Bang van Dendoncker, gezien in de Minard. Brief aan Jens Dendoncker.

Gepubliceerd op 10 februari 2020 om 13:08

Beste Jens,

 

Lachen is gezond. Dat wordt wel eens beweerd. De volksmond, u weet wel. Toch neem ik die stelling niet blindelings over. In tijden van fake news dient men alert te zijn. Loze beweringen zomaar in het rond strooien kan dan best gevaarlijk zijn. Geen loze beweringen dus voor mij. Aan goed onderbouwde meningen geef ik de voorkeur. Ik let daarom op met die wijze volksmond. Toch wou ik werkelijk weten of lachen gezond is. Ik ging op onderzoek en kwam tot enkele vaststellingen. Vaststellingen, die op meerdere wetenschappelijke sites werden gedeeld. Door te lachen zou men extra kilootjes kunnen afvallen. Eén uur lachen zou gelijk staan met het verbranden van 100 calorieën. Lachen zou het aantal stresshormonen in het bloed verminderen. Dat zou dan op zijn beurt weer het immuunsysteem verbeteren. Lachen zou de bloeddruk verlagen waardoor de kans op hart- en vaatziekten zou verminderen. Dat zijn al heel wat voordelen. Toch gaat het nog door. De endorfines en dopamine die vrij komen tijdens het lachen zouden pijnstillend werken. Lachen zou het geheugen stimuleren. Zou de creativiteit stimuleren. Als we alles samen leggen, komt het eigenlijk neer op dat ene. Dat ene en belangrijke ding. Mensen die veel lachen leven langer én gezonder.

 

U zal zich heel waarschijnlijk de vraag stellen waarom ik u dit schrijf. Waarom ik u een brief schrijf om daarin de voordelen van het lachen te belichten. Ik heb daarvoor een reden. Uiteraard. Vrijdagavond ging ik in de Gentse Minard naar uw theatervoorstelling. Bang van Dendoncker. Die vrijdagavond zou ik een lichter man worden. Een gezonder man. Een gelukkiger man. Een ontspannen man. Want u zou mij doen lachen. Ik had net gelezen wat lachen met een mens kan doen. Mijn verwachtingen waren hooggespannen. Die avond zou u mijn wonderdokter zijn. Mijn medicijnman. Dat verwachtte ik. Dat hoopte ik. Alvorens ik over uw eigenlijke theatershow begin, toch nog even dit. U zou nu kunnen vermoeden dat ik een zwartgallig en ongelukkig persoon ben. Op zoek naar redding. Dat is niet zo. Ik ben een optimistisch en gelukkig persoon. Dat is een feit. Laat daarover geen enkel misverstand bestaan. Maar elke winst op gezondheidsvlak (hoe klein ook) moet dankbaar aanvaard worden. Zonder tegenstribbelen. Ik zou mijn armen openen en dankbaar aanvaarden. Dat zou ik doen.

 

U begon uw show met een waarschuwing. U hebt epilepsie. Dat is zo. U wou het publiek toch nog even herinneren aan dat ene feit. Om datzelfde publiek gerust te stellen. Zodat wij zouden weten wat te doen indien de situatie zich zou voordoen. U weet wel, een verwittigd man is er twee waard. Die waarschuwing is meteen ook het begin van de show. De voordeur langs waar u ons binnenleidt in uw wereld. Want in die wereld zullen wij die avond rondwandelen. Ronddolen. U vertelt over uw kleine kantjes. Over uw herinneringen. U maakt ons deelgenoot van uw darmonderzoek. U voert ons terug naar uw jeugd. Naar uw romantische veroveringstochten. Naar uw seksuele ervaringen. U blijft stilstaan bij uw angststoornissen. U laat ons weten dat reizen met een mobilhome niet echt aan u is besteed.

 

Doorheen uw verhaal zit geen rode draad. U brengt geen klassiek verhaal met een begin, een midden en een slot. Dat doet u niet. Dat zou storend kunnen werken. Toch doet het dat niet. Integendeel. U brengt losse verhalen. Losse indrukken. Dat alles vertelt u op een dergelijk overtuigende manier dat het toch één verhaal lijkt. U last geen pauzes in uw verhaal. Geen enkele moeilijke overgang in uw verhaal. Met een groot plezier springt u van de hak op de tak. In sneltreinvaart. U bent de meester. De dirigent. U beslist welke richting wij inslaan. Wij volgen. Met veel plezier. Met veel enthousiasme. Wij willen u niet kwijtraken. Wij hangen aan uw lippen. Wij eten uit uw handen. U hebt ons waar u ons hebben wilt. Op het puntje van de stoel. Op dat puntje luisteren wij naar uw gekke verhalen. Naar uw straffe stoten. Naar uw dolle bekentenissen.

 

Ik weet niet wat het is. Of toch misschien wel. U straalt iets uit. Iets onbenoembaars. Of toch niet. Misschien kan ik het toch benoemen. Misschien is het uw zelfrelativering waarbij u uw eigen persoon gebruikt als inspiratiebron. Waarbij u uw eigen kleine kantjes en fysieke ‘foutjes’ uitvergroot. Dat zou het kunnen zijn. Toch is het niet enkel dat. Het is net zozeer uw warme menselijkheid. Uw liefde voor mensen. Die liefde hebben wij al kunnen zien in uw programma ‘Hoe zal ik het zeggen’. In uw theatershow zien wij niet enkel die liefde. Diezelfde liefde voelen wij ook. Dat maakt dat wij toelaten dat u ons voor de gek houdt. Dat u ook ons gebruikt als element in uw show. Dat kan. Dat mag. U geeft, wij nemen. Wij geven, u neemt. Zo werkt het. Tweerichtingsverkeer is het. Die zelfrelativering en die liefde zorgen er voor dat wij ons gewillig overgeven aan u. Dat wij als het ware bij voorbaat reeds weten dat het een geslaagde avond zal worden.

 

Ik heb gelachen. Vaak en veel. Niet heimelijk gniffelen. Wel luidop lachen. Ik ging buiten als een ander man. Door het lachen ging mijn borstkas op en neer waardoor mijn buikspieren iets harder moesten werken. Vijftien gezichtsspieren traden in werking tijdens het lachen. Jawel, zonder het te beseffen had ik zonet een heuse krachttraining achter de rug. Soepel en stralend stapte ik de Gentse nacht in. Met diep in mij een heerlijk en warm gevoel. Ik herkauwde uw woorden. Telkens weer moest ik lachen. Met uw show leverde u wetenschappelijk bewijs voor de positieve gezondheidseffecten van het lachen. Ik heb het aan den lijve mogen ondervinden. Lachen is heerlijk. Dat hebt u bewezen. Zoals u ook bewezen hebt dat standup comedy een vak is. U hebt bewezen dat u het métier beheerst. In al zijn facetten. Bang van Dendoncker? Een aanrader. Zeker weten.

 

Beste Jens. Voor die wonderlijke avond wil ik u danken. Van ganser harte. Bedankt. Bedankt. Bedankt.

 

Met vriendelijke groeten.

Speellijst:

Bang van Dendoncker.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.