Beste Dirk,
Vorige week kwam ik nog eens op zolder. Ik kom er niet vaak. Ik moet deze bekentenis bijstellen. Eerlijkheid is een mooie deugd. Op één van de zolderkamers kom ik niet vaak. Om het gemakkelijk te houden, kunnen we die ene kamer de berging noemen. Op die berging begin ik meteen te zweten. Omdat ik daar enkel werk zie. Veel werk. Vele dingen liggen hier gestapeld. Dingen, die we niet meer nodig achten. Dingen, die wachten op de volgende stap. Rommel- en tweedehandsmarkt. Kringloopwinkel. Containerpark. Dat alles vraagt om sorteren. Triëren. Dat vele werk wil ik niet in de ogen kijken. Daarom blijf ik dus weg.
Zoals ik al zei, ik kom niet vaak op zolder. Maar vorige week was ik nog even op die berging. Op die berging botste ik op mijn oude elpees. Jawel, die liggen op zolder. Geen platenspeler meer, dus niet meer nuttig. Een hard verdict, ik besef het. Maar plaatsgebrek dwingt ons soms tot harde maatregelen.
Nostalgie deed mij even doorheen die platencollectie gaan. Ik botste op een single. I don’t mind if the Sputnik lands. Dat moet u bekend in de oren klinken. Het kan niet anders. In de jaren tachtig van de vorige eeuw bracht u die single uit. Ik kocht er eentje van. Vroeger heb ik die grijsgedraaid. Nu ligt die stof te verzamelen op de berging. Het leven kan soms onrechtvaardig zijn. Zelfs het leven van een single.
Nu keek ik dus naar die single. Meteen kwam die ene vraag in mij op. Hoe zou het nog zijn met. De eerste jaren na die single volgde ik u nog. Maar het verwaterde. Tot op het moment dat ik u volledig kwijt was. Ergens onderweg hadden wij afscheid genomen. Zonder woorden. Zonder enig gebaar. Het was gewoon gebeurd. Die vaststelling maakte mij wel nieuwsgierig. Ik ging op zoek. Naar sporen van uw bestaan. Die sporen vond ik. U was levend en wel. Alive and kicking, zoals wij in ietwat gepimpt Nederlands ook wel eens zeggen.
Ik zag dat u nog op tournee ging. Met De Flandriens. U reist langsheen de culturele centra met Nederlandse bewerkingen van anderstalige Belgische hits. Dat doet u niet alleen. U bent in goed gezelschap. Eva De Roovere. Gert Bettens. Wigbert Van Lierde. Jan Hautekiet. Ik zag niet enkel dat verheugende nieuws. Ik zag nog meer. Ik zag dat u vorig jaar een album had uitgebracht. A boy named Dirk. Dat leek mij een mooie kans elkaar weer te ontmoeten. Een mooie gelegenheid om onze wegen opnieuw naar elkaar te leiden. Ik ging opnieuw kennismaken. Ik ging luisteren.
Ik hoorde meteen weer die stem. Die stem van Heart beats faster. Van No regrets. Van Fool yourself forever. Van Building an empire. Ik hoorde diezelfde warme stem. Vele jaren waren voorbijgegaan maar deze hadden nog geen grip gekregen op uw stem. Die klonk nog steeds zuiver. Een heuse geruststelling. Zoals atleten hun lichamen verzorgen om tot wereldse records te komen, moet u hetzelfde gedaan hebben met uw stem. U hebt die stem verzorgd. Ik weet niet of het bestaat maar misschien hebt u het gedaan. Stemaerobics. Oefeningen met de stembanden. Ik weet niet wat u allemaal kan of moet doen met een stem. Een stem is mijn werkinstrument niet. Het uwe wel. Ik kan slechts vaststellen. Uw stem is prachtig. Uw stem dwingt mij dichter bij u aan te schuiven. Uw stem overtuigt mij. Dat dit album best wel goed. Best wel zeer goed is.
We hadden elkaar lang niet gezien. Toch voelde ik mij meteen thuis in uw nieuwe album. Dat is eigen aan vakmanschap. Vakmanschap sluit niemand uit. Stoot niemand af. Het opent zijn armen. Voor iedereen. Ook ik werd verleid door uw vakmanschap. Ik bleef hangen. Ik had een nieuwe stek gevonden. Een muzikale stek, die ik niet meteen wou verlaten. Velen zullen mij vragen die stek te beschrijven. Zullen mij vragen in welke stijl die stek werd opgetrokken. Onze hang naar labels noopt ons tot die vragen. In mijn antwoord zal ik mij beroepen op uw woorden. Uw woorden zal ik even lenen. Rocknrollbluesoulfunkfolkreggaejazz, dat zal ik antwoorden. In de hoop dat mijn tong niet in een knoop draait. Een opwerping van die enkele kritische geest zou kunnen zijn dat het eclectische karakter van het album toch storend moet zijn. Die opmerking zal ik counteren. Met overtuiging. Ik heb een missie. Ik zal opmerken dat die vele stijlen toch een eenheid vormen. Dat kan gek klinken. Toch is het zo. U neemt ons mee op een reis doorheen het muzikale landschap. Doorheen uw muzikale wereld. Voor elk lied kiest u de juiste kleur. De kleur van de juiste stijl. Ik luister en reis mee. Alles zit juist. Dat besef ik. Elke keer als ik weerkeer.
Als u mij zou vragen welk nummer ik het allerbeste vind, zou ik u moeten ontgoochelen. Op die vraag kan ik niet antwoorden. Wil ik niet antwoorden. Omdat ik op die manier onrecht zou doen aan de andere nummers. De nummers die ik niet zou vernoemen. Dat wil ik niet. Omdat elk nummer in zich dat kenmerk van uitmuntendheid draagt. Elk nummer weet mij te charmeren. Elk nummer weet mij te raken. Dat is ook meteen de reden waarom een album een goed album wordt genoemd. Er is geen middelmaat. Er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen goede en minder goede nummers. Gewoon omdat die minder goede nummers er niet zijn.
Dat ene bezoek aan mijn berging op mijn zolder heeft mij blij gemaakt. Het bracht mij opnieuw tot u. Tot uw meest recente album. Ik ging op zolder en deed een ontdekking. Elke daad die een mens stelt heeft zijn gevolgen. Zelfs de kleinste daad. Ik kan niet blijer zijn met dat ene gevolg van die ene, kleine daad. Ik ontdekte een parel. Terwijl ik dat schrijf kan ik een liefdevolle glimlach niet onderdrukken.
Beste Dirk. Ik wil u sorry zeggen. Omdat wij elkaar waren kwijtgeraakt. Maar bovenal wil ik u dank zeggen. Voor dat mooie muzikale geschenk. Ik ga mijn brief afsluiten en keer terug naar uw wereld. Naar A boy named Dirk. Ik ga nog even luisteren. Bedankt. Bedankt. Bedankt.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties