Beste Aussie,
U moet het mij vergeven. Ik moet nog even terugkeren naar mijn vorige brief. Ik las die brief nog eens na. Ik weet het, het nalezen moet gebeuren vóór de brief verzonden wordt. Helaas, ik deed het pas na het versturen. Ik was een klein dingetje vergeten. Dat kan ik nu goedmaken. Bij het begin van deze tweede brief. Toen ik die passage las over de dieren in uw wapenschild dacht ik even na welk dier ik in ons wapenschild zou plaatsen. Het wapenschild van ons kleine landje. Lang diende ik niet na te denken. Een struisvogel zou niet misstaan in ons wapenschild. Als symbool voor het wegkijken van onze regeringen. Onze regeringen steken hun kop in het zand voor de grote crises. In zijn nieuwste boek, Democratie bestaat nog niet, noemt Reginald Moreels onze huidige politici dwergpolitici. Omdat ze de kleine probleempjes opblazen om ze dan als redders op te lossen. Helaas schuiven ze de immense uitdagingen al te vaak door. Al die uitdagingen noodzaken een visie maar die bestaat niet. Verkiezingen zijn hun visie, meer niet. Dit harde oordeel van Reginald Moreels dien ik helaas te onderschrijven en dwingt mij een struisvogel als metafoor te gebruiken voor onze regeringen.
Wij kennen elkaar nog niet goed. Daarom wil ik u vooraf waarschuwen. Ik ben een politiek beest. Ik volg met grote interesse wat er reilt en zeilt in de politiek. Het laat mij niet los. Zelfs niet op vakantie. Dat is de aard van het beestje. Zo kan het gewoon gebeuren dat ik in mijn brieven kort (of lang) zal stilstaan bij de politieke toestand van mijn land. Bij de politieke toestand van de wereld. Ik zal deze interventies tot een minimum trachten te beperken. Helemaal uitsluiten kan ik niet. Wel zal ik trachten zo dicht mogelijk bij het eigenlijke onderwerp van deze brief, zijnde mijn reis, te blijven. Als ik mij zelf dan eens toesta om van het rechte pad af te wijken en een klein zijsprongetje te maken naar de politiek, wens ik mij hiervoor al op voorhand te excuseren.
Een zijsprongetje is gemaakt. Terug naar het rechte pad. Wij zijn op weg naar Halls Gap. Naar Grampians National Park. The Pinnacle Walk staat op het programma. Een wandeling van iets meer dan vier kilometer. Heen en terug. Dat zou moeten kunnen in drie uur. Het wordt langer. Omdat we onze tijd nemen. We lopen niet. We kijken om ons heen. Want dat is wat moet gebeuren. De omgeving gebiedt het ons. Natuurschoon mag niet genegeerd worden. We moeten het bewonderend aanschouwen. We moeten het in ons opnemen en in onze hoofden bewaren. Daarom houden we halt. Veel en vaak. We draaien om onze as. Niks willen we missen. Met moeite houden wij onze mond dicht. Want die valt open. Van verbazing. Van verwondering. Deze korte wandeling kunnen we beschouwen als een leerfase waarin wij uitzoeken hoe om te gaan met de natuur. Want die wonderlijke natuur zal een constante zijn op onze reis. Dan is een eerste kennismaking altijd aangewezen. Die hebben we nu achter de rug. Nog maar net aan elkaar voorgesteld en nu al weet ik, dit smaakt naar meer.
