Beste Jenny,
Een begin. Een midden. Een einde. Als u mij zou vragen één van de voornaamste kenmerken van een boek te schetsen, zou ik u dat antwoorden. Elk boek begint bij het begin. Elk boek herbergt ergens het midden. Elk boek werkt naar een einde toe. Met uw boek zette u die logica op zijn kop. Jawel, uw boek begint. Uiteraard. Jawel, uw boek eindigt. Uiteraard. En jawel, uw boek heeft zelfs een midden. Toch ervaarde ik het zo niet. Uw boek deed mij aanvankelijk zoeken. Aanvankelijk diende uw boek mij vertrouwd te worden. Dat duurde een tijdje. U hoeft dat niet op te vatten als een verwijt. Het ligt aan mij. Ik heb het moeilijk met verandering. Een man met vaste gewoontes, zo zegt mijn vrouw wel eens. Ik kan best wel omschakelen. Ik kan best wel switchen. Alleen duurt het een tijdje. Zoals met uw boek.
Pas na een tijdje begreep ik het. Uw boek las als een dagboek. Een dagboek waarin Lizzie, het hoofdpersonage, haar verhaal neerschrijft. Het verhaal van haar dagelijkse leven. In dat verhaal reflecteert zij over haar leven. Alsof zij op die manier greep tracht te krijgen op dat leven. Zij kijkt naar haar verschillende relaties. Met haar man. Met haar kind. Met haar hond. Met haar job. Met haar broer. Met haar schoonzuster. Met de buren. Zij analyseert die relaties. Niet op een zwaarwichtige manier. Wel op een natuurlijke manier. Een manier, die toelaat dat er twijfels mogen bestaan. Want die zijn er. Over de liefde stelt zij zich de vraag of het elders niet beter zou kunnen zijn. Tot op zekere hoogte onderzoekt zij dat. Zonder vreemd te gaan. Zo ver drijft zij het niet. Zij houdt het netjes. Maar dan stelt zij vast dat het bijzonder lang zou duren om met iemand anders op hetzelfde niveau van relatie te komen die zij momenteel heeft met haar man. Dat zou kunnen geïnterpreteerd worden als gemakzucht. Als luiheid. Ik zou het eerder beschouwen als een vorm van luxe. De luxe te beseffen dat je op een niveau bent aanbeland waarop een relatie als natuurlijk wordt beschouwd. Waarin niemand wordt gedwongen telkens weer te streven naar het beste. Dat hoeft niet. Het mag al eens minder zijn. Dat te weten en te beseffen is inderdaad een luxe.
Maar er is niet enkel de liefde waarover Lizzie nadenkt. Waarover zij schrijft en mijmert. Net zozeer schrijft zij over de snelheid van de tijd. Over het belang van wetenschap. Over het hebben van kinderen. Over het opgroeien van kinderen. Over school. Over meditatie. Over al die dingen schrijft zij. Soms uitgebreid. Soms heel beknopt. Zij laat ons ook kennis maken met de klanten van de bibliotheek. Want daar werkt zij. Zij vertelt over die klanten. Over die lezers. Over hun eigenaardigheden. Over hun vragen. Zij vertelt over de manier waarop zij omgaat met die curiositeiten. Met die vragen.
Aanvankelijk blijft het verhaal beperkt tot die dagdagelijkse beslommeringen. Het redden van de wereld maakt er geen deel van uit. Dat verandert. Het verhaal waaiert uit. De wereld doet zijn intrede. De deuren en ramen worden opengezet. Plots blijft het verhaal niet meer beperkt tot de kleine vragen. Antwoorden op de grote vragen moeten ook gezocht worden. Via een nieuwe uitdaging komt de klimaatverandering het verhaal binnen. Lizzie begint zich vragen te stellen. Zij beseft dat het leven gewoon doorgaat terwijl wij langs de hete thema’s stappen. Blindelings. Wij stappen op de afgrond af. Een klimaatramp dreigt. Zo voelt Lizzie het aan. Daarom gaat zij nadenken over de verschillende rampscenario’s. Over de verschillende overlevingsstrategieën. Die overpeinzingen en gedachten sluipen het verhaal binnen. Waardoor het plots minder luchtig wordt.
Niet enkel de klimaatverandering wordt onderdeel van het verhaal. Ook Donald Trump stapt het verhaal binnen. De man is zo alomtegenwoordig dat het bijna onmogelijk is hem buiten een boek te houden. De persoon van Trump dwingt Lizzie tot stellingname. In het zoeken naar een houding tegenover dat bespottelijk figuur kan Lizzie niet buiten de Amerikaanse politiek. Ook daarover moet zij nadenken. Heel kleine, subtiele verwijzingen weeft zij in het verhaal. Zo schrijft zij over de gevolgen van Trump als president. Over de groeiende tweedracht in het land. Over de angst om over politiek te praten. Omdat het al te vaak ontaardt in scheldpartijen. Zij heeft het over die ene reflex als Trump op televisie verschijnt. Een reflex, die ik ook bij mijzelf herken. Telkens als Trump op televisie verschijnt, schakelt zij het geluid uit. Om die stem van Trump toch maar niet te moeten horen.
Klimaatverandering? Trump? Het lijkt allemaal nogal zwaar op de hand. Dat is het niet. Dat is het geenszins niet. Ik heb mijzelf erop betrapt dat ik vaak heb moeten lachen bij het lezen van dit boek. Vaak moest ik lachen bij de anekdotes. Bij de spelletjes. Bij de woordspelletjes. Bij de grappen. Want dat alles wordt het verhaal binnengebracht. Alsof Lizzie lijkt te beseffen dat er weerwerk dient geboden te worden aan de zware thema’s. Dat die grappen en grollen moeten zorgen voor de nodige opklaringen.
Opklaringen? Dat woord doet mij beseffen dat dit verhaal als een weersverwachting is. Dat het leven als een weersverwachting is. Soms kan het stormen. Soms kan het overtrokken zijn. Soms kan het miezeren. Soms kan het oude wijven regenen. Soms kan de zon stralen. De ene dag kan het het één zijn. De andere dag kan het het ander zijn. Het kan alle kanten uit. Soms is het standvastig. Soms is het wisselvallig. Maar steeds weer is het boeiend. Steeds weer is het interessant.
Beste Jenny. Ik las uw boek. Ik las uw weersverwachting. U hebt mij doen lachen. Veel en vaak. U hebt mij doen nadenken. Over zware thema’s die onze wereld beheersen. Aanvankelijk was ik zoekende. Aanvankelijk wist ik niet welke richting uw boek uitging. Bij het einde aangekomen kijk ik terug. Met een glimlach. Met een warm gevoel. U schreef een mooi boek. U schreef een goed boek. Daarvoor wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties