Beste Tash,
Heel waarschijnlijk zal u het niet weten. U kent mij niet. U kan het dus niet weten. Daarom zal ik het maar zeggen. Ik zal u niet laten gissen. Reizen is mijn passie. Helaas, datzelfde reizen wordt onmogelijk ten gevolge van de coronacrisis. We moeten in ons kot blijven. Alhoewel, we mogen wel al eens dat kot uit. Maar de grens over is nog altijd een stap te ver. Reizen wordt dus een verre droom. Een droom waarvan ik hoop dat die heel binnenkort opnieuw werkelijkheid wordt. Dat zou mooi zijn. Intussen moeten we ons behelpen. Een boek kan dan nuttig zijn. Uw boek kan dan nuttig zijn. Via uw boek kan ik op reis. U neemt mij mee naar Maleisië. Naar Azië, mijn favoriete continent. Het zal u vreemd lijken maar het was alsof ik werkelijk in dat land stond. Dat was geheel uw verdienste. U nam mij mee op sleeptouw. U liet mij kennismaken met het land. Met zijn bewoners. Met zijn problemen. Ik leerde het land kennen. Vanop afstand. Terwijl het niet zo voelde. Afstand was er niet. Ik zat er midden in. Midden in het verhaal. Midden in de actie.
Ah Hock, het hoofdpersonage uit uw boek, heeft een moord begaan. Daarvoor is hij gestraft. Nu is hij vrij. Ontslagen uit de gevangenis. Een journaliste wilt zijn verhaal vertellen. Dat lijkt hem vreemd. Hij noemt zichzelf onbeduidend. Hij kan niet begrijpen dat er ook maar iemand zou geïnteresseerd zijn in zijn verhaal. Hij is maar een vissertje. Uit een klein vissersdorpje. Wat zou hij dan te vertellen hebben aan de wereld? Niks, toch? Ondanks die overpeinzingen laat hij zich toch verleiden. Hij aanvaardt het aanbod. Hij vertelt zijn verhaal. Een verhaal dat al snel zijn eigen persoon overstijgt. Het verhaal dijt uit. Vertelt zo veel meer. Al snel blijkt dat een onbeduidend persoontje best wel interessant kan zijn. Omdat hij ons een wereld toont, die ons voordien onbekend was. Omdat hij ons zijn wereldje binnentrekt. Een wereldje, die hij zelf behoorlijk goed kent.
Uit zijn verhaal blijkt dat woorden via een terugblik plots een andere lading kunnen krijgen. Een andere betekenis. Een handeling wordt moord. Een ordinaire plek wordt een plaats delict. Een arbeider wordt moordenaar. Een stuk hout wordt een moordwapen. Daden kunnen de woordenschat kleuren. Door terug te kijken kan de oorspronkelijke kleur van een woord veranderen. Dat oorspronkelijke kleur kan verharden. Kan verdonkeren. Wij zien hoe de oorspronkelijke kleuren in het aanvankelijk onschuldige verhaal verpieteren. Zij worden minder helder. Ze worden zwaar.
Toch zijn het niet enkel de betekenis van woorden die veranderen. Doorheen het verhaal zien wij ook hoe het vissersdorpje verandert. Zakenlui doen hun intrede. Zelfstandige vissers worden arbeiders. Zelfvoorziening wordt business. Klein wordt groot. Die schaalvergroting heeft zijn impact op het vissersdorpje. Op de vissers. Geleidelijk aan verandert het leven. De grote wereld dringt binnen in het dorp. Plots wordt duidelijk hoe een beslissing op één punt in de wereld onmiddellijk gevolgen heeft op een ander punt in diezelfde wereld. De globalisering treedt binnen in het verhaal. Het verhaal over één enkele moord krijgt plots een ruimer kader.
Het verhaal wordt een reflecteren over een snel veranderende maatschappij. Ah Hock vertelt over vreemdelingen. Over vluchtelingen. Over vluchten en schuilen. Over oorlog. Hij zelf kan zich makkelijk verplaatsen in het verhaal van die vreemdelingen. Hij zelf heeft Chinese grootouders die vanuit Indonesië naar Maleisië verhuisden. Zijn vader verlaat het gezin en moeder en zoon vervallen net niet in armoede. Hij heeft zwarte sneeuw gezien. Hij heeft moeten knokken om te komen waar hij staat. Niks kreeg hij in de schoot geworpen. Wat hij heeft bereikt, is geheel zijn eigen verdienste. Net die gedachte maakt hem bang dat hij terug naar af moet. Dat hij alles zal verliezen. Dat hij alles opnieuw zal moeten opbouwen. Dat hij alle erbarmelijke omstandigheden opnieuw zal moeten beleven. Dat weigert hij. Hij wil niet opnieuw naar af. Daarom neemt hij dat ene besluit. Dat ene besluit met verstrekkende gevolgen. Hij wou alles behouden maar verloor uiteindelijk toch alles.
