Uitgelezen: Ver-geet-mij-niet. Brief aan Bart van Es.

Gepubliceerd op 11 december 2019 om 13:21

Beste Bart,

 

Vele boeken worden geschreven. Vele boeken worden gelezen. Toch zijn niet alle boeken goede boeken. Dat keurmerk wordt slechts aan enkelen voorbehouden. Telkens weer is het een moeilijke oefening om te bepalen of een boek dat keurmerk mag toegewezen worden. Wanneer is een boek ook een goed boek? Een moeilijke vraag. Een nog moeilijker antwoord. Mijn antwoord op die vraag kan simpel lijken. Toch is het niet zo. Een goed boek moet blijven kleven. Bij een goed boek moet ik met de ogen draaien als mij gevraagd wordt het boek opzij te leggen. Ik draai met de ogen als omstandigheden mij dwingen te stoppen met lezen. Van een goed boek kan ik geen afstand nemen. Wil ik geen afstand nemen. In een goed boek wil ik continu verblijven. Dat alles doet een goed boek met mij. Dat alles doet uw boek met mij. Jawel, u komt tot het juiste besluit. Uw boek is een goed boek.

 

U besluit het verhaal te vertellen van Lientje. Ooit maakte zij deel uit van uw familie. Tot die ene brief. Die ene brief dat de band verbrak. U wilt begrijpen. U wilt een verhaal, dat lang werd stil gehouden, opnieuw aan de oppervlakte brengen. U wilt een onverteld verhaal, dat niet verloren mag gaan, toch nog vertellen. Zodat het kan gehoord worden. Zodat het kan begrepen worden. Om dat verhaal te kunnen vertellen dient u terug te keren naar het verleden. Herinneringen moeten bovengehaald worden. Dat doet u in lange gesprekken met Lientje. Zij voert u terug naar andere tijden. Zij brengt u terug naar de Tweede Wereldoorlog. Een tijd waarin Lientje plots gaat beseffen wie zij is. Wat zij is. Tot dat besef wordt zij gedwongen door de omstandigheden. Wat zij voordien nooit voelde, voelde zij in die oorlogsjaren wel. Zoals Lientje zelf zegt, was het Hitler die haar Joods maakte. Door hem moet zij naar een Joodse school. Door hem ziet zij de borden die Joden uitsluiten. Door hem moet zij een verborgen leven leiden. Een ondergedoken leven.

 

Van dat leven brengt u getuigenis. Wij lezen hoe de ouders van Lientje beslissen haar te plaatsen bij een pleeggezin. Zij beseffen dat zij enkel door hun dochter af te staan haar de nodige veiligheid kunnen geven. Haar die kleine kans op overleven kunnen bieden. Daarom verhuist Lientje van Den Haag naar Dordrecht. Dat zal niet de enige keer zijn dat zij moet verhuizen. Telkens als de grond te heet wordt onder haar voeten wordt beslist tot een verhuizing. Wij volgen haar verder van Dordrecht naar Ysselmonde. Van Ysselmonde naar Bennekom. Van Bennekom naar Ede. Van Ede terug naar Dordrecht. Telkens verhuist zij. Telkens ontsnapt zij aan het dreigende gevaar gearresteerd en gedeporteerd te worden. Elke keer weer vindt zij een veilig onderkomen. Soms in moeilijke omstandigheden. Soms in minder moeilijke.

 

Gedurende die oorlogsjaren zal Lientje ophouden kind te zijn. Zij moet zelf haar weg zoeken. Zonder daarbij op haar ouders te kunnen terugvallen. Zij moet het stellen zonder ouderlijke liefde. Zonder ouderlijke troost. Zonder ouderlijke aanraking. Dat alles komt hard binnen. Aanvankelijk huilt ze vaak om dat gemis. Geleidelijk aan vervaagt dat gemis. De heimwee naar vroegere, onbezorgde tijden wordt minder. Dat heeft zo zijn gevolgen. Hoe verder zij van haar familie verwijderd geraakt, hoe minder de herinneringen worden. Zonder familie blijkt een mens geen verhalen meer te hebben. Zo voelt Lientje het. Als gevolg van haar afzondering zag zij haar omgeving niet meer. De betrokkenheid staat op een laag pitje. Zij lijkt enkel nog te ondergaan. Zij leeft niet meer. Zij wordt geleefd. Anderen nemen voor haar beslissingen. De echte wereld is niet vriendelijk voor Lientje. Enkel een zelf gecreëerde droomwereld kan redding brengen.

 

Terwijl u schrijft wordt het verhaal groter. Het gaat niet langer enkel over Lientje. U zoomt uit. U kijkt naar de wereld rondom Lientje. U verhaalt over de oorlog. U verhaalt over het verzet. U staat stil bij de rol van de Nederlandse politiefunctionarissen in de Holocaust. U stelt vast dat tachtig procent van de Nederlandse Joden de oorlog niet heeft overleefd. U vergelijkt Nederland met andere, omringende landen. Uit die vergelijking trekt u besluiten. Die besluiten kunnen best wel hard zijn. Confronterend. Toch is het niet enkel kommer en kwel. U ontdekt net zozeer mooie verhalen. Verhalen van mensen die op een punt in de geschiedenis de juiste beslissing nemen. Verhalen van stille helden. Die verhalen van stille helden plaatst u tegenover de verhalen van de Jodenvervolgers. Om zo tot een juist en netjes uitgebalanceerd beeld te komen. U streeft naar volledigheid.

 

Dat streven blijft u trouw. Ook als dat streven naar volledigheid u dwingt tot onthullingen, die uw eigen familie kunnen schaden. U blijft consequent. U schetst in heldere en weinig verhullende woorden de omstandigheden die hebben geleid tot de breuk. De breuk tussen Lientje en uw familie. U neemt de beschuldigingen van Lientje ernstig. Meer nog, u erkent de feiten. Feiten die een andere kant onthullen van uw grootvader. Feiten die een ander licht werpen op het eenzijdige beeld van de oorlogsheld.

 

Na de oorlog blijkt hoe moeilijk het is om opnieuw een plaats te vinden in de maatschappij. Want die maatschappij verwacht van Lientje dat zij blij moet zijn. Want zij heeft het overleefd. Zij krijgt een nieuwe kans. Maar net dat besef maakt het moeilijk voor Lientje. Zij voelt zich schuldig om die nieuwe kans. Want waarom krijgt net zij die kans? Waarom krijgen anderen die kans niet? Dat voortdurende gevecht maakt het moeilijk het leven opnieuw aan te vatten. Dat voortdurende gevecht maakt dat Lientje beslissingen neemt, die niet altijd begrepen worden door de omgeving. Die beslissingen drijven haar weg van haar pleeggezin. Drijven haar weg van uw familie. Die beslissingen leiden uiteindelijk tot die bewuste brief. Tot die bewuste breuk.

 

U schreef een boek over Nederland. Over een land waar u als driejarige uit weg bent gegaan. U schreef een boek over een meisje. Over een meisje dat door uw grootouders verborgen werd gehouden voor de nazi’s. U leerde Nederland kennen. U leerde Lientje kennen. Met Lientje ontwikkelde u een hechte vriendschap. Hoe uw verhouding is met Nederland weet ik niet. Ik meen te mogen besluiten dat u inspanningen doet uw geboorteland te begrijpen. Beide relaties worden evenwel gekenmerkt door een eerlijkheid. Door een openheid. Door een niet te peilen betrokkenheid.

 

Ik zei het al, u schreef een goed boek. Meer nog, u schreef een uitmuntend boek. U schreef een boek dat ik niet durfde dicht te slaan. Omdat het als verraad zou voelen. Verraad tegenover Lientje. Ik wou haar niet alleen laten. Ik wou haar beschermen. Tegen dreigend onheil. Tegen groot gevaar. Het kan een beetje pathetisch klinken, toch doe ik het. Ik laat het boek openliggen. Zelfs al heb ik het boek uit. Ik laat het openliggen omwille van die ene vraag. Die ene, onbeantwoorde vraag. Doorheen het boek stelde ik mij bijna constant die ene vraag. Aan mijzelf vroeg ik wat ik zou doen. Aan welke kant ik zou staan. Voorlopig heb ik die vraag nog niet beantwoord. Daarom dus voorlopig nog een opengeslagen boek. Tot ik het antwoord weet.

 

Beste Bart. Ik wil u danken voor dit aangrijpende verhaal. Voor dit eerlijke verhaal. Voor dit gruwelijke verhaal. Voor dit ontroerende verhaal. Voor dit zoekende verhaal. Voor al die verhalen in dat ene boek wil ik u danken. Van ganser harte en uitgebreid. Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb