Beau Séjour, gezien op Eén. Brief aan Kaat Beels en Nathalie Basteyns.

Gepubliceerd op 15 februari 2021 om 12:16

Beste Kaat,

Beste Nathalie,

 

Bij de eerste reeks heb ik het niet gedaan. Ik was het nochtans van plan. Helaas. Een brief kwam er niet. Tijdsgebrek, dat zou het te gemakkelijke excuus kunnen zijn. Dat tijdsgebrek deed mij niet plaatsnemen voor de computer. Deed mij niet lustig op het klavier tokkelen. Zo bleef de geplande brief ongeschreven. Nu, bij de tweede reeks, is het anders. Wij hebben tijd in overvloed. Wij kunnen nergens heen. In ons kot blijven en duizenden varianten op datzelfde thema zijn de enige mogelijkheid. Ik kon dus mijn computer aanschakelen. Eindelijk zou ik mijn brief kunnen schrijven. Niet omdat het zou moeten. Niet omdat ik het gevoel heb een fout te moeten rechtzetten. Dat alles is het niet. Ik schrijf een brief omdat ik het wil.

 

Doden die toch niet dood blijken te zijn. Of toch dood zijn maar toch blijven ronddolen. Op zoek naar de reden van hun overlijden. Ik zou mij hieraan kunnen storen. Zoals die enkelingen die alle afleveringen analyseren om de makers te betrappen op tegenstrijdigheden. Een dergelijke analyse maak ik niet. Omdat ik daarin geen zin heb. Dat is een reden. Een goede reden. Toch is dat niet de belangrijkste reden. Ik doe het niet omdat net die invalshoek de reeks zijn uitzonderlijke karakter geeft. Net die invalshoek maakt de reeks boeiend. Interessant. Apart. Al die redenen samen doen mij kijken. Elke keer weer. Elke zondagavond ga ik zitten. Voor mijn televisiescherm. Ik geef mij over. Aan de fantasie. Aan het verhaal. Ik geef mij over en geniet. Dat ene uurtje doet mij vergeten dat het zondagavond is. Doet mij vergeten dat ik de volgende dag opnieuw aan het werk moet. Jawel, u verdrijft mijn zondagse blues, waaraan ik wel eens durf te lijden.

 

Elke zondagavond schuif ik mee aan tafel. In een poging de puzzel te leggen. In een poging om de ontbrekende puzzelstukjes te zoeken en te verzamelen. Om dan uiteindelijk die grote puzzel te kunnen leggen. Om dan uiteindelijk het grote verhaal te kennen. Want al in die eerste afleveringen voel ik dat er binnen die familie iets gebeurd is. Dat alle familieleden een geheim verborgen houden. Een groot geheim. Dat geheim zal moeten blootgelegd worden om de schuldigen te kunnen aanwijzen. De schuldigen aan moord. Want dat is wat er gebeurd is. Althans, dat vermoed ik. Zelfs daarover tast ik in het duister.

 

Ik kijk en voel het. Ik pik het op. Niemand is wie hij of zij zegt te zijn. Iedereen lijkt wel een verleden achter zich aan te sleuren. Heel zachtjes aan leren we de familieleden nets iets beter kennen. Foutjes worden zichtbaar. Angsten worden getoond. Twijfels worden geuit. Het lijkt wel alsof iedereen nog zoekende is. Na het overlijden van echtgenoot/schoonzoon/schoonbroer lijkt niemand al hersteld te zijn. Dat overlijden heeft zich diep genesteld in de familie. Jawel, iedereen praat nog met elkaar. Maar niet vrijuit. Niemand toont het achterste van zijn tong. Onderhuids broedt er iets. Dat moet botsen. Frontaal. Wat onderhuids broedt, zal ooit aan de oppervlakte komen. Maar voorlopig moeten we nog even wachten. Voorlopig smeult het nog. Maar elke aflevering gaat het vuur net ietsje harder branden. Totdat de vlammen metershoog zullen reiken. En alles eindelijk in de openbaarheid zal komen. Eindelijk zullen alle geheimen het daglicht zien. Pas dan zal alles duidelijk worden. Intussen observeer ik. Luister ik. Kijk ik. Als een echte detective. U hebt in mij de Hercule Poirot wakker gemaakt. Ik ben gebeten om te weten. Ooit was dat de slogan voor een krant. Die slogan ligt al in een ver verleden. Maar zo voel ik mij. Voor het scherm.