Toch is het niet enkel het verhaal over vreemdelingen en vluchtelingen. Het wordt meer. Veel meer. Hij vertelt over de relatie moeder-zoon. Een fantastische relatie. Een mooie relatie. Een sterke relatie. Beiden worden gedreven door een sterke overlevingsdrang. Opoffering en zelfopoffering zijn nooit ver weg. Moeder wenst het beste voor haar zoon. Omgekeerd ook. De zoon is bezorgd om zijn moeder. Hij ziet haar veranderen. Zij ziet hem veranderen. Maar zij blijven samen. Nooit laten zij elkaar vallen. In een bijna verloren strijd nemen zij het op tegen de wereld. De wereld die weinig erbarmen toont. De wereld die zijn natuurkrachten afstuurt op twee ploeterende mensjes. Toch blijven zij overeind. Blijven zij net overeind.
Vreemdelingen. Moeder en zoon. Ik zei het reeds, het wordt meer. Zo passeren de lamentabele arbeidsomstandigheden heel vaak de revue. De arbeidsomstandigheden van vaak illegale werkers. Voor Ah Hock is het geen ver-van-mijn-bed-show. Hij weet waarover hij praat. Hij staat er midden in. Hij is betrokken partij. Hij werkt samen met illegale werkers. Hij ziet hoe zij leven. Hij weet wat zij betaald krijgen. Hij weet wat zij voor dat kleine loon moeten doen. Hij weet hoe zij zwoegen. Hoe zij nauwelijks leven. Dat alles doet hem besluiten dat niet het te lage loon het probleem is. De te zware arbeid is de kern van het probleem. Die bedenkingen laten de bazen koud. Wat voor hen telt, is de winst. Geld is voor hen de drijvende kracht. Hun arbeiders zijn van geen tel. Zij zijn inruilbaar. Mensensmokkelaars leveren snel en vlot de juiste aantallen arbeiders. Het is een harde wereld waarin onderaan de maatschappij velen spartelen om toch maar overeind te blijven terwijl bovenaan slechts enkelen incasseren en het vele geld tellen.
Dat zijn de grote thema's. Maar die kleinere thema's zijn net zo belangrijk. Kleinere thema's zoals vriendschap. Engagement. Ambitie. Voorbeschikking. Dromen. Vrijheid. Milieuvervuiling. Overleven. De verleiding van de criminaliteit. Succes. Geld. Het dorpsleven. Corruptie. Al die kleinere thema's komen samen met de grote thema's in één wervelend verhaal. Het verhaal van een moord. Die combinatie maakt dat niet langer de schuldvraag centraal staat. Het kan hard lijken maar die vraag interesseert mij nauwelijks. Ik wil niet weten of de veroordeling terecht was. Ik wil niet weten of de gevangenisstraf een juiste straf was. Dat alles doet er niet toe. Ik lees het verhaal en zie hoe geleidelijk aan een ander iemand in de beklaagdenbank schuift. Niet Ah Hock moet zich verantwoorden. Niet Ah Hock moet op zoek naar excuses of verschoningsgronden voor zijn daad. Iemand anders moet zich verantwoorden. Dat besef ik nadat ik de laatste bladzijde gelezen heb. De wereld. De wereld wordt ter verantwoording geroepen. De wereld die onbeduidende mensjes vermorzelt. Verplettert.
Beste Tash. Ik weet niet hoe uw boek te omschrijven. In uw boek hebt u het even over verhalende non-fictie. Over misdaadjournalistiek. Dat zou best wel kunnen. Dat zou best wel juist kunnen zijn. Over die termen wil ik niet in discussie gaan met u. Ik las uw boek. Eén ding weet ik zeker. U schreef een aangrijpend verhaal. Een scherpe aanklacht. Op overtuigende wijze. Op vakkundige wijze. U laat Ah Hoch ergens in het boek zeggen dat zijn verhaal niemand zou interesseren. Ik kan en durf u heel duidelijk te zeggen, dat is niet zo. Zijn verhaal wist mij te raken. Heeft mij ontroerd. Dit verhaal boeit. Schudt wakker. Omdat dit niet het verhaal is van slechts één dorp. Wel van vele dorpen. Omdat dit niet slechts het verhaal is van slechts één enkeling. Wel van vele enkelingen. Voor die getuigenis wil ik u van ganser harte danken. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties