Beste Hans,
De wereld is om zeep, er gebeuren rare dingen rondom mij. Dat liedje van Urbanus durf ik wel eens te zingen. Het komt spontaan in mij op als ik de krant lees. Als ik naar het nieuws kijk. Op die momenten verengt mijn blik. Ik focus mij enkel op die aangeleverde nieuwsfeiten. De wereld beperkt zich tot die brandhaarden. Tot die natuurrampen. Tot dat politieke onvermogen. Op die momenten begin ik te foeteren. Terwijl ik besef dat ik op die momenten beter zou zwijgen. Dat ik op die momenten beter mijn oogkleppen zou afleggen. Dat ik op die momenten beter mijn blikveld zou verruimen. Want buiten de door media geselecteerde nieuwsfeiten is er een grotere wereld. Een wereld waarin positieve dingen gebeuren.
U lijkt zich bewust van dat mechanisme. U realiseert zich dat de meesten onder ons hun wereldbeeld baseren op wat ons wordt aangereikt. Op wat ons werd aangeleerd. Onze aangereikte en aangeleerde data werden evenwel nooit geüpdatet. Toch blijven wij ons wereldbeeld koppelen aan die gedateerde gegevens. Dat bewijst u met een klein testje. Aan het begin van uw boek legt u de lezer een vragenlijst voor. Over de toestand in de wereld. Over onderwijskansen. Over de levensverwachting. Over vaccinaties. Over armoede. De antwoorden op die test tonen aan dat iedereen de wereld angstaanjagender, gewelddadiger en hopelozer ziet dan ze werkelijk is. De onwetendheid over de wereld is wijdverbreid en hardnekkig. Na de test diende ik vast te stellen dat ook ik onwetend ben. Toch op vele domeinen. Ik hoef evenwel niet te panikeren. Want in uw boek zal u tools aanreiken waarmee we die onwetendheid kunnen bekampen.
Maar vooreerst biedt u mij troost. Ik sta niet alleen. Die onwetendheid is wijdverspreid. Ik hoef mij dus geen uitzondering te voelen. Ik ben net zoals de rest. U geeft aan hoe dat komt. U wijst de oorzaak aan van onze onwetendheid. Ons snel denkende brein met daaraan gekoppeld snelle conclusies en onze voorliefde voor drama zijn de oorzaak. Met uw boek zal u trachten de manier waarop mensen denken te veranderen en hun irrationele angsten weg te nemen. Als u dat kan bewerkstelligen zullen de mensen hun energie kunnen richten op constructieve activiteiten. Aan het eind van uw boek zal de lezer zich positiever, minder gestrest en hoopvoller voelen.
Voorwaar een mooie doelstelling. Maar om tot dat voorgespiegelde eindresultaat te komen moeten we begrijpen hoe wij ons in ons denken laten leiden door een aantal instincten. Tien instincten in totaal. Het kloofinstinct. Het negativiteitsinstinct. Het rechte-lijn instinct. Het angstinstinct. Het grootte-instinct. Het generalisatie-instinct. Het lotsinstinct. Het eenperspectiefinstinct. Het zondebokinstinct. Het urgentie-instinct. Elk van die instincten analyseert u. Telkens begint u met een voorbeeld uit uw persoonlijke leven. Een voorbeeld waaruit moet blijken hoe dat ene instinct uw handelen of reageren bepaalde. Vanuit dat voorbeeld maakt u het groter en kijkt u naar de wereld rondom u. Na de voorbeelden volgt dan telkens het theoretische gedeelte. Daarin reikt u per instinct de instrumenten aan om het instinct te counteren.
Eigenlijk kunnen we stellen dat uw boek één groot pleidooi is voor een op feiten gebaseerd wereldbeeld. Dat acht u noodzakelijk om velerlei redenen. Voor mensen is het handig om hun weg te vinden in het leven. Mensen voelen zich prettiger. Het veroorzaakt minder stress en wanhoop. Bovendien kunnen we zien wat we moeten doen om de wereld beter te maken. Deze drie redenen acht u voldoende om uw pleidooi te onderbouwen. Aan te prijzen. Deze drie redenen acht u voldoende om mensen tot actie aan te zetten. U spoort de lezer aan om regelmatig onze kennis over de wereld up te daten. Om op die manier te vermijden dat wij zouden oordelen op basis van de kennis die ons twintig jaar (of nog langer) geleden werd aangeleerd.
