Uitgelezen: Oogst. Brief aan Sien Volders.

Gepubliceerd op 5 mei 2021 om 13:22

Beste Sien,

 

Nooit zal ik nog op eenzelfde manier in een tomaat bijten.  Het is anders geworden.  Nu moet ik wel erkennen dat het eten van een tomaat voor mij al geen eenvoudige opdracht was.  Bij elke beet liep het sap alle kanten uit.  Nooit hield ik het netjes.  Na het eten van een tomaat was de tafel voor mij één groot slagveld.  Een korte kuisbeurt was altijd aangewezen.  Na het lezen van uw boek is die al moeilijke taak net iets gecompliceerder geworden.  U voegde aan het eten van een tomaat een extra dimensie toe.  Bij elke beet moet ik nu denken aan Alina en Lucian.  Aan Alessandra en Giuseppe.  Aan Ioana en Dumitriu.  Aan Paolo en Anwar.  Als ik aan hen terugdenk verdwijnt mijn zin in een tomaat plotsklaps.  In die mate zelfs dat ik de tomaat dreig weg te gooien.  Ik doe het niet.  Voedselverspilling weerhoudt mij hiervan.  Ik eet verder.  Met minder appetijt.  Uw verhaal heeft mij te sterk aangegrepen.  Uw verhaal kroop onder mijn huid.  Het blijft kleven.  Afwassen is niet mogelijk.  Zelfs grondig schrobben brengt geen oplossing.  Uw verhaal blijft aan mij hangen.  Blijft in mijn hoofd tollen.  Waardoor de rode smakelijkheid zijn glans verliest.

 

Elke tomaat doet mij terugkeren naar Sicilië.  Want daar gingen Alina en Lucian heen.  Vanuit Roemenië.  Zij hadden geen wilde vakantieplannen.  Moeder en zoon vertrokken uit bittere noodzaak.  Financiële overwegingen dwongen hen Roemenië te verlaten.  Om te overleven trokken zij naar Sicilië.  Om daar te helpen op een tomatenplantage.  Een neef had hen verleid met mooie praatjes.  Met valse praatjes.  Hij had hen de hemel op aarde beloofd.  Maar die hemel bleek veraf te zijn in Sicilië.  Zij worden gehuisvest in een krot.  Zij worden nauwelijks betaald.  Alle ‘voordelen’ worden in mindering gebracht van een karig loon.  Moderne slavernij, daaraan moet ik constant denken.  Arbeiders worden aan hun lot overgelaten.  Weerwerk is bijna onmogelijk.  Uit de biecht klappen wordt sterk ontraden.  Omdat mogelijk ontslag om de hoek loert.  De centen zijn broodnodig.  Daarom zwijgt men.  Ploetert men voort.

 

Eenzaamheid.  Een zo grote eenzaamheid dat het pijn doet.  Op elke pagina voel ik die pijn.  Jawel, er zijn pogingen om die eenzaamheid te doorbreken.  Er wordt gebeld met het thuisfront.  Met Bunic en Bunica.  Met opa en oma.  Maar in die gesprekken tracht elkeen zijn waarheid te vertellen.  Die leugentjes worden de werkelijkheid.  Een werkelijkheid waarop niet meer kan teruggekomen worden.  De gesprekspartners beseffen dit.  Toch doen zij voort.  Houden zij de leugens in stand.  Trots en fierheid brengen hen daartoe.

Er zijn de ontmoetingen met de andere Roemenen.  In het dorp is een kleine Roemeense gemeenschap.  Zij delen hetzelfde lot.  Op zondagavond ontmoeten zij elkaar.  Maar ook hier wordt niet vrij gepraat.  Iedereen houdt zijn besognes voor zich.  De gesprekken blijven oppervlakkig.  Van enige diepgang is geen sprake.  Niemand wil met zijn of haar miserie te koop lopen.

