Uitgelezen: De eeuw van Xi. Brief aan Stefan Blommaert.

Gepubliceerd op 13 november 2019 om 16:48

Beste Stefan,

 

China? Ongetwijfeld is het één van die landen waarover bijna iedereen een mening heeft zonder ook maar iets te weten van het land. Ik moet u bekennen dat ook mijn kennis te beperkt is om een onderbouwde mening over China te kunnen uitwerken. Al te vaak stoelen opinies op oude beeldvorming. Beeldvorming die door de actualiteit reeds werd ingehaald. Die beeldvorming dient daarom noodzakelijk aangepast te worden aan het hedendaagse China. Want China is veranderd. Het land is niet langer meer producent van goederen van bedenkelijke kwaliteit. De Chinese lonen zijn niet meer de laagste. Een vaststelling die Westerse bedrijven nu doet uitwijken naar andere Aziatische landen. Chinese bedrijven worden vandaag koploper met eigen producten. China is een land met ambities. In 2050 moet China een militaire wereldmacht worden en minstens op gelijke voet staan met de Verenigde Staten. Over dat ambitieuze China wenst u het te hebben in uw nieuwste boek.

 

De angst dat de suprematie van de Communistische Partij zou ondermijnd worden is alomtegenwoordig. Die angst bepaalt het handelen. Het land heeft geleerd uit de ervaringen van Rusland met openheid en democratisering. Het land heeft ook de Arabische Lente gevolgd. Uit die gebeurtenissen heeft het land lessen getrokken. Stabiliteit kan enkel gegarandeerd worden door de teugels strak te houden. Dat is het motto van China. Dat heeft zo zijn gevolgen. Gevolgen die we ondermeer kunnen zien in de beperking van de vrije meningsuiting. In de inperking van de persvrijheid. De repressie van andersdenkenden wordt harder. Mishandeling van dissidenten en politieke gevangenen blijkt een courante praktijk te zijn. U zelf hebt mogen vaststellen dat het werken als correspondent steeds moeilijker wordt. Voor de Chinese journalisten evenwel is het nog moeilijker. Zij worden gedwongen te werken in strikte beperkingen. De media zijn in China een instrument van de partij.  Dat alles is geweten in het Westen.  Maar die kennis zet het Westen niet noodzakelijk aan tot handelen.  Vaak hult datzelfde Westen zich in stilzwijgen.  Chinese dissidenten voelen zich verraden door democratische landen.  Dat mag blijken uit het verhaal van de Chinese Nobelprijswinnaar voor de Vrede Liu Xiaobo.

 

Die bezorgdheid om de suprematie te handhaven kan evenwel ook in een andere richting werken. In een meer positieve richting. Dat wordt duidelijk wanneer u het hebt over het milieuvraagstuk. Steeds erger wordende vervuiling leidt tot groeiend ongenoegen bij de bevolking. Dat ongenoegen kan de Communistische Partij echt wel missen. Want dat ongenoegen kan vreten aan die suprematie. Om die reden kiest China voor een radicale ommekeer. Het land beseft dat de uitdaging groot is. De afhankelijkheid van steenkool moet verminderd worden. De omschakeling naar duurzame energie moet gebeuren. In uw boek laat u zien dat het aandeel van zonne- en windenergie met rasse schreden vooruit gaat. U hebt het over experimenten met eco-cities, waar het principe van zero-uitstoot vooropstaat. Bezorgdheid om de suprematie kan dus ook gunstige gevolgen hebben.

