Beste Charlotte,
Beste Evi,
Beste Imke,
Beste Dominique,
Beste Jani,
Beste Otto-Jan,
Reizen. Ik was vergeten wat het was. Ik was vergeten wat het betekende. Daarom zocht ik het even op. Voor alle zekerheid. Even checken, u kent het wel. Van Dale bracht het nodige inzicht. Het trekken van een plaats naar een andere, dat zou reizen betekenen. Ik moest vaststellen dat het al een hele tijd geleden was. Binnen de landsgrenzen verplaats ik mij nog wel. Van de ene naar de andere plaats. Met de trein. Op één dag heen en terug. Koffers hoeven niet gepakt te worden. Die kleine verplaatsingen komen momenteel nog het dichtst bij reizen. Een beetje triest, dat besef ik. Ik wil over de landsgrenzen heen. Ik wil andere landen ontdekken. Voorlopig kan het niet. Helaas. Driemaal helaas.
Maar u doet het wel. U trekt van de ene plaats naar de andere. U vertrekt vanuit Lanzarote. U gaat op weg naar Guadeloupe. Over de Atlantische Oceaan. In een zeilboot. U had het nog nooit eerder gedaan. U zeilt voor het eerst. Deze onderneming zou kunnen omschreven worden als een avontuur. U staat voor de meest onvoorspelbare tocht van uw leven. U weet niet wat te verwachten. Het leven op een boot is u volledig onbekend. Toch doet u het. U stapt op. U checkt in. U vertrekt.
U vertrekt niet in het wilde weg. Enkele beslissingen dienen vooraf genomen te worden. Een juiste taakverdeling is broodnodig. Om te vermijden dat aan boord alles in het honderd loopt. Duidelijke afspraken maken de beste vrienden. Dat is op een boot niet anders. Navigator. Medic/onderzoeker. Technisch manager. Radio-operator. Chef-kok. Bootmanager. Elk van u krijgt zijn takenpakket toegewezen. Voor de een is de keuze nogal voor de hand liggend. Voor de ander is de keuze toch niet zo evident. Sommigen moeten naar de les. Anderen zullen tijdens de reis moeten putten uit eigen ervaring en de job on the spot onder de knie moeten krijgen.
Ik kan niet mee. Ik blijf aan wal. Samen met de beste stuurlui. Maar bij die eerste aflevering lijkt het alsof ik mee op die boot zit. Ik word samen met jullie ziek. Samen met jullie hang ik over de reling. Om mijn maag te ledigen. Samen met jullie hoop ik dat ik snel beter wordt. Dat die zeeziekte van voorbijgaande aard is. Samen met jullie doe ik mee aan de zee-bingo. Ik speur samen met jullie naar die twintig voorwerpen. Samen met jullie ben ik alert. Want ik wil winnen. Net als jullie wil ik als eerste alle voorwerpen kunnen afvinken. Samen met jullie verlang ik de green flash te zien. Na zonsondergang. Voor zonsopkomst. Dat wil ik zien. Niet om te kunnen afvinken. Wel om te kunnen ervaren. Samen met jullie sta ik over de reling te plassen. Ik krijg de tranen in mijn ogen als ik al plassend uitkijk over die oneindigheid. Samen met jullie zoek ik mijn plaats. Op die boot. Binnen die groep van zes. Soms zwijg ik. Soms praat ik. Maar bovenal wacht ik af. Net als jullie. Omdat ik vooruitkijk naar wat nog komen zal. Ik weet het niet. Ik kan enkel gissen. Net als jullie. Die onzekerheid maakt mij soms stil.
Ik zag nog maar één aflevering. Toch weet ik het al. Ik kijk verder. Elke maandagavond zal ik op post zijn. Ik zal mij bij u voegen. Want ik wil weten wat er nog zal komen. Drie weken lang op één boot. Op een plek waar schuilen bijna onmogelijk is. U moet elkaar in het gezicht blijven kijken. Omdat samenwerking noodzakelijk is. Het zal vonken en vuur geven. Op momenten dat jullie onder druk komen te staan. Op momenten dat de zee beslist het spel toch wat harder te spelen. Ik kijk uit naar het verbale vuurwerk dat er ongetwijfeld staat aan te komen. Elk van u is niet op zijn mondje gevallen. Het zal dus zwaar kunnen kletteren. Ik zal niet in mijn vuistje lachen. Ik zal mij niet vetten in uw miserie. Zo ben ik niet. Dat ligt niet in mijn aard. Nieuwsgieriger ben ik naar de manieren waarop jullie meningsverschillen zullen oplossen. Waarop jullie misverstanden zullen uitklaren. Want dat is wat zeker zal moeten gebeuren. Jullie hebben niet de luxe om dagenlang jullie ‘kop’ uit te werken. Jullie moeten samenwerken. Uw persoontje is ondergeschikt aan het collectief. Dat is zo. Dat weten jullie. Dat beseffen jullie. Eén voor allen, allen voor één. Zo lijkt het wel. U bent met zes. Maar op die boot zal u het motto van de Drie Musketiers moeten huldigen.
U bent een mooie ploeg. Zes mooie personen. Elk met een eigen karakter. Maar elk van u beseft dat er een manier moet gevonden worden om die karakters samen te brengen. Zonder grote erupties. Zonder grote uitbarstingen. Dus tasten jullie af. Heel voorzichtig. Met kleine vraagjes. Met iets grotere humor. De eerste aflevering heb ik gezien. Ik weet het nu reeds. Jullie komen er. Zonder kleerscheuren. Daarvan ben ik nu al overtuigd. Omdat jullie elkaar dat avontuur gunnen. Omdat jullie elkaar die ervaring gunnen. Omdat jullie beseffen dat niks die unieke ervaring mag overschaduwen. Daarom zal elk van u samenwerken. Daarom zal elk van u het beste van zichzelf geven. Daarom zal elk van u boven zichzelf uitstijgen. Jawel, het wordt een avontuur. Een wonderlijk avontuur.
Ik kijk naar elk van u. U zit op die boot. Plots komt bij mij die gedachte binnen dat wij, hier aan wal, misschien ook dat bootgevoel mogen ervaren. Niet letterlijk, uiteraard. Wij staan met beide voeten op de grond. Maar figuurlijk zou dat bootgevoel de maatschappij wat mooier kunnen maken. Wat toleranter. Omdat wij eindelijk zouden beseffen dat samenwerking loont. Dat het beter is te zoeken naar wat verenigt dan naar wat verdeelt. Ik moet stoppen. Ik begin bijna te klinken als een priester die zijn kudde schapen toespreekt vanop de kansel. Maar toch doet die ene gedachte mij beseffen dat uw programma ook heel misschien kan gezien worden als een maatschappelijk experiment. K3 zong het reeds. Er zit meer in een liedje dan u denkt. Maar heel soms zit er ook meer in een televisieprogramma.
Die eerste aflevering nam u afscheid van uw geliefden. Pas dan leek het door te dringen. Pas dan leek elk van u te beseffen voor welke opdracht jullie stonden. Pas dan drong tot jullie door dat jullie meer met elkaar delen dan enkel dat avontuur. Jullie delen het gemis. Het gemis van een dierbare. Dat besef bleek voldoende om jullie te verenigen. Om jullie nog sterker te maken. Dat gemis zal jullie nog meer naar elkaar trekken. Gemis verenigt. U besefte het. U vertrok. Met in uw hoofden de herinneringen aan uw dierbaarsten. Met rondom u die lotgenoten. Lotgenoten die slechts één doel hebben. Guadeloupe bereiken. En onderweg een fantastische reis beleven.
Reizen is niet voor meteen. Maar dankzij u mag ik toch heel eventjes proeven van die sensatie van het reizen. Ik besef het, ik blijf aan wal. Ik blijf in mijn zetel. In de living. Maar in mijn hoofd zeil ik mee op die golven. In mijn hoofd reis ik. Reis ik echt. Enkel om dat gevoel alleen al zal ik elke maandagavond afstemmen op Vier. Om dat heerlijke ding te mogen doen dat wij reizen noemen. Zelfs al is het vanuit mijn luie zetel.
Beste Charlotte. Beste Evi. Beste Imke. Beste Dominique. Beste Jani. Beste Otto-Jan. Ik wil u nu al danken voor dat fantastische avontuur dat ik met elk van u zal meebeleven. Ik wil u nu al danken voor dat wonderlijke bijzondere programma. Ik wil u nu al danken omdat u mij toestaat avonturier te zijn. Op een licht comfortabele wijze.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties