Uitgelezen: Europa in woelig water. Brief aan Hendrik Vos en Rob Heirbaut.

Gepubliceerd op 4 september 2019 om 16:53

Beste Hendrik,

Beste Rob,

 

Europa zit in de hoek waar de klappen vallen. Het verdomhoekje, zo wordt dat weinig benijdenswaardig plekje ook wel eens genoemd. Het Europese project moet behoorlijk zware slagen incasseren. Door politici die voor eigen politiek gewin Europa gebruiken en/of misbruiken. Zij hopen zo de heersende onvrede af te leiden naar een speler buiten de eigen grenzen. Zij hopen zo een mank lopend beleid goed te praten met valse argumenten. ‘Het moet van Europa’, dat zinnetje horen we maar al te vaak in het politieke debat. Een helder en overtuigend pleidooi ten gunste van Europa vindt weinig gehoor tussen al die schreeuwers.

 

Nu moet ik bekennen dat ik mij ook wel eens durf te bezondigen aan al te gemakkelijke kritiek op Europa. Ik wil het al eens hebben over het sociale deficit binnen het Europese beleid. Die kritiek is eerder een aanvoelen. Echte argumenten om mijn bewering te staven heb ik niet. Ik moet uitkijken of ik mag aanschuiven in het rijtje van de schreeuwers. Ik besef dat ik aan het werk moet. Ik moet opnieuw naar de schoolbanken. Verdieping in de materie is noodzakelijk. Om zo tot een helder oordeel te komen. Om zo tot een onderbouwd oordeel te komen. Uw boek komt als geroepen. Ik ga aan het werk.

 

Om tot een goed begrip van het onderwerp te komen, is het altijd goed om even naar het verleden te kijken. Om even naar het heden te kijken. Om even naar de toekomst te kijken. Op die manier weten we vanwaar we komen. Waar we staan. Waarheen we gaan. U lijkt dat ook te beseffen. U keert dus terug in de tijd. Als lezer krijgen we een kort overzicht van de verschillende stappen in de Europese eenwording. In grote lijnen is dit een herhaling van wat ik reeds weet maar herhaling kan al eens nodig zijn bij een opfrisbeurt. Het is dus goed die weg nog even af te leggen. In het heden blijft u stilstaan bij de vele crisissen waarmee Europa werd of wordt geconfronteerd. De eurocrisis. De bankencrisis. De migratiecrisis. De klimaatcrisis. Geconfronteerd met die crisissen stelt u vast dat Europa niet geïmplodeerd is. Pessimisten achtten dat het meest waarschijnlijke scenario. Er werd gesproken van de Frexit. Van de Nexit. Van de Grexit. Van de Itexit. Van de Spexit. Dat gebeurde niet. U toont aan dat het stokt. Dat het rammelt. Dat het hapert. Maar tegelijk toont u aan dat het nooit stil valt. U ziet hoe de Europese Unie zich geleidelijk aan en meestal met kleine stapjes versterkt. U illustreert die kleine stapjes.  U blijft niet in het vage.  U benoemt. 

 

Ten gevolge van die vele crisissen wordt geknabbeld aan de nationale soevereiniteit. Dat is goed. Dat is noodzakelijk om verder te kunnen gaan. Kijkend naar de toekomst acht u een gezamenlijk beleid op die vele domeinen noodzakelijk omdat de lidstaten niet in staat zijn om elk apart met die uitdagingen om te gaan. Het gemeenschappelijke Europese niveau wordt wellicht sterker omdat eenentwintigste-eeuwse uitdagingen niet het meest efficiënt worden aangepakt door structuren uit de negentiende eeuw.

 

Die stappen naar gezamenlijk beleid verlopen moeizaam. Inzake de interne markt lijkt het eerder gemakkelijk om gezamenlijke beslissingen te nemen. Het verwijt van overdreven regulering in het debat over productnormen verwijst u hierbij naar de prullenbak. Deze normen zijn bedoeld om de gemeenschappelijke markt te beschermen en om een bepaald niveau van bescherming te garanderen. Terecht stelt u dat ook vroeger normen werden bepaald maar dan per land afzonderlijk. Europa treedt nu in de plaats van de lidstaten en harmoniseert die productnormen. In deze evolutie kan ik net als u geen schijn van reglementitis ontwarren, wel een hoge graad van eenstemmige duidelijkheid.