 

China moet een wereldmacht worden. Dat zei ik reeds. Eén van de middelen om dat te kunnen bereiken is dat ene project. De Nieuwe Zijderoute. Bedoeling is het vernieuwen van de infrastructuur in alle landen die op het traject van de aloude zijderoute liggen om uiteindelijk de handel tussen die landen en China te bevorderen. De winst en de invloed van dit project situeert zich op economisch, diplomatiek en geopolitiek gebied. Vooral de politieke bijbedoelingen worden met argusogen gevolgd. Omdat wordt gevreesd dat China via investeringen landen aan zich hoopt te binden. In die optiek moet ook de kritiek op de Asian Infrastructure Investment Bank gekaderd worden. Armlastige landen dreigen immers economisch en politiek afhankelijk te worden van China. In sommige gevallen wordt zelfs gevreesd voor de soevereiniteit van de betrokken landen. Een parallel kan misschien getrokken worden met het kolonialisme.

 

Bovenop dat ene, grote project komen ook nog eens de geopolitieke ambities van China. U schrijft over de claims in de Zuid-Chinese Zee. U hebt het over aanvaringen met Japan, de Filipijnen en Vietnam. Op die geopolitieke strategie reageren landen. Zo was er de ‘Pivot to Asia’ van de Verenigde Staten waarbij dat land een grotere aanwezigheid ging tentoonspreiden in de Stille Oceaan. Die grotere aanwezigheid kreeg de doodsteek door gebeurtenissen elders in de wereld. Toch toont het aan dat landen niet ongevoelig zijn voor de bewegingen van China. Die bewegingen worden scherp gevolgd. De vrees bestaat dat een opkomende grootmacht door de gevestigde mogendheid als een bedreiging wordt beschouwd en dit vaak tot oorlog leidt. Voorwaar een beangstigend scenario als wij zien welke ‘gekke’ regeringsleiders aan de knoppen zitten.

 

Men zou kunnen denken dat uw boek enkel bij die grote topics blijft stilstaan. Dat is niet zo. U belicht ook de vele, andere facetten van de Chinese maatschappij. U schrijft over godsdienst. Over de moeilijke omgang met gecommercialiseerde importgebruiken zoals Halloween, Valentijn en Kerstmis. Over de ongebreidelde bouwwoede. U schrijft over het spelen op de beurs, als illustratie van een markteconomie-met-Chinese-karakteristieken. Over internetshoppen in een poging om de eigen consumptie te doen toenemen. Over de kloof tussen arm en rijk. U schrijft over de eenkindpolitiek en de afschaffing ervan. Over prestatiedruk. Over alcoholgebruik of -misbruik. U schrijft over Taiwan. Over Hongkong. Over de Speciale Administratieve Regio’s. U schrijft over de Chinese geneeskunde. Over de soft power. Over de Confuciusinstituten. Over dat alles schrijft u. In een poging om de lezer een totaalbeeld aan te reiken. Een hedendaags beeld. Zodat de lezer met ‘volle kennis van zaken’ een oordeel kan vormen. U hebt dat ook gedaan. U hebt zich een oordeel gevormd. Een oordeel, dat u toelaat vooruit te blikken. In dat vooruitblikken bent u optimistisch maar niet naïef. Van dat oordeel en die vooruitblik hebt u de lezer deelgenoot gemaakt.

 

Enkele jaren terug reisde ik naar China. Die reis heeft mijn interesse in China wakker geschud. Die interesse heeft mij naar uw boek gebracht. Uw boek heeft mij antwoorden aangereikt. Maar heeft net zozeer nieuwe vragen opgeworpen. Dat doet geen afbreuk aan uw boek. Integendeel. Dat pleit voor uw boek. Een boek mag geen eindstation zijn. Een boek mag enkel een tussenstation zijn. Een tussenstation op weg naar meer kennis. Op weg naar meer wijsheid. Uw boek was een waardevol en bijzonder interessant tussenstation.

 

Beste Stefan. Voor uw boeiende boek wil ik u uitermate danken. Ik had het met weinig woorden kunnen doen. Dat achtte ik evenwel onvoldoende. Daarom koos ik voor meerdere woorden. In een poging u duidelijk te maken hoezeer ik uw boek waardeerde. Daarom dus. Van harte bedankt.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.