Wat uw boek geenszins is, is een uitnodiging om alle problemen weg te relativeren. Uw boek is geen uitnodiging om ons voortaan enkel te richten op wat goed loopt en de slechte dingen te negeren. Wel zegt u dat we blij mogen zijn om wat goed loopt. Dat we blij mogen zijn om de (soms minieme) vooruitgang die geboekt is. Maar het vieren van die vooruitgang botst niet met het doorvechten om nog meer te bereiken. Uw boek is dus geen uitnodiging om achterover te leunen en helemaal niks meer te doen. Feitenkennis kan ons net aantonen dat gevoerd beleid succes heeft gehad en bij toepassing elders dezelfde resultaten kan hebben. Feitenkennis kan ons net aantonen dat er wel degelijk nog domeinen zijn waarover we ons echt wel zorgen moeten maken. Wij moeten dus niet achterover leunen. Integendeel. We moeten blijven ageren. Om zo tot het betere te komen.
Om duidelijk te maken dat achterover leunen niet aan de orde is, geeft u vijf wereldwijde problemen aan die onze blijvende aandacht vragen. Die vijf problemen zijn een wereldwijde pandemie, een financiële ineenstorting, een wereldoorlog, de klimaatverandering en extreme armoede. Die problemen moeten aangepakt worden. Op basis van correcte feiten. Op basis van correcte cijfers.
Altijd al heb ik een afkeer gehad van zelfhulpboeken. In een grote bocht ging ik er om heen. Ik bleef er weg van. Toch heb ik uw boek gelezen. Waarom? Misschien is de ondertitel van uw boek wel de voornaamste reden: tien redenen waarom we een verkeerd beeld van de wereld hebben en waarom het beter gaat dan je denkt. Ik ben een optimistische jongen. Die optimistische jongen voelde zich aangesproken door de ondertitel van uw boek. Die optimistische jongen liet zich verleiden door die titel en ging uw boek lezen. Om aan het eind van uw boek tot de vaststelling te komen dat wij ons ten volle bewust moeten zijn van de dingen, die goed lopen, om ons met nog meer energie te kunnen toeleggen op de dingen die helaas nog fout lopen. Om die goede dingen te kunnen en te willen zien hebt u mij de juiste instrumenten aangereikt.
Beste Hans. Ik heb begrepen dat dit boek uw erfenis is. Uw nalatenschap. Want u overleed aan alvleesklierkanker in 2017. Deze brief lijkt dan ook een beetje vreemd. Een brief aan een dode zal nooit gelezen worden. Toch niet door degene aan wie de brief werkelijk gericht is. Maar heel misschien zal hij gelezen worden door anderen. Anderen die dan weer uw boek zullen gaan lezen. Dat zou mooi zijn. Ik wil u dus danken mij deelgenoot te laten zijn van uw nalatenschap. Ik wil u dus danken dat u mij tot erfgenaam maakte. Als erfgenaam hoop ik anderen te kunnen prikkelen. Te kunnen triggeren. Als erfgenaam hoop ik anderen tot uw boek te kunnen brengen. In die betrachting schuilt mijn dankuwel aan u.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties
Uitstekend geschreven! Ik hoop dat dit anderen zal stimuleren om het boek te lezen.
Bedankt Wim
Blijven nadenken, blijven ons gezond verstand gebruiken, niet alles slikken wat in de media elke dag opnieuw gebracht wordt, ons geen angst laten aanjagen, positief blijven denken, durven vrije mensen blijven in onze geest, in ons hart, met ons verstand. Ik zal het boek zeker binnenkort eens gaan lezen. Grtjs Marina