 

Het grote probleem om te komen tot een gezamenlijk beleid werd blootgelegd tijdens de verschillende crisissen. Enkele van die crisissen raken aan beleidsdomeinen waar de meeste lidstaten géén Europese bemoeienis willen. Landen willen zelf soeverein hun eigen beslissingen nemen. Als landen dan het gevoel hebben of krijgen dat zij hun eigen beleid moeten bijstellen, gaan ze dikwijls op de rem staan en worden oorspronkelijke voorstellen afgezwakt. Duidelijk wordt aangetoond hoe de Europese politiek een compromispolitiek is. De standpunten en invalshoeken liggen op tafel. Het onderhandelingsproces wordt gestart. Uiteindelijk zal telkens weer een beslissing genomen worden die over een zo groot mogelijk draagvlak beschikt. Vandaar dus telkens weer die kleine, minieme stapjes vooruit. De grote sprong voorwaarts zal nooit gezet worden. Of toch niet heel binnenkort.

 

Tot slot blijft u nog even stilstaan bij het gebrek aan democratische controle. Bij het democratisch tekort van Europa. Want dat wordt Europa vaak aangewreven. Om dit goed te kaderen legt u vooraf uit hoe de Europese Unie werkt. Deze beknopte uitleg ontkracht eigenlijk al het argument van het democratisch tekort. Ik zou uw argumentatie kunnen herhalen. Ik zou de werking van de Europese Unie net als u tot in detail kunnen navertellen. Dat zal ik evenwel niet doen. Misschien kan ik volstaan door te zeggen dat in het Europese tweekamerstelsel de rol van de lidstaten tot uiting komt via de Raad en de stem van de burger in het wetgevend proces in principe zou moeten klinken via het Parlement. Ik besef dat dit wel heel kort door de bocht is. Dat in deze beknopte samenvatting vele addertjes onder het gras blijven. In uw boek doet u het uitgebreider. U doet het kritischer. Maar samen komen we tot hetzelfde besluit. Democratisch controle bestaat maar is nog niet optimaal. U verwijst hierbij naar een aantal pijnpunten.

 

U eindigt uw boek door even halt te houden bij het geld van Europa. Europa heet geldverkwistend te zijn. Het zou geld door ramen en deuren gooien. Er is de kritiek op de vetbetaalde ambtenaren. Er worden vragen gesteld bij dat hele verhuiscircus tussen Brussel en Straatsburg. U gaat deze items niet uit de weg. U toont met verve aan dat in deze discussie enige nuance aan de dag mag gelegd worden. Dat doet u. U nuanceert. U bent niet blind voor de gebreken. Voor de constructiefouten. Maar tegelijk weegt u af. U verheldert. U stelt scherp.

 

De centenkwestie had het laatste item van uw boek kunnen zijn. Het Verenigd Koninkrijk besliste er anders over. Met de Brexit werd u ‘gedwongen’ nog een extra hoofdstuk toe te voegen. In dat hoofdstuk ontrafelt u het debat. U keert terug. U blikt vooruit. U legt de pijnpunten bloot. U wijst op de uitdagingen. Op de moeilijkheden. In dit hoofdstuk wordt één ding duidelijk. Uit de EU stappen was een eenvoudige beslissing. Het realiseren van die eenvoudige beslissing blijkt dan weer een bijzonder heikele klus te zijn.

 

Beste Hendrik. Beste Rob. Ergens in uw boek schrijft u dat Europa geen verdedigers heeft. Dat de Europese beslissingen nergens worden verdedigd. Dat kan misschien waar zijn. Maar ik las uw boek. Ik las een pleidooi ten gunste van Europa. Uitgebalanceerd. Genuanceerd. U ontkracht al te gemakkelijke dooddoeners. U erkent sommige tekortkomingen in het beslissingsproces. In het begin van mijn brief zei ik dat ik terug moest naar de schoolbanken. Dat heb ik gedaan met uw boek. U was mijn leermeester. De donkere wolken boven Europa doet u wegdrijven. U brengt hoop in het debat. Geen naïeve hoop. Wel realistische hoop. Voor uw verhelderende boek en de daarin vastgelegde hoop wil ik u danken. Uitgebreid en van ganser harte.

 

Met vriendelijke groeten.

Foto: Sint-Michielskerk - Sint-Michielshelling, Gent (@wimleest)

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb