Beste Jan,
U bent geen uitzondering. Joke Schauvliege deed het u voor. Zij hanteerde de beruchte kaasschaaf en vroeg van de sector een inlevering van eerst 1,5 en dan zelfs 4 procent. Haar opvolger Sven Gatz deed het nog ‘beter’. Hij vroeg een budgettaire inspanning van 7,5 procent. Nu was het uw beurt. Dat u niet al te hoog opliep met de cultuursector mocht al blijken uit de verdeling van de ministerposten. Cultuur werd geen volwaardig ministerschap gegund. Het werd slechts een aanhangsel. Iets wat er bijgenomen werd. Uw job van minister-president zou u combineren. Achter uw uren zou u bijklussen als minister van cultuur. Soms zijn weinig woorden nodig om iets duidelijk te maken.
U trad in de voetsporen van uw voorgangers. U zou besparen. Instellingen moeten 6 procent van hun werkingsmiddelen inleveren (behalve zeven grote instellingen die maar drie procent minder krijgen) en de projectsubsidies gaan met 60 procent omlaag.
Wat de uiteindelijke bedoeling van al die besparingsmaatregelen is, maakt uw collega Peter De Roover duidelijk. Hij wil de instellingen loskoppelen van de subsidieslurf. Met die claim lijkt hij de hele culturele sector weg te zetten als potverteerders. Dat beeld wordt nu in de markt gezet. De instellingen zouden die subsidies door ramen en deuren gooien. Zonder de noodzaak enige verantwoording te moeten afleggen. Een verkeerde perceptie, dat is het. Cultuurhuizen vragen niet enkel geld. Het is geen eenrichtingsverkeer. Vanuit de cultuursector keert ook geld terug naar de overheid. Een studie van het vroegere Vlaams Theater Instituut (nu Kunstenpunt) toonde aan dat tegenover een totale subsidie van 90 miljoen euro een totale opbrengst van 230 miljoen voor de overheid staat. Er zijn nog meer cijfers. Uit recente cijfers van het Vlaams Agentschap Innovatie en Ondernemen bleek dat de culturele en creatieve sectoren in Vlaanderen 13,39 procent uitmaken van het totale BNP en 5,6 procent toegevoegde waarde leveren. Cijfers van Statistiek Vlaanderen leren dan weer dat de Vlaamse cultuursector in 2018 werk gaf aan meer dan 47.000 mensen. Daarbij dienen we dan ook nog eens de indirecte werkgelegenheid (artiesten, externe technici, schoonmaakpersoneel, lesgevers, …) te voegen. Bovendien is het in dit kader ook interessant om mee te geven dat de helft van alle lonen die worden uitbetaald via btw en sociale bijdragen terugvloeit naar de staat.
Naast de directe economische impact is er ook nog de indirecte economische impact. In andere Europese landen spreekt men van spillover effecten. Als iemand bijvoorbeeld een museum bezoekt, neemt hij of zij al dan niet het openbaar vervoer en gaat diezelfde persoon ook een hapje vooraf of nadien eten. Er vloeit dus veel meer terug naar de economie dan dat er door de overheid in geïnvesteerd is.
Die return on investment is niet altijd zo klaar en kelder als wij kijken naar de geldstromen vanuit de overheid naar de bedrijven. Welke voorwaarden worden gesteld aan bedrijfssubsidies? Wat staat tegenover het totale bedrag van 1,4 miljard aan bedrijfssubsidies? Het volstaat te verwijzen naar de taxshift. Hans Bevers, hoofdeconoom van Bank Degroof Petercam, is stellig. De taxshift sloeg een gat in de begroting. Gert Peersman, hoogleraar economie aan Ugent, komt tot eenzelfde besluit. Hij zegt nog meer. Hij zegt dat de taxshift niet zozeer naar meer banen ging. Wel boekten de ondernemingen er vooral meer omzet en winst mee. De taxshift is volgens hem in de eerste plaats een mooi cadeau aan de ondernemingen. Of wat moeten we denken van de 34,5 miljoen euro uit het Vlaamse Klimaatfonds dat de Vlaamse regering schenkt aan grote stroomverbruikers (ArcelorMittal, BASF, ExxonMobil, …) om hun energiefactuur binnen de perken te houden.
Er is niet enkel de economische impact. Recent publiceerde de Wereldgezondheidsorganisatie een rapport over de relatie tussen kunst en gezondheid. In dat rapport brengt zij zowat drieduizend onderzoeken samen. Uit haar analyse blijkt dat kunst ons gezonder kan maken. Deelname aan kunsten zou de creativiteit verhogen. Wie met kunst bezig is, leeft gezonder door beter te eten en meer te bewegen. Honderden onderzoeken hebben kunst als preventie en als remedie onderzocht. Zij hebben het over stressmanagement, zelfaanvaarding, veerkracht en anti-depressie. Het rapport besluit dat het zinvol is te investeren in kunst. Dat kunst een groot verschil kan maken in vele aspecten van de gezondheidszorg.
Tot slot wil ik nog even stilstaan bij de maatschappelijke impact. Cultuurhuizen zijn labo’s, ideeënfabrieken. Zij dagen uit. Dwingen ons tot nieuwe invalshoeken. Zij lanceren nieuwe, confronterende ideeën. Zij zetten nieuwe denkrichtingen uit. Zij vragen ons onze plaats in de maatschappij kritisch te bekijken. Cultuur voedt het maatschappelijke debat. Zij geeft vorm aan het spel van de democratie. Cultuur staat voor een maatschappij waar niet alleen de meerderheid zich kan thuisvoelen. Via levendige culturele huizen, bruisende ontmoetingsplaatsen en bredere blikvelden schept zij een internationaal imago om trots op te zijn. Op die manier creëert zij een dialoog tussen ‘wij’ en ‘zij’. Cultuur schenkt ons het vermogen om onszelf in de ander te verplaatsen. Kunst en cultuur zijn oefeningen in aandacht. In een interview stelde Frank Focketyn het nog scherper. Hij zei dat wij een podium betreden om de universele mens te ontroeren, niet om de Vlaamse identiteit uit te dragen. Met die gebalde reactie legt Frank Focketyn de vinger op de wonde. Hij legt met die enkele woorden het probleem bloot waarmee uw partij worstelt.
In zijn columns heeft Joachim Pohlmann, uw chef op het kabinet Cultuur, meermaals kritiek geuit op de linkse elite die volgens hem de cultuurwereld leidt. Dat beeld dient enigszins bijgestuurd te worden. Uit onderzoek van VRT NWS, op basis van cijfers van Statistiek Vlaanderen, kan men afleiden dat de politieke voorkeur van cultuurliefhebbers divers is en zowel aan de linker- als rechterkant van het politieke spectrum valt. Bovendien blijkt dat mensen die traditioneel minder toegang hebben tot het culturele aanbod, zoals lager opgeleiden en mensen die op het platteland wonen, in de recente jaren meer naar culturele evenementen gingen dan vroeger. Bovendien stelt datzelfde onderzoek dat de deelname aan culturele activiteiten in de afgelopen jaren stijgt. Het elitaire karakter is een fabeltje, dat door u bewust in stand gehouden wordt. Dat fabeltje hebt u immers nodig om de ingroup van de hardwerkende Vlaming te verenigen tegen de outgroup van dat selecte, elitaire clubje. Zo doet u het altijd weer. De hardwerkende Vlaming tegenover de luie Waal. De hardwerkende Vlaming tegenover de profiterende immigrant. Nu doet u hetzelfde met de culturele sector. Door te stigmatiseren hoopt u een verantwoording te vinden voor de 'noodzakelijke' besparingen.
