Beste Matthias,
Ik had u graag uitgenodigd. Om met mij op citytrip te gaan. Naar Wenen. De hoofdstad van Oostenrijk. Niet om samen te genieten van het ongetwijfeld boeiende nachtleven. Wel om ons samen te verdiepen in het woonbeleid. Want naar het schijnt gebeuren daar wonderen. Het stadsbestuur in Wenen heeft 220.000 goed onderhouden flats en appartementen in haar bezit. Constant worden er nieuwe sociale woningen bijgebouwd. Met een of andere vorm van subsidie worden daarnaast nog eens 200.000 andere huishoudens aan een woonst geholpen. Ongeveer twee derde van de inwoners van Wenen profiteert op die manier van staatssteun. Huurders in de stad moeten slechts 25 procent van hun inkomen aan een woning spenderen.
Bovenstaande cijfers las ik in De Standaard. In een opiniestuk van Ruud Goossens. Die cijfers vormden de basis voor mijn uitnodiging.
Die citytrip zou behoorlijk confronterend zijn voor u. Het zou u dwingen het Weense beleid tegenover het Vlaamse beleid te plaatsen. Het zal u niet verbazen als ik beweer dat uw beleid de duimen moet leggen voor uw collega’s in Wenen. De Vlaamse cijfers zijn immers behoorlijk ontnuchterend. Bij ons kunnen slechts 170.000 gezinnen terecht in een sociale woning. Honderdzeventigduizend andere huishoudens staan op een wachtlijst. Tweehonderdvijftigduizend gezinnen komen in aanmerking. We kunnen het nog scherper stellen. Slechts zes procent van de woningen in Vlaanderen zijn sociaal. In Nederland is dat 29 procent. In Frankrijk is dat 18 procent. Uit deze cijfers durf ik te besluiten dat wat we zelf doen niet altijd beter doen.
Beweren dat u helemaal niks doet om die wachtlijsten weg te werken, zou de waarheid geweld aandoen. U doet iets. U zet detectives in. Die moeten nagaan of sociale huurders geen tweede woonst in het buitenland hebben. U zelf liet weten dat er vorig jaar 138 onderzoeken werden gevoerd. In een kwart van de gevallen werd er een buitenlandse eigendom aangetroffen. Die cijfers doen mij besluiten dat deze maatregel niet meteen het geschikte instrument is om de wachtlijsten weg te werken. In uw beleid lijkt u te focussen op de uitzondering. Die focus heeft een nadelig gevolg. Met die maatregel lijkt u te suggereren dat sociale huurders sjoemelaars zijn.
Dat povere resultaat weerhield u niet een andere maatregel uit te werken. Mensen die zich ernstig misdragen en het pand onleefbaar maken voor hun buren worden op een zwarte lijst gezet. Daardoor kunnen zij drie jaar geen aanspraak maken op een sociale woning. Helaas. Ook deze maatregel lijkt niet meteen het geschikte instrument om de wachtlijsten weg te werken. Jaarlijks zou het slechts om vijftig tot maximaal driehonderd gevallen gaan. Alweer focust u dus op de uitzondering. Alweer heeft die focus een nadelig gevolg. Met die maatregel lijkt u te suggereren dat sociale huurders amokmakers zijn.
Bij deze tweede maatregel wens ik toch net iets langer stil te staan. U zal heus wel weten dat er een sterk verband bestaat tussen armoede en (psychische) gezondheidsproblemen. Arm zijn maakt ziek, ziek zijn maakt arm. Mensen met chronische, complexe psychiatrische aandoeningen zijn daarom vaker wel dan niet aangewezen op sociale huisvesting. Het beleid heeft die mensen in de schoot van de samenleving geduwd. Via de vermaatschappelijking van de zorg. Tegelijk bespaart datzelfde beleid in de eerste- en tweedelijnszorg. Datzelfde beleid bespaart op zorg die de gewenste vermaatschappelijking zou moeten begeleiden. U laat een groeiende groep mensen met ernstige psychische problemen aan haar lot over. Diezelfde groep dreigt u nu uit huis te zetten als zij het te bont maken. Wat u met deze maatregel doet, is de effecten van het eigen verzuim verhalen op de meest kwetsbaren in de samenleving. Maar heel waarschijnlijk zal u dat worst wezen. Het argument van de lange wachtlijsten lijkt in deze te primeren.
Alle goede dingen bestaan uit drie. Blijkbaar bestaat een slecht beleid ook uit drie. Want recent komt u met een derde maatregel. Uw collega, Bart Somers, stelt voor dat men als arbeidsgeschikte huurder na negen jaar geen sociale woning meer zou hebben. In dat voorstel worden sociale woonwijken activeringswijken. Wie na negen jaar niet activeerbaar blijkt te zijn en daarvoor geen geldige reden kan aanbrengen, wordt uit de woning gezet. Wie na negen jaar wel activeerbaar blijkt te zijn en binnen die periode dus op eigen benen kan staan, wordt (verplicht) naar de privémarkt geduwd. Per slot van rekening kan een sociale woning geen ticket for life zijn, dixit Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert. Het zal u heel waarschijnlijk niet verbazen maar ook dit voorstel heeft een nadelig gevolg. Met dit voorstel lijkt u te suggereren dat sociale huurders luiaards zijn, die levenslang willen blijven hangen in die sociale hangmat. De werkelijkheid schetst nochtans een heel ander beeld. Slechts 12 procent van de sociale huurders is werkloos.
Bij dit laatste voorstel lijkt u heel even te vergeten dat sociale woningen meer zijn dan enkel een dak boven het hoofd. Sociale huisvesting biedt ook zekerheid. Die zekerheid werkt als een springplank om vooruit te komen in het leven. Bovendien dwingt u mensen naar de private huurmarkt, waar zij meteen twee tot drie maal meer zouden moeten betalen voor het huren van een woning. U zal begrijpen dat niet iedereen kan genieten van een loon, dat een parlementaire wedde benadert. Die verhoging van de huurprijs weegt op het budget en zal mensen opnieuw in de armoede duwen. Zal mensen opnieuw in de onzekerheid duwen.
Bovenstaande maatregelen en voorstellen zijn slechts bedoeld als windowdressing. Stoer spierballengerol voor de achterban. Wat er echter werkelijk moet gebeuren, weet u. Net zoals ik dat weet. Meer sociale woningen, dat is het simpele antwoord op de wachtlijsten. Dat is ook wat u nastreeft. Onlangs zei u in De Afspraak dat u de capaciteit in de sociale huisvesting blijvend wil verhogen. Het was dan ook een serieuze verrassing u te horen zeggen dat het geld dat u reserveerde voor de bouw en renovatie van sociale woningen niet besteed geraakte. Slechts 660 miljoen euro van de beschikbare 1,1 miljard euro werd opgenomen.
Redenen voor het niet besteden van een half miljard euro werden aangedragen vanuit de sector. Vooreerst is er de lopende fusieoperatie van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren. Sommige huisvestingsmaatschappijen vrezen te grote bedrijfseconomische risico’s en wachten daarom met initiatieven tot er meer duidelijkheid is over hun toekomst. Een vertraging in het aantal bouw- en renovatieprojecten was het logische gevolg. Er wordt ook gewezen naar de complexe procedures. Ik kan u hierbij meegeven dat uw regering van mening is dat steden en gemeenten niet meer dan 15 procent sociale woningen op hun grondgebied mogen hebben. Als steden en gemeenten daarboven zitten en toch nog nieuwe woningen willen bouwen worden de reeds als complex ervaren procedures nog complexer. Tot slot zijn er een hele reeks gemeenten die geen sociale woningen wensen te bouwen. Hierbij wil ik graag verwijzen naar Lubbeek, waarvan Theo Francken burgemeester is. In 2020 waren er in zijn gemeente per 1.000 inwoners exact 0,6 sociale huurwoningen.
U kent die redenen. Toen u zag dat het geld voor nieuwe woningen niet zou opgesoupeerd worden, had u kunnen ingrijpen. U had de procedures kunnen vereenvoudigen en versnellen. U had de gemeenten die huiverachtig staan tegenover sociale woningen onder druk kunnen zetten. Desnoods met financiële straffen. U had die drempel van 15 procent tijdelijk of definitief kunnen opheffen. Dat alles deed u niet. U had andere plannen. U kwam met het grote masterplan.
U stelde voor om 500 miljoen euro te schenken aan de privé-sector. Laat het mij anders formuleren, u zou het geld tegen dezelfde gunstige voorwaarden ter beschikking stellen aan privé-ontwikkelaars of particulieren. Als tegenprestatie zou u hen vragen een verlaagde huurprijs aan te rekenen. Pittig detail daarbij, u zou geen inkomensgrenzen opleggen. Iedereen zou zich kandidaat kunnen stellen voor een huurwoning tegen verlaagd tarief.
Als ik al die dingen samenleg, moet ik denken aan een uitspraak van Noam Chomsky. Over privatisering. U volgt de standaardtechniek van privatisering, zoals Chomsky die beschreef. Desinvesteer (verbaal en financieel), verzeker dat de dingen niet werken, de mensen worden boos, geef het over aan privé-kapitaal. Als ik al die dingen samenleg, kom ik daarop uit. Wat u werkelijk wenst, is een verschuiving van middelen van de zwakste inkomensgroepen naar de bredere middenklasse. Wat u werkelijk doet, is een herverdeling. Niet van boven naar onder. Wel van onder naar boven.
Al een tijdje weten wij dat wij geen minister van Cultuur hebben. Met uw coup de théâtre weten wij nu dat wij niet langer een minister van Wonen hebben. Alweer gebeurt wat altijd gebeurt. Onderaan de ladder worden de grootste slagen uitgedeeld. Mits een juiste sfeerschepping zal niemand protesteren. Want wie zal er iets op tegen hebben als ons belastinggeld niet langer naar sjoemelaars, amokmakers en leeggangers gaat. Wie zal er iets op tegen hebben als ons belastinggeld naar de hardwerkende Vlaming gaat. Naar die middenklasse. Dat er intussen weer niks gedaan wordt aan de verontrustende armoedecijfers wordt dan maar weggezet als ‘collateral damage’.
Wat u doet, is niet meer dan wegstappen van uw verantwoordelijkheid. U keert zich af van de verantwoordelijkheid gezinnen te huisvesten die niet rondkomen om een woonst te huren of te verwerven op de privé-markt.
Beste Matthias. U bent niet de juiste man op de juiste plaats. U laat ballonnetjes op. U voert geen beleid. Ik wens geen minister, die het departement Wonen als restafval kreeg toegewezen aan zijn takenpakket. Ik wil geen minister die meent via een opgelegde fusieoperatie de wachtlijsten denkt in te korten. Ik wil geen minister die via doltrieste maatregelen de wachtlijsten denkt weg te werken. Ik wil een volwaardige minister. Een volwaardige minister die enkel het departement Wonen als bevoegdheid heeft. Een minister met passie voor de sector. Een minister met kennis van zaken. Vandaag lijken beide te ontbreken. Dat kan ik enkel betreuren. Diep betreuren. Omdat de sector beter verdient. Veel beter. Omdat de noden hoog zijn. Omdat de noden dringend zijn.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties
Schitterende brief, Wim! Het is ongelooflijk hoe walgelijk en desastreus ons woningbeleid is.
Akkoord met de analyse!
Prachtig! Eén probleem blijkt mij hier toch al opgelost : een goede minister van Wonen, mijn stem heb je!
En de Nobelprijs voor Literatuur wordt toegekend aan de heer Wim Backx voor hedendaagse kritische ironie! Bravo Wim!!!
Copy/paste voor wat het onderwijsbeleid betreft!
Schaamte een mooi ding!