Beste Bruno,
Ik wou para worden. Ik wou para zijn. Dat was mijn droom. Een kinderdroom, laat mij duidelijk zijn. Ik ben nu ouder. Ik ben nu wijzer. Die kinderdroom is nu veraf. Vandaag kan ik moeilijk begrijpen ik ooit die ambitie had. Onbegrijpelijk, denk ik nu. Maar als kind werd ik gevoed door de verhalen die ik las. Verhalen die ik las over de luchtlandingstroepen, betrokken bij de landing in Normandië. Ik las die verhalen en het voelde alsof ik er bij was. Ik was in Sainte-Mère-Eglise. Ik was bij Pegasus Bridge. Ik voelde mij avonturier. Ik voelde mij held. Ik bracht vrede waar oorlog was. Jawel, ik wou para worden. Wij zijn nu jaren verder. Eeuwen lijken het bijna. Ik heb andere wegen bewandeld. Goede wegen. Juistere wegen. Mijn ambitie ooit para te worden is nu nog slechts een grappige herinnering.
U bewandelde een ander pad. U werd para. U deed datgene waarvan ik ooit droomde. Ik schrijf dat u para werd. Uiteraard is dat niet zo. U bent acteur. U kruipt in de huid van een para. Maar u doet het op een dergelijke wijze dat het lijkt alsof u zelf die para bent. U bent Nico Staelens. U trekt het land rond om in zalen lezingen te houden. In parochiezalen. In culturele centra. In theaterzalen. U vertelt over uw leven als para. Over de opleiding. Over de missies. Over het leven. U getuigt. Oprecht. Zonder ook maar iets uit de weg te gaan.
Wij horen hoe een jongeling wordt omgevormd tot een para. Tot een vechtmachine. Tot iemand die ooit heel misschien zal uitgestuurd worden. Dat omvormen is best wel een hard proces. Een mens moet gesloopt worden. Een soldaat moet opgebouwd worden. U wordt leeggemaakt. Zo zegt u het zelf. U wordt opnieuw gevuld. Met discipline. Met teamspirit. Met vechtlust. Met volharding. Dat gebeurt niet zomaar. Er wordt geroepen. Gewoon praten is van geen tel. Er wordt vernederd. Bemoedigende schouderklopjes zijn van geen tel. U wordt met de grond gelijk gemaakt. U ondergaat. Want enkel op die manier kan u uw doel bereiken. Enkel op die manier kan u para worden.
In het eerste deel van uw lezing kan er al eens gelachen worden. U hebt de gave van het vertellen. Maar dat lachen vergaat ons snel als u het hebt over die ene vredesmissie. Uw missie in Somalië. Dan wordt alles anders. Donkerder. Harder. Wij voelen de spanning. Wij voelen de stress. Spanning en stress die nooit weggaan. Beiden blijven dag en nacht uw partner. Plots blijkt dat theorie en praktijk echt wel verschillen. Niks kon u hierop voorbereiden. Jawel, u hebt die zogenaamde rules of engagement waarnaar u dient te handelen. Maar alweer, dat zijn slechts woorden. Een stukje papier dat mijlenver afstaat van de werkelijkheid waarin u dagelijks moet handelen.
Alles wordt concreter wanneer die ene foto wordt getoond. Die foto die toen werd gepubliceerd in Humo. Twee para’s houden een Somalische jongen boven een vuur. Daarover was aan het thuisfront heel wat te doen. Het thuisfront reageerde furieus. Kennis van zaken werd niet noodzakelijk geacht. U werd aan het kruis genageld. Veroordeeld. Zonder wederwoord. Weg was de reputatie van de para’s. Nu wilt u alles toch even kaderen. U wilt uw versie van de feiten geven. Want die versie werd nooit gehoord. Of toch onvoldoende.
Die publieke veroordeling weegt op u. Nu nog steeds. Daarom eist u dat er eindelijk zal geluisterd worden. Want uw wilt de omstandigheden helder stellen. U opereerde in oorlogsomstandigheden. U had in Somalië vrienden/collega’s verloren. U was onder vuur genomen. U was terechtgekomen in een land waar iedereen met een wapen rondliep. Waar u niet door iedereen werd beschouwd als redder/bevrijder. U werd belaagd. U werd uitgedaagd. Die constante dreiging doet wat met een mens. Brengt een mens soms tot daden die achteraf niet of toch moeilijk te verklaren zijn. U was op vredesmissie. Vrede was er evenwel niet. Integendeel. Dat alles wilt u ons duidelijk maken. U zegt dat niet alles zwart-wit was. U hebt gehandeld. Over de manier waarop kan en mag gediscussieerd worden. Maar in die discussie vraagt u het publiek zich die ene vraag te stellen. U vraagt het publiek wat zij zouden gedaan hebben. U vraagt het publiek zich even te verplaatsen in uw situatie. Heel misschien komen dan andere antwoorden.
U bent al een tijd aan het woord. Uw lezing lijkt plots een biecht geworden. Aan het eind wordt alles wel erg persoonlijk. U vertelt over de periode na de missie. Over de periode als u weer thuis was. Niemand lijkt u te begrijpen. Door velen wordt u met de vinger gewezen. U zelf hebt het moeilijk. U kan de dingen die u gedaan hebt niet plaatsen. U kan de dingen die u gezien hebt niet kaderen. Het verwerken lukt niet of nauwelijks. Zelfs uw vrouw kijkt met andere ogen naar u. Waar rook is, is vuur. Dat leest u in haar ogen. Dat wordt ondraaglijk.
U hebt levens gered. U hebt vrede gebracht waar oorlog was. U hebt uw deel van het gebied gepacificeerd. De missie van België was een succes. Een succes, dat volledig ondergesneeuwd raakte. Door die ene foto. U wilt dat niet enkel die foto wordt herinnerd. U wilt dat het volledige verhaal wordt herinnerd. De positieve en negatieve verhalen. Zodat met kennis van zaken een uitgebalanceerd beeld kan gevormd worden. Daarom trekt u het land rond. Daarom vertelt u uw verhaal. Daarom stelt u aan het einde van de voorstelling die ene vraag. U vraagt het publiek wie ooit iemand heeft geholpen. Met gevaar voor eigen leven. Op die vraag blijft het stil. Heel stil.
U hebt uw plicht gedaan. Maar wat hebt u daarvoor in de plaats gekregen? Niks. Helemaal niks. Onbegrip was uw deel. Zelfs de overheid, uw werkgever, liet u in de kou staan. Niks van begeleiding achteraf. Nergens kon u uw verhaal kwijt. Niet enkel u moet in de spiegel kijken. Wij moeten net zozeer in de spiegel kijken. Wij moeten ons net zozeer de nodige vragen stellen. Vragen, waarop een antwoord niet altijd eenvoudig is.
Beste Bruno. U schitterde. U was subliem. U had mij in uw greep. Ik was in Somalië. Ik zat samen met u in de UNIMOG. Ik patrouilleerde samen met u. Ik voelde uw spanning. Uw stress. Meer nog, ik voelde uw pijn. Ik voelde het onbegrip, dat uw deel was. Ik kan enkel dit zeggen, u leverde een prachtprestatie. U deed een zaal lachen. U deed een zaal zwijgen. U deed een zaal net niet huilen. Voor dat alles wil ik u danken. Bedankt. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties