Uitgelezen: Intussen komen mensen om. Brief aan Alicja Gescinska.

Gepubliceerd op 8 april 2020 om 13:09

Beste Alicja,

 

U begint uw nieuwste boek met een gedicht. Niet zomaar een gedicht. U kiest voor een gedicht van Wislawa Szymborska. U kon het niet weten maar net zij is mijn favoriete dichter. Indien u nu zou denken dat ik een kenner ben en dat mijn verzameling aan gedichtenbundels onuitputtelijk is, dien ik u teleur te stellen. Enkele van haar bundels staan in mijn boekenkast. Net zoals enkele bundels van Joris Iven. Dat is het zowat. Meer heb ik niet. Zoals ik al zei, een kenner durf ik mij niet te noemen. Ondanks die poëtische beperking kon u mij niet gelukkiger maken met het begin van uw boek. Een grotere uitnodiging om verder te lezen kon ik niet meteen bedenken.

 

Uiteraard koos u dat gedicht niet om mij te plezieren. U had andere redenen. U vond het de perfecte inleiding voor uw boek. Omdat het zo dicht aansloot bij de thematiek van uw boek. In uw boek staat u stil bij uw beweegredenen om de politiek in te stappen. U schrijft over de noodzakelijkheid van een verenigd Europa. Over de noodzakelijkheid van de politiek. U reflecteert over uw rol als filosoof in het maatschappelijke debat. U gaat dieper in op het gevaar van het rechts-nationalistische populisme. Al die thema’s komen samen in dat ene gedicht. In uw boek zal u de woorden van de dichteres uitdiepen. Verbreden.

 

U stapte de politiek in. Aan die beslissing gingen enkele slapeloze nachten vooraf. U raadpleegde vele vrienden. Sommigen zeiden de stap te zetten. Anderen hadden zo hun bedenkingen. Toch waagde u te springen. Omdat u niet anders kon. U kon niet aan de zijlijn blijven. Het was de tijd die bepaalde de politieke arena te betreden. U beseft dat niks voor altijd is. Voor Europa en de Europese gedachte moet gevochten worden. Met uw kandidaatstelling wenste u hieraan een bijdrage te leveren.

 

De kwaliteit en de gezondheid van een democratie hangen in grote mate af van de ideeën die in de publieke ruimte geuit worden. U stelt vast dat een gebrek aan inzicht en een teveel aan foute denkbeelden de democratie zelf aantasten. De nuance blijkt weggevallen. Nochtans is nuance de kroon op de beschaving. Aan deze vaststelling koppelt u de gedachte dat politiek een noodzaak is die voortvloeide uit de vatbaarheid van de mens voor giftige gedachten. Politiek moet het kwaad dat eigen is aan de mens zien in te tomen. U wenst niet toe te kijken hoe de menselijkheid uit de mensheid verdwijnt. Afzijdigheid is niet langer een optie voor u.

 

Omdat afzijdigheid niet langer een optie is, dwingt u zichzelf na te denken over uw uiteindelijk functioneren als filosoof. Een filosoof moet in de wereld staan. In de werkelijkheid. Hij of zij mag zich niet verheven voelen boven het politieke gewoel van zijn tijd. U wenst een zuiver debat. U hebt vastgesteld dat nu niet de frequentie van het liegen in de politiek groter is dan enkele decennia geleden maar wel de schaamteloosheid waarmee dat gebeurt. Waarheden en feiten moeten steeds meer het onderspit delven. Juist daarom acht u de aanwezigheid van filosofen, schrijvers of kunstenaars noodzakelijk in het politieke debat. Om het debat te verrijken en het beleid te verdiepen. Die taak meent u op zich te moeten nemen.

 

Velen vrezen dat de intellectuele integriteit van een denker verloren gaat met zijn politieke engagement. U levert met talloze voorbeelden het bewijs van het tegendeel. De intellectuele integriteit blijft overeind. Daarin bent u stellig. Met uw stap in de politiek bent u niet langer meer een ‘mirror holder’. U wordt een ‘office holder’. Sommigen menen oprecht dat er een strikte scheiding moet zijn tussen beide in een gezonde democratie. U meent daarentegen dat u in de politiek beter gepositioneerd bent om de spiegel op te houden voor datgene wat er allemaal fout loopt. Zowel bij andere partijen als bij uzelf.

 

In uw boek lees ik een constante bezorgdheid om de democratie. Om een gezonde democratie. Vanuit die bezorgdheid pleit u voor een militante democratie. U meent dat wij een militante weerbaarheid moeten ontwikkelen tegen antidemocratische stemmen en ideeën. In dat kader kunnen wij dan ook uw pleidooi plaatsen tot het herwaarderen van het ambt van politicus. Eindelijk moeten we durven erkennen dat politiek een complexe stiel is. We moeten opnieuw kennis op zijn juiste waarde schatten. We moeten opnieuw belang hechten aan de mening van een expert en wetenschapper.

 

In die poging tot herwaardering gaat u dieper in op de bewering dat de elite alles zou besturen. U meent dat het een mythe is dat mensen in de samenleving uiteenvallen in twee grote groepen, de elite en het gewone volk. Die tegenstelling tussen het volk en de elite wakkert het gevoel aan dat men niet in een democratie leeft en onder de duim gehouden wordt door politieke vertegenwoordigers die enkel hun eigenbelangen nastreven. Om een democratie te ontmantelen is het handig als de meeste mensen er toch al niet meer in geloven.

 

Cynisme is de oorzaak en het gevolg van het verlies van het geloof in de democratie. Met dat cynisme groeit het ongeloof in het vermogen iets goeds te doen en een misprijzen voor andermans inspanningen daartoe. Het ressentiment, geboren uit onmacht, veroorzaakt een waardeverstoring. De mens van het ressentiment gelooft niet meer in de wereld waarin hij leeft en de waarden waarop die wereld is gebouwd.

 

Om opnieuw tot een gezond wereldbeeld te komen, richt u zich tot twee spelers. U houdt een pleidooi voor onafhankelijke en kwaliteitsvolle media. U stelt vast hoe zij afhankelijk worden van commerciële belangen om te kunnen overleven en functioneren. Ideeën zijn koopwaar geworden. Waar geen geld uit te puren valt, verdwijnt van de radar. Dit leidt tot intellectuele bloedarmoede. De media moet meer berichten over wat er speelt. Zij moet nuance brengen. Subtiliteit en precisering. Dat is haar taak. Haar core-business. U brengt die kerntaak opnieuw in herinnering.

 

U richt zich niet enkel tot de media. Zoals ik al zei, er zijn twee spelers. U richt zich ook tot de burger. Tot de kiezer. De publieke ruimte is dé basis van de politiek. De kwaliteit ervan bepaalt de kwaliteit van de samenleving en de politiek zelf. In deze tijden valt het publieke forum van het debat weg. Internet brengt de hele wereld met elkaar in verbinding en tegelijk zorgt het voor een gigantische versplintering van polis en forum. U stelt dat de publieke ruimte haar power of illumination moet terug verwerven om zo de democratie gezond te houden. In dat streven doet u beroep op de burger/kiezer. U herinnert ons aan een plicht. De plicht ons te informeren. Wij moeten dringend anders gaan denken over politiek en maatschappij.

 

Met die oproep aan de burger eindigt uw boek. Net zoals de verkiezingen. Ook die zijn geëindigd. U werd niet verkozen. De kiezer gaf u geen politiek mandaat. Na het lezen van dit boek kan ik dit enkel betreuren. U zou een kwaliteitsinjectie gegeven hebben aan het politieke debat. Als troost heb ik uw boek gelezen. Meer dan troost beschouw ik het als een geschenk. Een geschenk van hoop. In uw oproep tot engagement lees ik een uitweg uit de crisis. Uit de politieke crisis.

 

Aan het eind van deze brief wil ik nog één ding schrijven. Ik hoop van ganser harte dat uw zus opnieuw aan de beterhand is. Dat zij hopelijk terug is wie zij vroeger was. Dat u nu, weg van die verkiezingskoorts, opnieuw de nodige tijd vindt voor en met uw zus.

 

Beste Alicja. Ik wil u danken voor dit fantastische boek. Voor dit wijze boek. U hoeft helemaal niet bang te zijn mij als lezer te verliezen. Als u dergelijke boeken blijft schrijven, kan ik niet anders dan u toejuichen. Dan u loven. Met nog meer enthousiasme kijk ik uit naar wat komen zal. Zoals ik zei, ik blijf u trouw. Ik blijf uw fan.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Joris Iven
5 jaar geleden

Bedankt, Wim. Fijn te horen dat ik in je boekenkast sta, en nog fijner dat je dat vermeldt samen met Wislawa Szymborska, en nog nog fijner dat je dat vermeldt in een artikel over Alicja Gescinska. Haar boek ontbreekt nog in mijn kast, maar daar gaat nu verandering in komen.