Uitgelezen: Zo verliep de tijd die me toegemeten was. Brief aan Dirk Van Duppen.

Gepubliceerd op 2 september 2020 om 12:59

Beste Dirk,

 

Van boeken worden heel soms wonderen verwacht. Dat had ik ook met uw boek. Ik wou uw boek lezen als u nog in leven was. Bij u was terminale pancreaskanker gediagnosticeerd. U zou niet het eeuwige leven hebben. Dat besefte u ten volle. De diagnose was helder en klaar voor u. U bent dokter. U weet dingen juist in te schatten. Dat deed u ook bij deze. Ik ben geen dokter. Bij mij ging het anders toen ik vernam dat u terminaal was. Zoals ik al zei, ik verwachtte een wonder van uw laatste boek. Ik had die vreemde ingeving dat u zou blijven leven zolang uw boek ongelezen in mijn boekenkast bleef. Ik raakte het boek niet aan. Uw boek bleef dicht. Het mocht niet baten. Mijn verwachte wonder bleef uit. U stierf. Ik nam dan toch uw boek uit mijn kast. Ik ging het lezen. Een passender eerbetoon kon ik niet bedenken.

 

Uw boek beschouwde ik als uw testament. Uw levenstestament. Dat viel nogal magertjes uit. Slechts honderd tweeëntwintig pagina’s. Dat is weinig. U had nochtans een rijk leven. Een druk leven. Op vele fronten was u aanwezig. Het begon in een leerlooierij. Liep verder via Palestijnse vluchtelingenkampen. Ging door in de groepspraktijk van Geneeskunde voor het Volk. U was de pleitbezorger voor het kiwimodel. U vocht tegen het fijn stof in Antwerpen. U was actief lid in de districtraad, de gemeenteraad en de OCMW-raad. U was aanwezig bij de laatste stuiptrekkingen van de Boelwerf. U trok zich het lot van de vluchtelingen aan. U stelde kritische vragen bij de macht van farmabedrijven. Dat alles deed u. En dan toch maar honderd tweeëntwintig pagina’s. Ik kan het bijna niet begrijpen. Terwijl ik uw boek lees, stel ik mij de vraag wat er na mij zou kunnen geschreven worden. Ik stel mij de confronterende vraag hoeveel pagina’s mijn levenstestament zou tellen. Het angstzweet breekt mij uit. U liet indrukken na. Blijvende indrukken. Soms voor slechts enkele betrokkenen. Soms voor een hele maatschappij. Ik kan enkel hopen dat ik degenen, die om mij heen staan, heb ik kunnen beroeren. Maar ik wil het niet hebben over mijn plotselinge twijfels. Mijn brief is aan u gericht. Uw boek heb ik gelezen. Een dun boekje dat misschien net door zijn beknoptheid een illustratie wil zijn van uw motto: geen woorden maar daden. U praat als het nodig is. Toch geeft u de voorkeur aan de actie. De barricaden zijn de plek waar wij u telkens mochten verwachten. U geloofde in de uiteindelijke overwinning maar besefte tegelijk dat tussentijdse kleine overwinningen noodzakelijk waren in die race. Die kleine overwinningen behaalde u. In uw boek levert u daarvan het bewijs. De uiteindelijke overwinning moet voorlopig nog even wachten. Maar het besef groeit. Wij kunnen enkel hopen.

 

Ik lees uw boek en besef dat u de juiste vragen stelt. Over uw antwoorden kan gediscussieerd worden. Meningsverschillen kunnen. Meningsverschillen mogen. Over die juiste vragen gaat u het debat aan. Dat politieke talent mis ik nu. Of ik zie het niet. Politici worden vandaag gegijzeld door de waan van de dag. De eerstvolgende peiling bepaalt het beleid. U keek voorbij de waan. U deed aan politiek. U was bekommerd om het algemeen belang.

 

U hebt op vele niveaus gevochten. Gestreden. Maar die strijd maakte u niet pessimistisch. Integendeel. Uw positief mensbeeld bleef intact. Bleef overeind. Ondanks alle onheilsboodschappen bleef u ervan overtuigd dat de mens gericht is op de ander. Bij die overtuiging plaatste u evenwel een belangrijke kanttekening. U besefte dat de maatschappelijke omstandigheden bepalend zijn. Die bepalen of wij overhellen naar de positieve, sociale, solidaire kant van onze natuur of naar de evolutionair oudere instincten zoals zelfzucht, dominantie, agressie. Samen met José Saramago besefte u dat, als de omstandigheden zo bepalend zijn voor de mens, het hoogtijd wordt dat wij die omstandigheden meer menselijk dienen te maken. Onze prosociale menselijke natuur moet het winnen van de asociale maatschappelijke structuur van het neoliberalisme. Daarvan was u zich bewust. Dat was uw drijfveer. Dat was uw leitmotiv. Alweer kan ik stellen dat u een juiste analyse maakte. U wist terdege welke strijd gestreden moest worden.

 

Ik las over uw engagement. Ik las over uw gedrevenheid. U raakte mij diep. Toch was er één ding dat mij nog meer ontroerde. Dat was uw ode aan de liefde. Aan de kracht van diezelfde liefde. Want meer dan al het andere was dat de rode draad in uw leven. Liefde was uw motor. U werd geliefd. Door uw vrouw. Door uw kinderen. Door uw kleinkinderen. Door uw schoonzoon en schoondochters. Die liefde wist u uit te dragen. Naar hen die het nodig hadden. Die liefde wist u om te zetten in uw politieke handelen.

 

Beste Dirk. Ik las uw boek. Slechts één ding kan ik besluiten. U was een mooi mens. U was een goed mens. Ik mag enkel hopen dat uw levenstestament een aanzet vormt voor velen. Een aanzet tot politiek handelen. Want uw vragen en analyses zijn meer dan nodig in het politieke debat van vandaag. Uw kleine boekje kan een grote bron van inspiratie vormen. Hopelijk voor velen.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.