 

Wanhopig probeert de moeder een thuisgevoel te creëren.  Niet evident.  Van een krot een thuis maken is een lastige klus.  Toch doet zij verwoede pogingen.  Bloemen, planten en kruiden worden aangesleept.  Vanuit het nabije bos.  Vanop de plaatselijke markt.  Die ene kamer, die tegelijk moet dienen als bad-, slaap-, eet- en woonkamer, tracht de moeder toch nog enigszins knusjes in te richten.  Via allerhande soms inventieve ingrepen.  Het blijft bij een poging.  Het thuisgevoel blijft een illusie.  De eenzaamheid blijft knagen.  Het gebrek aan liefde is continu voelbaar.

 

Terwijl de moeder worstelt met haar sombere gedachten lijkt haar zoon wel zijn weg te vinden.  Hij maakt vrienden.  Paolo wordt een vriend.  Anwar wordt een vriend.  Samen lijken zij een niet uit elkaar te spelen triumviraat.  De Drie Musketiers, dat lijken zij te zijn.  Op en buiten de school trekken zij met elkaar op.  Zij beleven avonturen.  Grote en kleine.  Die verhaallijn biedt op enigerlei wijze troost voor de lezer.  Het leidt ons even weg van het harde labeur.  Van die harde strijd om te overleven.  Het kinderlijke plezier doet ons dat alles heel even vergeten.  Wij dollen en hollen mee.  Wij klimmen in de bomen.  Wij voetballen.  Wij zwemmen.  Wij voelen ons goed in het groepje, dat voor eeuwig en altijd lijkt samen te blijven.  Maar dan komt die nuchtere waarheid.  Dat niks voor de eeuwigheid is gemaakt.  De schijnbaar onbreekbare band knapt uiteen.  Ontploft.  Door een stuntelige poging toch enige liefde te proeven.  Toch dicht bij iemand te zijn.  Toch die eenzaamheid op te heffen.  Al is het maar voor heel eventjes.  Dat korte moment scheurt alles uiteen.  Speelt iedereen uit verband. 

 

Ik had Noord gelezen.  Uw debuut.  Daarvan was ik behoorlijk onder de indruk.  Dat maakte dat ik hoge verwachtingen had bij uw tweede boek.  Die verwachtingen weet u op voortreffelijke wijze in te lossen.  Meer nog, u overtreft alle verwachtingen.  Ruimschoots.  Bijna had ik ‘gemakkelijk’ geschreven.  Maar dat weet ik niet.  Dat kan ik niet beoordelen.  Ik kan mij niet inbeelden welke inspanningen u moet hebben geleverd om die krachttoer te realiseren.  Daarom laat ik mij niet uit over de gemakkelijkheid in het overtreffen van mijn verwachtingen.  Ik beperk mij tot te zeggen dat u deze overtreft.  Nog meer dan uw debuut wist u mij emotioneel te raken.  Diep te raken.  Hard te raken.  Ik heb gehuild.  Ik heb gevloekt.  Ik heb gdvrdmm gevloekt.  Uw verhaal kwam binnen.  Ik weet al een tijdje dat onze wereld niet echt optimaal is ingericht.  Ik ben al een tijdje overtuigd dat ons economisch systeem moet herdacht worden.  Uw boek heeft al die ideeën en vragen, die doorheen mij spoken, nogmaals aan de oppervlakte gebracht.  Uw boek heeft mij nog meer gesterkt in die overtuigingen.  Uw boek heeft mij aangemoedigd mijn zoektocht verder te zetten.

 

Beste Sien.  Ik wil u danken voor dit meesterwerk.  Dit filmische meesterwerk.  Want ik las niet enkel uw boek.  Ik zag net zozeer uw boek.  Uw woorden werden beelden.  Ik heb genoten van uw boek.  Ik heb genoten van uw film.  In Roemenië stapte ik op de bus.  In Sicilië stond ik opnieuw aan de bus.  Van alles tussen die twee momenten was ik getuige.  Bevoorrecht getuige.  Ik las een schrijnend verhaal.  Ik las een aangrijpend verhaal.  Ik las een verhaal over veerkracht.  Over vriendschap.  Over waardigheid.  Ik las het verhaal over een moeder.  Ik las het verhaal over een zoon.  Voor dat alles wil ik u dus danken.  Van ganser harte.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.