van uw boek. U hoeft hierin geen verwijt te lezen. Net zomin hoeft u hierin een kwalificering te lezen van uw literaire kwaliteiten. Dat alles is geenszins mijn bedoeling. U moet weten, ik ben een nette jongen. Beschimpen is niet aan mij besteed. Daaraan verspil ik geen energie. Positieve vibes, dat is waarin ik grossier. Met mijn verwijzing naar dat ene liedje had ik dus andere bedoelingen. Laat het mij verduidelijken. Zodat u het lezen van deze brief op een meer rustige en meer positieve manier kan verderzetten.
Uw boek zou kunnen gelezen worden als een misdaadroman. Ray Carvey, het hoofdpersonage uit uw boek, is erfelijk belast. Zijn vader was beroepscrimineel. In de voetsporen van zijn vader wil Ray niet treden. Hij wil op het rechte pad blijven. Hij wil een brave burger zijn. Een burger die leeft en handelt volgens de wetten. Via zijn meubelzaak wil hij ‘the american dream’ realiseren. Dat blijkt niet zo gemakkelijk te gaan. U schetst een beginnend ondernemer die het moeilijk heeft overeind te blijven. Die het moeilijk heeft om aan het eind van elke maand toch nog iets over te houden. Bijklussen lijkt dan een oplossing te bieden. Heden ten dage zouden wij spreken van een flexi-job. Toch is er een kleine bijkomstigheid aan dat bijklussen. Ray vult dat bijklussen nogal in langs familiale, criminele kantjes. Het helen van goederen moet elke maand financieel wat draagbaarder maken. Die goederen zouden van een vrachtwagen gevallen zijn. Zo wordt verschonend en vergoelijkend gesproken over dat handeltje.
Dat bijklussen brengt Ray al vrij snel in moeilijke papieren. Een uitweg moet gevonden worden. Terwijl Ray die uitweg zoekt, gaat het op zakelijk gebied vrij goed. Hij breidt zijn winkel uit en verhuist naar een meer chique buurt. Een buurt waar hij zijn vrouw en kind een woning kan bieden, waarop zij recht hebben. Een woning, waarvan hij steeds gedroomd heeft. Naar de buitenwereld lijkt Ray de succesvolle ondernemer. Toch wordt hij door een aanvankelijke deal dieper en dieper het criminele moeras ingetrokken. Een moeras waaraan hij zich toch via zijn aangescherpte overlevingstechnieken weet te onttrekken. Die persoonlijke strijd weet u op schitterende wijze te schetsen.
Bij dat verhaal moet ik denken aan Francis Ford Coppola denken. Of aan Ethan en Joel Coen. Eén van deze regisseurs moet dit misdaaddrama, dat zich afspeelt in Harlem – New York, verfilmen. Het zou een succes worden. Jawel, ik zelf zou ook gaan kijken. Om dan aan het eind van de film opnieuw te moeten zeggen dat het boek toch veel beter was. Want zo is het vaak. Zo is het veelal.
Maar we moeten terug naar Samson en Gert. Want net zoals er in een liedje meer zit dan je denkt, zit er ook in uw boek meer dan je denkt. Jawel, wij hebben de misdaadroman. Maar u doet meer dan enkel dat verhaal vertellen. Met dit boek keert u terug naar dat ene thema dat ook in uw vorige boeken de hoofdrol speelde. Dat thema is racisme. Uw verhaal plaatst u in de jaren 1959 tot 1964. U schrijft over politiegeweld. U schrijft over de beweging voor rassengelijkheid. U schrijft over plunderingen. U schrijft over de Harlem Riots. In die tijdsgeest tracht Ray, een zwarte ondernemer, zijn Amerikaanse droom te realiseren. In het realiseren van die droom moet hij opboksen tegen corrupte agenten. Tegen een witte elite, die die de schone schijn ophouden maar achter de schermen vervellen tot witteboordcriminelen.
U legt de tweedeling van een stad op schitterende wijze bloot. U schetst een zwart New York. U schetst een wit New York. En de kloof tussen beide is immens breed. Is immens diep. Terwijl in Harlem wordt geplunderd en geprotesteerd, laten bezoekers zich op de Wereldtentoonstelling in Queens verleiden door de beelden van een nieuwe en schitterende toekomst. Die tegenstelling stelt alles scherp. In die tegenstelling wordt alles duidelijk. Toch is het niet enkel die raciale scheidslijn waarop u scherp stelt. Net zozeer belicht u de verschillen binnen de zwarte gemeenschap. Want die zijn er. Dat mag Ray aan den lijve ondervinden. Zijn schoonvader heeft een lichtere huidskleur dan Ray. Dat valt moeilijk bij de schoonvader. Steeds weer laat de schoonvader in gesprekken doorschemeren dat Ray een mislukkeling is. Dat hij maar een meubelmaker is. De schoonvader zegt het niet letterlijk maar in alles moet duidelijk zijn dat de dochter onder haar stand is getrouwd.
Al die gegevens dwingen Ray succesvol te zijn. Alsof hij zich dient te bewijzen. Alsof hij zich dient te verrechtvaardigen. Tegenover het witte New York. Tegenover het zwarte New York. Tegenover de witte elite. Tegenover zijn lichter gekleurde schoonvader. Dat dwingt hem stappen te zetten die hij anders misschien niet gezet had. In een andere, meer rechtvaardige en gelijkere wereld was het heel misschien anders gelopen. Gemakkelijker. Vlotter.
Misschien moet u bij de verfilming van uw boek toch maar denken aan Spike Lee. Ik geef het u mee ter overweging. Het staat u vrij te doen wat u wenst. Uiteraard.
Ik las De ondergrondse spoorweg. Ik las De jongens van Nickel. Ik las nu Harlem Shuffle. Heel even ging ik twijfelen. Omdat ik ging vergelijken met uw vorige werk. In uw vorige werk was uw aanklacht helder en duidelijk. In uw nieuwste boek verpakt u die aanklacht subtieler. Terwijl in uw vorige boeken verhaal en aanklacht op gelijke hoogte stonden lijkt het verhaal in uw nieuwste boek de bovenhand te hebben. Maar dat is slechts schone schijn. U nodigt de lezer uit de aanklacht zelf te ontdekken. Via Ray. De lezer moet zelf aan de slag. U geeft het de lezer niet kant en klaar in het handje. Daarin schuilt misschien het grootste verschil.
Beste Colson. Alweer moet ik u bedanken. Nu reeds voor de derde keer. Alweer moet ik erkennen dat u een meesterverteller bent. Alweer moet ik erkennen dat u een literair vakman bent. Dit boek is alweer een voltreffer. U weet als geen ander hoe u de lezer moet verleiden. Hoe u de lezer moet verleiden in het verhaal te stappen. Hoe u de lezer moet verleiden het verhaal te beleven. Ik liet mij gewillig verleiden. Omdat ik wist tot wat u in staat was. Tot wat u in staat bent. Ik las een fantastisch mooi boek. Ik liet mij terug flitsen naar hevige en intense tijden. Voor die tijdsreis wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties