Uitgelezen: Raam, sleutel. Brief aan Robbert Welagen.

Gepubliceerd op 23 maart 2022 om 07:51

Beste Robbert,

 

Ik had uw vorige boek Antoinette gelezen.  Ik was behoorlijk zwaar onder de indruk.  U had een prachtprestatie geleverd.  U had mij weten te raken.  Dat is toch hetgeen waarop een lezer altijd hoopt.  Geraakt te worden door een boek.  U was daarin geslaagd.  Met grootste onderscheiding.  Enkele weken terug las ik uw nieuwste boek Raam, sleutel.  Ik kan u zeggen, de verwachtingen waren hooggespannen.  Altijd bestaat de mogelijkheid dat verwachtingen niet gehaald worden.  Bij u was die mogelijkheid bijna onbestaande.  Ik had het volle vertrouwen in u.  In u draagt u het meesterschap om dat kunstje nog eens te herhalen.  Ik besef, dat klinkt te weinig respectvol.  Dat klinkt te eenvoudig.  Laat het mij daarom herformuleren.  U beheerst de kunst van het schrijven tot in de finesse.  Uw vakkennis moest u opnieuw tot een hoogtepunt kunnen brengen.  Dat is was ik dacht.  Dat is wat ik verhoopte.  Met veel plezier en evenzoveel goesting ging ik aan het lezen.

 

U schrijft over de grote levensthema’s.  Over de liefde.  Over de dood.  U schrijft over het verlies van een liefde.  Een man sterft.  Een vrouw blijft achter.  Dat is wat men noemt een heel bondige samenvatting van een boek.  Een samenvatting dat voorbijgaat aan alle nuances.  Aan alle mogelijke schakeringen.  Die al te korte samenvatting doet de meerdere lagen van het boek verdwijnen.  Dus neen.  Er moet meer verteld worden in deze brief.  In deze brief moet meer geschreven worden. 

 

Een schrijfster, Karlijn, wordt geïnterviewd.  Over haar debuutroman.  Zij wordt geïnterviewd door een journaliste, Hanna.  Het interview wordt een ontmoeting.  De ontmoeting wordt een gesprek.  Een gesprek dat doorgaat na het interview.  Dat had het kunnen zijn.  Maar dat deed het niet.  Een verhaal heeft nood aan verwikkelingen.  Die creëert u. 

 

Tijdens het interview is er de handoplegging.  Geen handoplegging in bijbelse termen.  Wij hoeven ons niet te wenden tot het Oude Testament.  Noch tot het Nieuwe Testament.  Niks van dat alles.  Eerder moeten we de handoplegging interpreteren in amoureuze termen.  Die liefdevolle aanraking is niet vrijblijvend.  Karlijn is behoorlijk onder de indruk.  Door die handoplegging is Karlijn van de wijs gebracht.  Met een hele reeks gevolgen.  Een raam dat openstaat.  Een deur die dichtslaat.  Een sleutel die binnenligt.  Het raam.  De sleutel.  Raam, sleutel.  Wij komen uit bij de titel van uw boek.  Alles valt ineen.  Alles valt op zijn plaats.

 

Plotseling verandert alles.  Een vrouw blijft alleen achter.  Karlijn blijft alleen achter.  Een ongeval doet de liefde van haar leven, Arne, verdwijnen.  Plotseling moet Karlijn wisselen van rol.  Zij is niet langer een vriendin.  Niet langer de geliefde.  Voortaan is zij een nabestaande.  Zo wordt zij gezien.  Zo wordt zij behandeld.  In die rol wordt zij gedwongen.  Wie achterblijft, is een nabestaande.  Zo is het altijd geweest.  Zo zal het altijd zijn.

 

Door het overlijden zijn wij niet langer getuige van een liefdesverhaal.  Plotseling worden wij getuige van een rouwproces.  Een rouwproces dat zich niet laat leiden door een vooraf uitgeschreven scenario.  Het komt.  Het overrompelt.  Het confronteert.  Het stelt vragen.  Een volledig leven wordt overschouwd.  Wordt herbekeken.  Waarbij wij telkens uitkomen op dat laatste moment.  Dat laatste moment waarop Karlijn en Arne nog samen waren.  Zonder het besef dat die momenten de allerlaatste waren.  Zij moet vaststellen dat die momenten achteraf zo onbenullig leken.  Die momenten droegen in zich geen hogere betekenis.  Enkel een gesprek over een vogelbekdier.  Kan het nog banaler? Een leven samen dat eindigt bij een vogelbekdier.

 

Met het overlijden kent de tijd een breekpunt.  Er is een tijd voor het interview.  Er is een tijd na het interview.  Alle plannen die ooit samen waren uitgedacht, moeten herbekeken worden.  Dingen die zouden komen, zullen nooit meer komen.  Een nieuwe toekomst moet uitgetekend worden.  Een nieuwe toekomst, niet met maar zonder.  Hetzelfde geldt voor gesprekken, die nooit meer zullen gevoerd worden.  Enkel in het hoofd zullen die gesprekken nog klinken.  Geen enkel tastbaar bewijs.  Alleen.  Zo staat Karlijn voortaan in het leven.  Niet Karlijn van Arne.  Niet Karlijn met Arne.  Karlijn.  Gewoonweg Karlijn.  Zo zal het zijn.

 

Alles wordt herdacht.  Alles wordt herbekeken.  Karlijn weigert te geloven dat Arne dood is.  Zij denkt andere verhaallijnen uit.  Met een andere afloop.  Met een positieve uitkomst.  In al die verhaallijnen leeft Arne nog.  Daarom weigert Karlijn naar de begraafplaats te gaan.  Omdat Arne daar niet is.  Arne is in de stad.  Op de fiets.  Arne is op weg naar Karlijn.  Zo moet het zijn.  Zo hoort het te zijn.  Dat zou de normale gang van zaken moeten zijn.  Omdat het zo altijd is geweest.  Arne kan dus niet in een put liggen.  Niet onder de grond.  Niet op een rij.

 

Karlijn herbekijkt niet enkel die fatale afloop.  Zij gaat ook dat interview herbekijken.  Dat interview dat alles in gang stak.  Zij stelt zich de vraag of zij zich schuldig moet voelen.  Schuldig omdat die ene aanraking een dergelijke indruk naliet.  Zij weet niet meer wat te denken.  Zij stelt zichzelf de vraag of Hanna een geliefde zou kunnen zijn.  Want na het overlijden van Arne laat Karlijn toe dat die aanvankelijke gevoelens voor Hanna meer worden.  Zij begint een relatie met Hanna.  Een niet zo evidente keuze.  Want twijfel knaagt aan de relatie.  Twijfel dat vermengd wordt met een schuldgevoel.  Moet Karlijn zich schuldig voelen over wat zij toen voelde en wat het in gang zette? Is Hanna de ideale afleiding? Is Hanna iemand met wie zij de schuld kan delen? Is Hanna iemand op wie zij de schuld kan overdragen? Is Hanna een mededader of toch eerder een geliefde?

 

Binnen die zich ontwikkelende relatie is er dat gevecht om de eigen persoonlijkheid terug te verwerven.  Terug te worden wie zij aanvankelijk was.  Terugkeren naar de vrouw die zij was vóór het interview.  Die afstand tussen haar nieuwe ik en haar oude ik lijkt evenwel niet meer te overbruggen.  Het lijkt alsof zij van de overkant kijkt naar zichzelf.  Naar een vreemde vrouw die aan de andere kant staat.  Zij lijkt van die vrouw vervreemd.  Maar dan is er dat moment.  Een moment van luciditeit.  Een moment van helderheid.  In een museum krijgt zij die plotse inval.  Zij zal een nieuw boek schrijven.  Een nieuw verhaal.  In dat verhaal zou zij de vrouw die zij de afgelopen tijd geweest was achterlaten.  In dat verhaal zou zij afscheid nemen.  Zij zou verder kunnen.  De helende kracht van het schrijverschap, dat zou redding brengen.

 

In nauwelijks tweehonderd pagina’s laat u vele thema’s samenkomen.  De liefde.  Het leven.  De dood.  De literatuur.  De aantrekkingskracht.  In een wervelend verhaal zet u achter al die thema’s een vraagteken? Want geen van die thema’s is evident.  Elk van die thema’s gaat wankelen in een bepaalde context.  U schept die context.  U doet die thema’s wankelen.  Dat is heerlijk.  Want u dwingt de lezer een antwoord te zoeken op die vraagtekens.  U dwingt de lezer die vraagtekens ook in zijn leven te zoeken. 

 

Uw boek heeft vreemde dingen met mij gedaan.  Ik weiger het met mijn vrouw ooit te hebben over een vogelbekdier.  Dat heb ik mij voorgenomen.  Ik wil het ongeluk niet over mij afroepen.  Ik heb mij nog andere dingen voorgenomen.  Ik heb mij voorgenomen elke morgen en elke avond te zeggen dat ik mijn vrouw graag zie.  Dat deden wij al.  Maar u herinnert mij aan de kracht van die woorden.  Aan de betekenis van die woorden.  Voortaan zal ik die woorden nog voller laten klinken.

 

Beste Robbert.  De verwachtingen waren hooggespannen.  Dat schreef ik reeds.  Maar u hebt die op sublieme wijze ingelost.  U schonk mij alweer een pareltje.  Een pareltje, waarin ik kon wegzinken.  Waarin ik kon verdwalen om telkens toch weer de uitgang te vinden.  U schonk mij een verhaal.  U schonk mij een wereld.  Alweer deed u waarop een lezer hoopt.  Intens geraakt te worden.  De momenten waarop dat gebeurt, moeten wij als lezer diep koesteren.  De schrijvers die dat kunnen realiseren, moeten wij voor eeuwig waarderen.  Daarom wil ik dus u danken.  Van ganser harte.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.