Eenzelfde verwonderende verbazing overvalt ons als wij de volgende dag nog even halt houden in Halls Gap. Wij wandelen naar de Botanic Garden. Op onze reis zullen we nog vaststellen dat elk dorp of elke stad een botanische tuin heeft. Zo dus ook Halls Gap. Nu zal u heel waarschijnlijk verwachten dat ik u onderhoud over bomen en planten. Dat doe ik niet. Ik wil het over iets anders hebben. Want wat wij die ochtend ervaren, situeert zich net buiten de Botanic Garden. Aan de uitgang. Wanneer wij het poortje achter ons sluiten, bevinden wij ons plots tussen de kangoeroes. Vrije kangoeroes. Wij verroeren ons niet. Wij blijven stokstijf staan. Enkel onze ogen schieten heen en weer. Wij durven nauwelijks te praten. Stilte, dat is wat wij moeten betrachten. Om de kangoeroes zo lang mogelijk bij ons te houden. Dit verveelt nooit. Dit blijft boeien. Wij blijven kijken en dan zien wij het. Dat ene dat wij nooit eerder zagen. Wij zien het live. Voor onze neus. In de buidel van een kangoeroe zien we een kopje uitsteken. Een baby kangoeroe. In de buidel. We worden hysterisch. We beginnen te springen van opwinding. Jawel, jawel, jawel, roepen we. Weg is de rust. De kangoeroes kijken ons vreemd aan en huppelen een eind weg van ons. Weg van die gekke toeristen. Op veilige afstand.
Na deze verrassende ontmoeting rijden we naar Adelaide. Met heel af en toe een korte tussenstop. Om de benen even te strekken. Om een koffie te drinken. Om de publieke toiletten aan een nader onderzoek te onderwerpen. Deze tussenstops zouden zomaar lukraak kunnen ingelast worden. Interessanter wordt het als deze plekken weloverwogen worden uitgekozen. Als op die plekken ook interessante dingen kunnen gezien worden. Zo houden we halt bij het Pink Lake. Nabij Dimboola. De unieke roze kleur van het meer is afkomstig van een pigment dat wordt afgescheiden door microscopische algen die in de extra zoute moerasgebieden leven. De intensiteit van het roze varieert afhankelijk van het seizoen, de temperatuur, de bewolking en het waterpeil. Soms is het kauwgomroze, soms licht zalmroze. Wij beseffen dat deze plek weinig kans zal maken om ooit opgenomen te worden op de lijst van grootste natuurwonderen. Tegelijk beseffen we ook dat we mindere plekken als sanitaire stop konden gekozen hebben. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Want zelfs in bescheidenheid kan de magische kracht van de natuur zich openbaren.
Ik had het al eerder gezien langs de weg. De eerste keer had ik het genegeerd. Maar het kwam terug. Ik zag langs de weg borden staan waarop wij worden uitgenodigd een snelweg te adopteren. Adopt a highway, zo stond het op die borden. Een nogal bizar verzoek. Maar in het eigenaardige kan heel soms een logica schuilen. Nader onderzoek leert mij dat het een overheidsprogramma is waarbij bedrijven, verenigingen of groepen vrijwilligers een stuk snelweg symbolisch adopteren. Bedoeling is dat de ‘adoptieouders’ helpen bij het onderhoud. Dat onderhoud beperkt zich meestal tot het opruimen van zwerfvuil, het netjes houden van de bermen en de beplanting en het rapporteren van schade. Wat mij eerder bizar leek, wordt mij nu duidelijker. Want eens een snelweg geadopteerd is, komt langs diezelfde snelweg een bordje met daarop de naam van de adoptant. Adopt a highway wordt dan This section is adopted by … Een slimme manier om de betrokkenheid van de gemeenschap te vergroten. Bovendien wordt het onpersoonlijke karakter van de weg een beetje uitgegomd. Mensen uit de buurt worden verantwoordelijk over dat ene deel van de snelweg. Mensen van vlees en bloed. Dat besef verandert onze kijk op een openbare weg. Ik besef dat het gek klinkt maar onze band met dat stukje snelweg wordt persoonlijker. Net omdat dat ene deeltje benoemd wordt. Eens iets een naam heeft, gaan wij respectvoller om met de dingen. Zomaar iets uit de wagen gooien, wordt dan een dingetje dat we niet langer doen? Het zou zomaar kunnen. Alhoewel. Studies in Amerika, waar gelijkaardige projecten lopen, tonen aan dat secties die zijn geadopteerd zichtbaar schoner zijn dan vergelijkbare niet-geadopteerde stukken. Gemiddeld hebben de adoptiesegmenten 13 tot 31 procent minder zwerfvuil dan vergelijkbare wegen zonder adoptieprogramma’s. Diezelfde studies kunnen evenwel niet aantonen of die daling een gevolg is van gedragsverandering bij de weggebruikers of dat het een gevolg is van het aantal opruimbeurten door de vrijwilligers. Wordt vervolgd, zou ik denken.