 

Het verhaal klopt. Overtuigt. Toch is alleen dat niet voldoende om een serie tot een succes te maken. Andere factoren hebben hierop een grote invloed. Die andere factoren vind ik in uw reeks. Deze factoren zijn in ruime mate aanwezig. Zodat ik de enthousiaste schrijver van deze brief kan zijn. Zonder mij daarin te moeten forceren. Mijn enthousiasme bloeit. Stroomt. Omdat u het voedt.

 

Uiteraard dien ik hiervoor stil te staan bij uw personages. Die moeten geloofwaardig zijn. Anders valt het hele kaartenhuisje om. Uw kaartenhuisje blijft overeind. Want uw personages schitteren. U toont ons realistische personages. Personages die ploeteren. Die zoeken zonder noodzakelijk te vinden. Zij weten ook niet alle antwoorden op de grote levensvragen. Zij proberen. Zij stuntelen. Dat alles wordt tot leven gewekt door een overtuigende cast. Niemand blijft achter. Iedereen lijkt elkaar te versterken. Lijkt elkaar aan te moedigen om het beste van zichzelf te geven. Dat versterkende element voert de acteerprestaties naar een hoog niveau. Een bijzonder hoog niveau. Die uitmuntende prestaties van acteurs en actrices zijn een uitnodiging om elke week terug te keren. Om elke week terug op de afspraak te zijn.

 

De geloofwaardigheid van de personages wordt bovendien versterkt door de dialogen. Die voelen echt aan. De woorden worden niet uitgespuwd omdat ze te zwaar zijn. Er moet niet op de woorden gekauwd worden omdat ze onnatuurlijk zijn. Neen, elk woord zit juist. Komt in het juiste ritme. Komt in de juiste toonhoogte. Elk woord heeft zijn juiste plaats gevonden. Actie en reactie in de dialoog lopen perfect. Vlot gaat het over en weer. De verbale communicatie zit goed. Zit juist. Maar er is ook de non-verbale communicatie. Daaraan hebt u ook aandacht besteed. Ik kijk naar de blikken. Ik luister naar de stiltes. In dat alles lees ik even zo vele woorden. In die blikken en stiltes lees ik liefde. Twijfel. Kwaadheid. Onmacht.

 

Brieven mogen niet te lang zijn. Te lange brieven doen de aandacht verslappen. Verwateren. Die strijd om de aandacht doet mij besluiten dat het einde van deze brief nabij is. Toch wil ik nog niet afsluiten. Omdat ik dan zou voorbijgaan aan dat ene element, dat ik toch belangrijk acht. Ik wil het hebben over de kleuren. Ik weet niet goed hoe ik het kan omschrijven. Ik weet niet precies wat ik hierover moet schrijven. Maar in deze reeks ben ik niet ongevoelig voor de gekozen kleuren. Zij binden mij aan het scherm. Omdat zij op een vernuftige wijze de sfeerschepping bepalen. Omdat ik op een of andere, niet te verklaren wij voel dat ook zij een verhaal willen vertellen. Dat ook zij het verhaal in deze of gene richting willen uitsturen. Ik tracht het spel met de kleuren te duiden. Te betrekken in het verhaal. Zodat het verhaal nog dat extra laagje krijgt.

 

Alle goede dingen bestaan uit drie. Dat wordt wel eens gezegd. Het verhaal. De personages. De dialogen. De kleuren. Dat zijn er geen drie. Dat zijn er vier. Ik kan dus besluiten dat Beau Séjour goed is. Meer dan goed. Nog één ding heb ik toe te voegen. In De Standaard kreeg u drie sterren. Wel schreef de recensent dat uw reeks minstens een ster meer waard is als de kijker zich niet stoort aan het feit dat doden toch niet echt dood zijn. Mij stoort het niet. Mij stoort het geenszins niet. Dus, jawel. Vier sterren. Waarbij ik de neiging naar vijf sterren moet onderdrukken omdat ik besef dat perfectie afschrikt. Dat perfectie lui maakt. Vier perfecte sterren dus. Met plezier gegeven. Met plezier geschreven.

 

Beste Kaat. Beste Nathalie. Ik wil u danken voor de fijne zondagavonden. Voor het plezier. Voor de spanning. Voor het uitkijken. Naar de volgende hint. Naar de uiteindelijke ontknoping. Dank u dus. Van ganser harte. In ruime mate.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.