Uitgelezen: De reis van de hofarts. Brief aan L.J. Schildermans.

Gepubliceerd op 24 maart 2021 om 13:06

Beste L.J.,

 

Initialen als aanspreking. Het lijkt vreemd. Ongewoon. Maar het is wat het is. Of toch niet? Heel soms zijn de dingen niet wat ze zijn. Heel soms moeten we verder kijken dan onze neus lang is. Dat was ook in deze het geval. Verkeerdelijk ging ik er van uit dat De reis van de hofarts geschreven werd door één iemand. Door één auteur. De achterflap van het boek bracht evenwel opheldering. Op de achterflap las ik dat de initialen staan voor Ludo en Jozef. Ludo en Jozef zijn broers. In het verleden schreef elk van u thrillers en historische non-fictie. Voor dit boek sloeg u de handen in elkaar. Dit boek werd een familieproject. Voor de eerste maal besloot u samen een boek te schrijven. Het resultaat van dat broederlijke samenwerkingsverband heb ik zonet gelezen.

 

Het geheim achter de initialen is opgehelderd. Ik herbegin mijn brief. Ik richt mijn brief aan Jozef. Aan Ludo. Ik richt mijn brief aan u. Aan jullie. Dat maakt het schrijven van deze brief wat makkelijker. Wat persoonlijker. Het verkleint de afstand. Ik begin dus bij het begin. Bij het eigenlijke begin. Ik richt mij niet tot initialen. Ik richt mij tot twee broers. Twee broers die een heerlijk en meeslepend verhaal schreven. Om velerlei redenen. Maar eerst dus het begin.

 

Beste Jozef,

Beste Ludo,

 

U voerde mij terug naar de achttiende eeuw. Naar het Hof van keizerin Maria Theresia. U introduceert mij bij Gerard Van Swieten, de lijfarts van de Habsburgse keizerin. Die introductie is nodig want deze hofarts is de centrale figuur in uw verhaal. Met hem zal ik op reis gaan. Geen plezierreis. Eerder is het een opdracht. Van de keizerin aan haar lijfarts. Weigeren is dan geen optie. Hij moet vertrekken. Naar het uiterste zuiden van het rijk. Hij moet naar het grensgebied met het Ottomaanse rijk. Dat vooruitzicht valt de lijfarts zwaar. Zijn opdracht zal hem brengen naar een naargeestige plek, armetierige mensen, benden struikrovers en de nabijheid van de militaire grens met de Turken. Op die plek zal hij zijn opdracht moeten volbrengen. De lijfarts wordt naar die plek gestuurd om het vampirisme uit te roeien. Een aantal onverklaarbare sterfgevallen voedt het geloof in de ‘ondoden’. Net dat onverklaarbare doet mensen geloven dat doden uit het graf opstaan om bloed te zuigen bij mensen en vee. Van de lijfarts wordt verwacht dat hij een verklaring zal vinden voor datgene wat onverklaarbaar wordt geacht. In die zoektocht zal de wetenschap in botsing komen met bijgeloof. Hij zal hierbij vaststellen dat uit onwetendheid angst wordt geboren. Hij zal hierbij vaststellen dat paniek wordt gevoed door lichtgelovigheid en duistere fantasie. Dat harde mechanisme zal hij moeten ontkrachten. Via zijn kennis. Via zijn onderzoek.

 

Problemen zijn van alle tijden. Alles komt terug. Dat moet ik vaak denken als ik uw verhaal lees. Dat moet ik bovenal denken als in Hermannstad, waar de lijfarts voor zijn onderzoek verblijft, ook nog eens een pokkenepidemie uitbreekt. Ik lees over quarantaine. Ik lees over weerstand tegen de genomen maatregelen. Ik lees over de aversie tegen wetenschap. Ik lees over de botsing tussen politiek en wetenschap. Ik lees over het geloof in de meest gekke theorieën. Dat alles doet bij mij een belletje rinkelen. Ik moet denken aan de huidige coronacrisis. Ik stel vast dat wat toen gebeurde ook nu gebeurt. Dat alles brengt het verhaal akelig dichtbij.

 

Maar er is niet enkel die ene gelijkenis met de huidige tijden. Ik lees nog meerdere gelijkenissen. Ik lees over de religieuze spanningen. Ik lees over de problemen met vreemdelingen. Over hoe vreemdelingen beschouwd worden als aanstoker van al het kwaad. Ik lees over het protest in Wenen tegen de transmigranten op weg naar het Zuiden. Op weg naar het geluk. Ik lees over de kritiek op kranten. Dat ze schrijven wat ze maar willen. Ongefundeerd.

 

U doet mij stilstaan. U doet mij nadenken. Over thema’s die ook vandaag het politieke en maatschappelijke debat bepalen. Alles komt terug, denk ik. Ik lees uw verhaal en stel vast hoe wij blijven vervallen in al te gemakkelijke vooroordelen. Vooroordelen die een feitelijke oplossing van vele problemen in de weg staan. Wij blijven maar aanmodderen, denk ik dan.

 

Toch is het niet allemaal kommer en kwel. U lijkt te beseffen dat u in al die donkerte enig licht moet toelaten. U lijkt te beseffen dat u de lezer enige verlichting moet bieden. Maar wat dient u te plaatsen tegenover het opgraven van lijken? Tegenover het onthoofden van lijken? Tegenover brandstapels? Om die wreedheid te counteren laat u de liefde toe. U laat een soldaat, de persoonlijke lijfwacht van de hofarts, verliefd worden op een barmeisje. U laat het barmeisje de soldaat achternareizen. Die liefde moet symbool staan voor de hoop. De hoop op een betere toekomst. Op een nieuwe toekomst.

 

Wat mij in deze tijden nog het meest plezier doet, is dat u mij laat reizen. U laat mij doorheen het Habsburgse rijk reizen. Met de koets. Met de boot. Met het paard. Ik moet bekennen, het was eventjes wennen. Ik ben gewoon aan de luxe van het reizen. Tot voor kort stapte ik het vliegtuig op om enkele uren later uit te stappen op de meest exotische bestemmingen. In die vroegere tijden was het anders. In die vroegere tijden was reizen nog een avontuur. In die vroegere tijden moesten we ons tevreden stellen met herbergen of kloosters als slaapplaatsen. Luxueuze hotels waren dan nog onbestaande. Maar die absolute afwezigheid van luxe ontnam mij niet het plezier van het reizen. Vol enthousiasme nam ik plaats in de koets. Zocht ik mijn plaats op de boot. Besteeg ik mijn paard. Legde ik mij te slapen in te koude kamers. Reizen doe ik nu al een tijdje niet. Corona, u weet wel. Maar u deed mij nog eens dromen. U deed mij opnieuw verlangen.

 

Beste Jozef. Beste Ludo. U schonk mij een fantastisch boek. U deed mij genieten van de liefde. U verschafte mij het plezier van het reizen. U deed mij nadenken over de vroegere en de huidige tijden. Dat alles weet u samen te brengen in een beklijvend verhaal. In een meeslepend verhaal. Voor dat boek wil ik u graag danken. Van ganser harte.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Willeke van Dolderen
4 jaar geleden

Dit boek heb ik vaak in handen gehad en toch teruggelegd en nu met uw brief aan de schrijvers zie ik zoveel overeenkomsten met de tijd van nu, nm. de complottheorieën plus wat u zelf al genoemd heeft. Nu zal ik het boek zeker gaan lezen.