U zegt dat er geen alternatief is voor de besparingen. U zou niet anders kunnen. Er zou geen geld meer zijn. Dat is niet zo. Ik verwees reeds in voorgaande naar de taxshift. Naar het geld uit het Klimaatfonds. Ik zou hierbij nog kunnen verwijzen naar de uittredingsvergoedingen voor parlementariërs. Ik zou kunnen verwijzen naar het al te vrijgevige systeem van de partijfinanciering. Er is wel geld. Dat is het probleem niet. Het probleem is dat u keuzes dient te maken. In het maken van die keuzes gaat u zwaar uit de bocht. In die mate dat ik veronderstel dat u een ‘verborgen’ agenda hanteert. In uw visie op kunst is er geen plaats voor kunst die vertelt over alternatieve interpretaties, stemmen van minderheden, de onrechtvaardigheid van het beleid. In uw visie is kunst geen reflectie van wat er leeft in de samenleving. Het elimineert alles wat vreemd of ongewoon is. Uw canonfetisjisme past perfect in dat plaatje. Het snoeien in cultuursubsidies is eigenlijk hetzelfde als snoeien in de diversiteit aan standpunten waarmee we in aanraking kunnen komen. Om het nog duidelijker te stellen, met uw besparingen snoeit u in kritiek.
Een tikkeltje overdreven? Ik dacht het niet. U en uw partij hebben het nogal moeilijk met kritische stemmen. Dat hebben we mogen vaststellen in het verleden. Ik herinner u aan het ontslag van diversiteitsambtenaar Alona Lyubayeva. Aan het ontslag van Rachida Lamrabet bij Unia. Ik herinner u aan de uithalen naar en de verwijten aan het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia. Aan het Minderhedenforum. Ik herinner u aan de juridische klacht tegen de nieuwssite Apache naar aanleiding van de berichtgeving over vastgoeddeals in Antwerpen. Ik herinner u aan de herhaalde kritieken op wereldvreemde rechters en niet voor rede vatbare vakbonden. Ik herinner u aan het voorstel om initiatieven die zich terugplooien op etnisch-culturele afkomst en segregatie in de hand werken, niet langer meer te subsidiëren. De besparingen in de culturele sector kunnen in dit rijtje ingevoegd worden. In alweer een poging om kritiek te smoren.
In het maken van keuzes kiest u duidelijk partij. U geeft voorrang aan de economie. Omdat binnen het allesoverheersende denkkader de economie de motor is van elke vooruitgang. Dit is een foute bewering. Een samenleving steunt op cultuur, onderwijs en gezondheidszorg. Op deze sokkel wordt de economie opgebouwd, niet andersom. Die maatschappelijke fundamenten vragen een constante bezorgdheid. Vragen een constante ondersteuning.
Zelfs in economisch moeilijke tijden moet een innoverend beleid een uitdaging zijn. Een crisis mag geen excuus zijn maar moet een inspiratie zijn. Een beleid moet verenigen. Een beleid moet ijveren voor een warme maatschappij. U doet het tegendeel. U polariseert. U zet groepen tegen elkaar op. U ontneemt aan de maatschappij elke warmte. U verkilt de maatschappij. Dat is het uiteindelijke resultaat van uw hardvochtige beleid.
Met vriendelijke groeten.
PS: In de sport wordt telkens weer getracht op de vele sportmanifestaties medailles te winnen. Goud, zilver of brons, dat is telkens weer het streefdoel. Daartoe investeert de overheid in opleiding. In begeleiding. In faciliteiten. Met dat ene doel voor ogen, een landgenoot op dat hoogste ereschavot te kunnen plaatsen. In de culturele sector hebben wij vele gouden medailles. Wij hebben Les Ballets C de la B. Wij hebben Rosas. Wij hebben 2ManyDJs. Wij hebben Deus. Wij hebben Sidi Larbi Cherkaoui. Wij hebben Luc Tuymans. Wij hebben Ivo Van Hove. Zij staan vandaag aan de top. Dat internationale topniveau kan niet langer meer gegarandeerd worden. Toekomstig talent wordt niet langer meer naar boven gestuwd. Via het zwaar inhakken op de pot voor projectsubsidies wordt de bron drooggelegd. De toekomst wordt gehypothekeerd. Mogelijke medaillewinnaars worden alle kansen ontnomen. Het doorstromen is niet langer meer een evidentie.
Reactie plaatsen
Reacties
Beste Wim
In dit stuk sla je weer meerdere keren nagels met koppen. Het is duidelijk dat "cultuur" door deze Vlaamse regering als een tegenstander, zo niet vijand, wordt beschouwd. Vandaar de kaalslag. Het gaat er niet over dat er geen geld zou zijn, het is een bewuste strategie om het culturele "front" een toontje lager te laten zingen.
Groetjes