Nog maar eens een stop. In Coonalpyn. Aan enkele silo’s. Wat is daar zo bijzonder aan, die vraag hoor ik u stellen. Sta mij toe te zeggen dat het geen gewone silo’s zijn. Deze silo’s maken deel uit van de Silo Art Trail. We moeten kijken naar het verhaal achter deze silo’s. Want dat maakt deze plek zo bijzonder. Alles begon in maart 2018. In dat jaar begonnen Annette en Eric Green aan een roadtrip doorheen Australië. Wat zij op dat moment niet wisten, is dat hun roadtrip zou uitgroeien tot een ontdekkingsreis langs kunstwerken die in de daaropvolgende jaren miljoenen mensen zou bekoren. Tijdens hun reis door de pittoreske graanschuur van West-Australië stuitte het gepensioneerde echtpaar op hun eerste pareltje: een levendige, geometrische banksia-muurschildering van de Nederlandse straatkunstenaar Amok Island, die de imposante silo's van Ravensthorpe siert. Dit betoverende kunstwerk wekte een nieuwe passie bij de Greens op en veranderde hun ontspannen reis in een zoektocht naar de verborgen schat aan silo-kunstwerken die verspreid liggen over het Australische binnenland. Annette startte een Facebookpagina. Een platform waarop medereizigers inzichten en foto's konden uitwisselen. Tegelijk konden zij op datzelfde platform hun verwondering die elke ontdekking met zich meebracht, delen. De Facebookpagina werd in 2019 opgeschaald naar een website. Hier ga ik even uit de bocht. Ik moet mij corrigeren. Ik kan het niet zomaar een website noemen. Want het is meer. Veel meer. Het is een ware schatkamer die de complexe verhalen en levendige beelden documenteert van elk bekend silo-kunstwerk in Australië. De Greens zijn vandaag niet enkel gepensioneerde avonturiers. Zij zijn tezelfdertijd de gerespecteerde beheerders van een nationale kunstexpeditie. Achter hen staat een toegewijd team dat ervoor zorgt dat de betoverende wisselwerking tussen kunst en het Australische landschap voor iedereen toegankelijk is. Elke muurschildering, elke beschilderde silo is een bewijs van de onwrikbare geest van regionaal Australië. De beweging overstijgt de grenzen van de kunst en wordt een krachtige motor die het toerisme stimuleert, de lokale economieën versterkt en het sociale weefsel van gemeenschappen nieuw leven inblaast. In de majestueuze penseelstreken en grandeur liggen de kiemen van vernieuwing voor vele steden en gemeenschappen die ooit op de rand van de vergetelheid balanceerden. Ik kijk naar die enkele silo’s en voel de overweldigende grootsheid en de uitzonderlijke schoonheid van dit project. Soms moet een mens verder kijken dan zijn neus lang is om het grotere verhaal te vatten.
Halt, halt, halt. Ik moet mij intomen. Ik zou blijven doorgaan. Dat kan niet. Dat mag niet. Ik moet doseren. Elke week een beetje. Dus, jawel, ik stop. Om al onmiddellijk te gaan nadenken over mijn volgende brief. Want die komt er. Volgende week. Intussen wens ik u het allerbeste.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties
Proficiat Wim...ik hang weer aan uw lippen (figuurlijk)...prachtige foto's en boeiend verhaal 👏👍. Liefs Nelly 😘💝