Uitgelezen: West. Brief aan Carys Davies.

Gepubliceerd op 3 februari 2021 om 12:59

Beste Carys,

 

U schreef een boekje. Een dun boekje. Slechts honderd drieënzeventig pagina’s. Dat durf ik een dun boekje te noemen. Die vaststelling doet geen afbreuk aan uw prestatie. Uw prestatie is buitengewoon. Is uitzonderlijk. Maar dat dunne boekje heeft een aantal gevolgen voor de lezers. Er is geen tijd voor voorbeschouwingen. Er is geen tijd voor een uitgesponnen voorstelling van de hoofdpersonages. U stelt hen niet uitgebreid voor. Geen diepgaande en doorwrochte karakterschetsen. Dat alles doet u niet. U plaatst ons meteen in de actie. U valt met de deur in huis. Doorheen uw verhaal geeft u dingen prijs. In kleine stukjes. Mondjesmaat. U doseert. In die juiste doseringen lost u de juiste en nodige info. Zo worden uw personages steeds weer wat voller. Wat echter. U wekt hen heel zachtjes aan tot leven. Zodat het lijkt alsof vader en dochter naast mij zitten terwijl ik lees. Alsof zij mij persoonlijk hun verhaal vertellen.

 

Cy Bellman, een muildierenfokker, leest in de krant dat de reusachtige beenderen van een nog onbekende diersoort zijn gevonden. In Kentucky. Cy heeft een rijke fantasie. Een fantasie die snel geprikkeld wordt. Al snel gaan die dieren zijn leven beheersen. Die dieren nestelen zich in zijn dromen. Een klein krantenartikel wordt een obsessie. Hij kan aan niks anders meer denken. In zoverre dat hij zijn zaken gaat verwaarlozen. Uiteindelijk meent hij te moeten handelen. Hij vertrekt. Naar Kentucky. Om daar die enorme beesten te gaan ontdekken. Jawel, hij vertrekt op ontdekkingsreis. Een ontdekkingsreiziger moet offers brengen. Zo is het altijd geweest. Dat geldt ook voor Cy. Hij moet zijn dochter Bell achterlaten. Bij zijn zus.

 

Een ontdekkingsreiziger, zo denkt hij over zichzelf. Maar die mening wordt niet door iedereen gedeeld. Velen verklaren hem gek. Kunnen geen begrip opbrengen voor de wilde plannen en voor het feit dat hij zijn dochter in de steek laat. Anderen beschouwen hem als een avonturier. Iemand die de dagelijkse en saaie beslommeringen achter zich wil laten. Iemand die wil uitbreken. Een minderheid zet de onderneming weg als een midlifecrisis. Als een gekke bevlieging. Iedereen lijkt wel een mening te hebben. Neutraliteit is in deze van geen tel. Er moet een kant gekozen worden.

 

Zijn dochter lijkt de uitzondering te zijn. De enige uitzondering. Terwijl iedereen de vader veroordeelt, deelt zij het enthousiasme van haar vader. Zij vindt het jammer dat haar vader twee jaar lang zal wegblijven. Uiteraard. Toch staat die spijt niet in de weg van haar enthousiasme. Haar vader had hierin de hand. Hij vertelde zijn verhalen. Hij beloofde haar te schrijven. Zodat zij haar vader kon volgen op zijn reis. Dat geen enkele van die brieven ooit zou aankomen, wist hij toen niet. Maar de dochter vindt een alternatief voor de brieven. In de bibliotheek vindt zij logboeken. Met kaarten van de gebieden waar haar vader doorheen trekt. De wereld van haar vader gaat open. Openbaart zich. Die kaarten worden haar enige verbinding met een vader, die ver van huis is. Een huis waar allerlei dingen staan te gebeuren. Ik moet denken aan dat ene spreekwoord. Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel. Zo is het ook in deze. De buurman broedt op een plannetje. Hij wil alles overnemen. Het huis én de dochter. Terwijl de vader ver weg zijn dromen najaagt, wordt een jong meisje gedwongen haar mannetje te staan.

 

Ik zelf ben een nuchtere jongen. Laat me niet al te vlug meeslepen. Zo weet ik dat die dieren helemaal niet bestaan. Bij mij is er geen enkele twijfel. Indien ik de vader was, was ik thuisgebleven. Zoveel is zeker. Maar toch lukt het u als schrijfster een klein wonder te verrichten. U slaagt er in mijn nuchterheid uit te gommen. U tovert mij om in een avonturier. Want ik wil meteen Cy achterna. Ik wil Cy en zijn gids Oude Vrouw In De Verte vergezellen. Ik word het derde lid van het gezelschap. Net als hen word ik nat als het regent. Net als hen krijg ik het kou als het sneeuwt. Net als hen wil ik schuilen voor een te hete zon. U doet mij meereizen. Via uw poëtische taal. Via uw wervelende taal. Een taal die uw fantasie tot werkelijkheid maakt. U plaatst mij in die prachtige landschappen. U plaatst mij bij die brede rivieren. U plaatst mij op die rotsige bergen. U doet mij uitzien over tot de verbeelding sprekende vergezichten. Ik ruik al die plekken. Ik voel al die plekken. U laat mij een reis maken door het Amerika van de negentiende eeuw. Van het begin van de negentiende eeuw.

 

Een reisverhaal, dat is wat ik verwachtte. Dat is het ook. Ten dele. Want wat u aan het eind doet, is onbeschrijflijk. Het reisverhaal wordt een thriller. Ik zou zo graag vertellen wat aan het einde van uw boek gebeurt. Toch houd ik mij in. Ik wil het leesplezier van potentiële lezers niet verknallen. Ik kan enkel zeggen dat u mij op het puntje van mijn stoel bracht. Vol spanning haastte ik mij door de laatste pagina’s. U dreef mij vooruit. Naar de ontknoping. Naar het happy end. Waarnaar ik zo hard verlangde. Ter wille van de vader. Ter wille van de dochter. Wat het geworden is, zal ik niet vertellen. U weet het. Ik weet het. Ik kan enkel zeggen dat u mij verdwaasd achterliet. Verbaasd. Met verstomming geslagen. Ik sloeg uw boek dicht. Een boek dat mij bij het lezen in zijn greep had. Een boek dat mij zelfs na het lezen nog in zijn greep had. Heel geleidelijk kon ik loskomen van het boek. Slechts heel geleidelijk kon ik loskomen van Cy. Van Bell. Dat is uw verdienste. U had mij te dicht bij hen gebracht. Waardoor het afscheid bijna te zwaar werd.

 

Beste Carys. U schreef een dun boekje. Dat zei ik reeds. Toch was dat niet het enige wat u deed. U deed veel meer. U schreef een prachtig boek. Een boek dat raakt. Een boek dat ontroert. Een boek dat beroert. U schreef een boek dat niemand onverschillig laat. U schreef een boek dat ik aan iedereen zou willen aanraden. Omwille van de uitzonderlijke sfeerschepping. Omwille van een heerlijk verhaal. Omwille van die ene vraag. Die vraag of het goed is dromen na te jagen. Die vraag of het onbezonnen is een blind avontuur in te stappen. Als nuchtere jongen weet ik het antwoord op die vraag nog niet. Wat ik wel weet, is dat ik u uitermate wil danken. Voor deze overheerlijke leeservaring.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Willeke
4 jaar geleden

Weer een prachtig geschreven recensie ik geniet er elke keer weer ook als ik het boek niet zal lezen. Ik lees vaak een recensie niet uit maar deze recensies/brieven lees ik elke keer uit.