In tijden van corona: het corona-anthem. Brief aan Katrien Verfaillie, Raf Walschaerts en Walter Janssens.

Gepubliceerd op 20 april 2020 om 12:01

Beste Katrien,

Beste Raf,

Beste Walter,

 

Als mij over vijftig jaar de vraag zou gesteld worden wat ik mij van de coronacrisis nog herinner, zou ik allereerst lichtjes en welgezind lachen. Dat mij die vraag gesteld wordt zou immers betekenen dat ik de honderd voorbij ben. Dat mijn droom van honderd twintig jaar binnen handbereik ligt. Dat vooruitzicht stemt mij blij. Na die blije glimlach zou ik even diep nadenken. Want een vraag verdient een antwoord. Een antwoord verdient het nodige denkwerk. Zo is het mij geleerd. Zo doe ik het. Aan mijn antwoord zou de nodige twijfel voorafgaan. Ik zou twijfelen tussen solidariteit en creativiteit. Tussen die beide mogelijke antwoorden zou ik twijfelen. Maar uiteindelijk zou ik aan de vraagsteller antwoorden: creativiteit. Die creativiteit zou mij bijblijven. Die creativiteit zal ik mij herinneren. Zelfs na vijftig jaar.

 

In coronatijden krijg ik vele filmpjes doorgestuurd. Via allerlei kanalen. Al die filmpjes zijn het bewijs vaan onuitputtelijke creativiteit. Veroordeeld om in hun kot te blijven, vinden sommige verlichte geesten een uitlaatklep in het creëren. In het knutselen. Sommige van die filmpjes bekijk ik heel vluchtig. Andere kijk ik volledig uit. Maar dan zijn er die enkele. Die betere. Die uitzonderingen. Die bewaar ik. Om meerdere keren te kunnen bekijken. Omdat die uitzonderlijke filmpjes buitengewoon goed zijn. Buitengewoon inventief. Buitengewoon geestig. Buitengewoon ontroerend. Jawel, heel soms kan het gebeuren dat die vele vormen van buitengewoon samenkomen in één filmpje. Zoals bij u. Zoals bij uw filmpje.

 

Ik had uw filmpje het voorbije weekend reeds doorgekregen. Ik antwoordde niet meteen. U kan dat misschien traag vinden. Maar traagheid is het nieuwe tempo in deze tijden. Het mag wat trager. Niks lijkt nog dringend. Op dat nieuwe ritme laat ik mij sturen. Laat ik mij leiden. Dat nieuwe ritme is de reden waarom ik nu pas schrijf. In andere, vroegere tijden had ik mij onmiddellijk voor mijn computer gezet. Om u te antwoorden. Heel kort. In weinig woorden. Nu niet. Nu laat ik alles even bezinken. Nu antwoord ik u. Lang. In vele woorden.

 

U sloeg mij met verstomming. Vanaf die eerste seconde. Vanaf de tweede seconde greep u mij bij mijn nekvel. Ik was in de ban. Ik keek. Ik luisterde. Met mijn mond open. Wagenwijd open. Mijn mond sluiten kon ik niet. Ik was al te zeer verbaasd. Ik zette mij neer. Installeerde mij. Om alles diep tot mij te laten doordingen. Want wat u zong mocht niet zomaar voorbijgaan. Uw woorden moesten beluisterd worden. Elk woord. Elke zin. Terwijl ik luisterde, ging elk haartje op mijn armen rechtop staan. Kippenvel, dat is wat ik kreeg. Dat is wat mij overkwam. Ik moest vechten tegen de tranen. Al te zeer was ik ontroerd. Al te diep was ik ontroerd. Engelen bestaan niet. Daar ben ik wel uit. Toch deed u mij twijfelen. Het leek alsof een engel mij toesprak. Alsof een engel dat raam opende en zong. Zong enkel en alleen voor mij. Ik was uw publiek.

 

Dat ene lied vat alles samen. In dat ene lied zit alles vervat. De angst. De twijfel. De hoop. Wij horen hoe het begon. Hoe het zich verspreidde. Wij horen hoe regeringsleiders reageren. Hoe sommigen ontkennen. Wij horen hoe mensen dingen missen. De vriendschap. De familie. Wij horen hoe iedereen zijn best doet. Door in meer of mindere mate de genomen maatregelen te volgen. Maar bovenal hoor ik in dat lied het verlangen. Het verlangen om ooit weer samen te komen. Het verlangen om ooit weer te ontmoeten. Dat verlangen, dat nu eventjes moet onderdrukt worden, heeft iedereen. Dat verlangen vertaalt u. In die vertaling raakt u iedereen.

 

Het kan vreemd klinken maar elke crisis vraagt om een lied. Om het juiste lied. Voor deze coronacrisis is uw lied het juiste lied. Omdat het troost biedt. Omdat het hoop geeft. Troost en hoop is wat wij in deze tijd nodig hebben. In ongelimiteerde dosissen. Onbeperkt. Die dosissen zijn nodig om de crisis door te komen. Om te beseffen dat ooit alles zal goed komen. Wanneer weten we nog niet. Dat hoeft nog niet. Enkel dat besef volstaat. U levert een schitterende bijdrage om dat besef levend te houden. Om dat besef te voeden. Jawel, ik luister en ik weet. Ik weet dat wij met uw lied het anthem voor deze crisis hebben.

 

Iedereen kijkt uit naar het einde. Het einde van de crisis. Het moment waarop de maatregelen zullen opgeheven worden. Sommigen spreken al van zogenoemde bevrijdingsfeesten. Omdat zij zich dan bevrijd zien uit hun kot. Ik zie het anders. Ik zie ons allen naar buiten stappen. Op pleinen. In straten. In cafés. In parken. Op podia. Iedereen. Ik zie iedereen dat ene lied zingen. Uw lied. Elk in zijn dialect. In zijn taal. Ik zie dat gebeuren en ik voel de verenigende kracht van dat moment. Ik zie dat en ik hoop dat die verenigende kracht nooit zal wegdrijven. Dat die kracht voor eeuwig blijft. Dat zou mooi zijn. Dat zou mooi zijn dat we dit kunnen doen met uw lied.

 

Beste Katrien. Ik wil u danken dat u uw raam openzette. Dat u dat lied zong. Voor ons. Het deed deugd. Meer dan deugd. Daarvoor van harte bedankt.

 

Met vriendelijke groeten.

 

PS: Ik ben nieuwsgierig. U moet het mij vergeven. Maar ik ging even het internet op om uw naam te googelen. Ik kwam uit bij Pigeon. Dat is uw artiestennaam. Onder die naam maakt u muziek. Ik maakte kennis met een schitterende pianiste. Ik luisterde naar uw beide albums, Short Stories en Pigeon. Ik beluisterde ze integraal. Ik was onder de indruk. Behoorlijk onder de indruk. Dat ene lied deed mij kennismaken met een artieste. Een buitengewone artieste.

Reactie plaatsen

Reacties

Calemyn Ronaldp
4 jaar geleden

Prachtig. Mooie tekst.

hilde demeulenaere
4 jaar geleden

Zo schoon lied. Ik word er warm va' van binnen.

Maggy
4 jaar geleden

Geweldig, gefeliciteerd

Stefaan Schamp
4 jaar geleden

Prachtig, mooie stem, gevoel, waar heeft men zo een talentvolle artieste kunnen verbergen!? Hopelijk horen we hier meer van!!??