Uitgelezen: De pruimenpluk. Brief aan Dimitri Verhulst.

Gepubliceerd op 5 februari 2020 om 13:29

Beste Dimitri,

 

Een nieuw boek van Dimitri Verhulst. Vele dingen maken mij gelukkig. Ik ben een gelukkige jongen. Maar over mijn geluk wil ik u niet onderhouden. Andere dingen wil ik u vertellen. Toch is die bekentenis nodig. Omdat net die aankondiging van uw nieuwste boek één van die vele dingen is die mij gelukkig maken. Telkens weer. U schrijft. U maakt mij blij. Zo werkt het. Telkens weer. Nu zou u kunnen denken dat ik al uw boeken heb. Dat ik al uw boeken las. Helaas, hierin moet ik u teleurstellen. Ik las niet alles. Tijdsgebrek zou een excuus kunnen zijn. Net als het grote aanbod aan goede boeken. Ook dat zou een excuus kunnen zijn. Met uw nieuwste boek schoof ik alle mogelijke excuses aan de kant. Met uw nieuwste boek keerde ik terug naar uw wereld. De wereld van Dimitri Verhulst.

 

In uw nieuwste boek laat u mij kennismaken met Mattis. Hij leeft teruggetrokken aan een meer. Hij heeft genoeg van de stad. Het lawaai heeft hem weggedreven. Hij koos bewust voor de eenzaamheid. Enkel een hond heeft hij als gezelschap. Omdat hij zich beter tot dieren verhoudt dan tot mensen. Mattis moet aan dat meer vaststellen dat het kluizenaarsbestaan niet aan iedereen gegeven is. Hij zelf faalt in de eenzaamheid. Het blijkt toch een opgave te zijn. Daarom besluit hij terug te keren. Terug naar de stad. Omdat hij meent dat steden toch een grotere anonimiteit bieden.

 

Maar dan plots staat daar die vrouw. Wat hij lange tijd niet wist, ontdekt hij nu. Net op het moment dat hij zou verhuizen. Net op dat moment ontdekt hij dat er nog leven is aan het meer. Meer nog, dat er een vrouw is aan het meer. Wat gebeurt, gebeurt. Mattis wordt verliefd. Plannen worden gewijzigd. Van verhuis en verkoop is plots geen sprake meer. Een romance ontwikkelt zich. Een romance met weerhaakjes. Want van een leien dakje loopt het niet echt. Het zou te mooi en te gemakkelijk zijn voor een boek indien de liefde een evidentie ware geweest.

 

Evident is die nieuwe relatie geenszins. De vrouw blijkt weduwe te zijn. Dat zorgt voor de nodige verwarring. Dat zorgt voor de nodige vragen. De vrouw heeft het moeilijk om zich met haar nieuwe vriend te mengen in het dorp. Die buitenwereld bestaat uit niets dan associaties met haar verleden. Naar buiten gaan wordt een uitdaging. In huis blijven lijkt eenvoudiger. Omdat thuis niks stoort. Omdat thuis alles kan. Maar niet enkel de vrouw worstelt met deze nieuwe gegevens. Ook Mattis heeft het moeilijk. Op vele vlakken voelt hij zich onzeker. Hij voelt zichzelf als een troostprijs. Alsof de weduwe zich bewust verslechterd heeft in de liefde als eerbetoon aan de overleden echtgenoot. De liefde verwordt tot een competitie. Verwordt tot een wedstrijd. Wedstrijden moeten gewonnen worden. Anders verliest een wedstrijd zijn recht van bestaan. Dat weet Mattis ook. Daarom doet hij wat hij meent te moeten doen. Zijn het de juiste dingen? Zijn het de goede dingen? Daarover kan best gediscussieerd worden.

 

Mattis weet niet hoe te reageren. Weet niet wat hij moet doen om die wedstrijd te winnen. Hij weet niet of hij de overledene tot zijn eigen moet maken. Hij weet niet of hij de overledene moet wegduwen. Tussen beide opties laveert hij. Hij schippert. Probeert nu eens het een. Dan weer het ander. Het resultaat van al die inspanningen is evenwel dat Mattis tot een spijtige vaststelling komt. Hij moet vaststellen dat de relatie verworden is tot een verplichting. Alle vrijheid is weg. Plots is er geen kans meer op allenigheid. Nooit zal hij haar nog alleen kunnen laten. Altijd zullen ze samen zijn. Dat heeft zijn competitieve ingesteldheid hem opgeleverd. Liefdevol gevangenschap, dat is het uiteindelijke resultaat. Jawel, liefde verdraagt geen competitie. Verdraagt geen concurrentie. Dat ondervindt Mattis aan den lijve.

 

Ik heb kort het verhaal geschetst. Luie lezers zouden nu kunnen denken dat ze het boek niet meer hoeven te lezen. Zij weten immers alles al. Dat zouden zij kunnen denken. Dat zou evenwel een heuse denkfout zijn. Zij zouden heel wat missen. Dingen die ik bij het lezen heb mogen ervaren. Zij zouden die heerlijke zinsconstructies moeten missen. Die prachtige en soms zelfs grappige vergelijkingen. Zij zouden uw ontleding van een maatschappij moeten missen. Want dat weeft u doorheen uw boek. U weerhoudt zich niet van kritiek op die doldraaiende maatschappij. U ventileert. In de woorden en handelingen van uw personages legt u uw overpeinzingen. U schrijft over de liefde. Over de uitdagingen van de liefde. Over de heilzaamheid van diezelfde liefde. U schrijft over het ouder worden. U schrijft hoe heerlijk en wonderlijk dat ouder worden is. U schimpt en beschimpt. Toch doet u niet enkel dat. Heel soms bent u mild. Heel soms zalft u.

 

Ik zei het reeds, ik keer graag terug naar uw boeken. Omdat het als thuiskomen aanvoelt. Omdat het zo vertrouwd is. Zo vertrouwd te mogen rondwandelen in uw huis. Uw literaire huis. Het lijkt altijd hetzelfde. Maar dat is slechts bedrog. Altijd weer is het net iets anders. Uw manier van schrijven blijft dezelfde. Let op, dat is geen verwijt. Integendeel. In uw geval is dat een compliment. Uw schrijfstijl is een keurmerk.  Die schrijfstijl is net één van de redenen waarom ik zo graag terugkeer naar uw boeken. Naar uw huis. Zij zijn het fundament. Zij zijn de bouwstenen. Met uw literair vakmanschap weet u datzelfde huis steeds weer anders in te richten. Alle kamers worden herschikt. Alle kamers krijgen een ander kleurtje. Waardoor het steeds weer lijkt toch in een ander huis rond te wandelen.

 

U weet mij nieuwsgierig te maken. Telkens weer. U weet mij hongerig te maken. Telkens weer. Elke keer weer wil ik weten hoe u het huis zal inrichten. Wil ik weten welk kleurtje u hebt gekozen. Met uw nieuwste boek kan ik enkel besluiten dat de renovatie van het huis meer dan geslaagd is. Alles staat op de juiste plaats. Elk detail klopt. Nergens ook maar één constructiefoutje. Het klopt als een bus. U weet een schijnbaar gewone situatie om te buigen tot iets buitengewoons. Tot iets uitzonderlijks. Op een sublieme wijze. Op een heerlijke wijze.

 

Beste Dimitri. U bezorgde mij een mooie tijd. Een gelukkige tijd. U bezorgde mij een tijd waarin ik heel soms moest lachen. U bezorgde mij een tijd waarin ik heel soms de wenkbrauwen fronste. In die mooie en gelukkige tijd las ik een fantastisch goed boek. Alweer. Daarvoor wil ik u uitgebreid danken. Voorgaande is een bescheiden poging daartoe. Dus, Dimitri, bedankt. Bedankt.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb