Beste Joas,
Ik moet eerlijk zijn, zonder de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 had ik uw boek heel waarschijnlijk nooit gelezen. Die aanval is ook de reden waarom u weet dat uw boek niet onbevangen zal gelezen worden. Menigeen zal bevestiging zoeken van de eigen ideeën over het conflict, hoe (on)gefundeerd die ook mogen zijn. Ik zoek geen bevestiging. Wat ik zoek, is verduidelijking. Wat ik zoek, is een ruimer kader. In een poging om tot een beter begrip te komen. In uw functie van universitair hoofddocent Islam & Arabisch aan de Universiteit Utrecht lijkt u mij een interessante gesprekspartner. Onbevangen begin ik aan uw boek. In de hoop dat uw boek een bijdrage kan leveren in mijn streven naar een beter begrip.
Dit boek stuit meteen op de vraag wat u er persoonlijk van vindt, wie u vindt dat ‘gelijk’ heeft of aan wiens ‘kant’ u staat. Die vraag gaat u uit de weg. U tracht het conflict feitelijk te benaderen, waarbij u zich tegelijkertijd tracht te onthouden van het publiekelijk uiten van een mening over de zaken waarmee u zich professioneel bezighoudt. Trouw aan uw vakgebied probeert u op een objectieve manier te schrijven. Juist omdat het gaat om een kwestie die de gemoederen hoog doet oplaaien.
Uw boek concentreert zich op de vraag waarom Hamas via aanslagen al jarenlang een strijd voert tegen Israël. U benadert die vraag vanuit uw eigen discipline, de islamologie, door te kijken naar hoe deze organisatie haar geweld tegen Israël legitimeert en in hoeverre dat samenhangt met haar islamitisch karakter.
U vertrekt hierbij vanuit het perspectief dat Hamas pragmatisch, veranderlijk en flexibel van aard is en dat op de lange termijn. U stelt dat de reden voor Hamas’ strijd vooral ligt in haar Palestijns nationalisme en haar militante pragmatisme. Niet zozeer in een vermeend onveranderlijk en statisch islamitische ideologie.
Om dat perspectief te schetsen en te onderbouwen, bouwt u uw boek op rond die grote delen, die samen de geschiedenis van Hamas brengen: de historische achtergrond van Hamas voorafgaand aan de oprichting van de organisatie, Hamas als oppositieorganisatie en de nieuwe fase in het bestaan van Hamas, waarin de organisatie aan de macht kwam in de Gazastrook. In elk van die delen vindt u elementen, die bestaansrecht geven aan uw perspectief.
Terwijl ik die geschiedenis van de organisatie lees, zijn er toch een aantal dingen die mij verrassen. Die mij nooit eerder ter ore waren gekomen. Eerder dan de geschiedenis van Hamas in deze brief kort samen te vatten, sta ik liever stil bij die dingen die mij wisten te triggeren. Bij die dingen die aan mij blijven kleven.
In uw boek verwijst u vaak naar het Handvest van de organisatie. Daarin zijn er verwijzingen naar islamitische geschriften en concepten die toegepast worden op het conflict met Israël. Tegelijk gebruikte Hamas ook taalgebruik dat afkomstig leek te zijn uit een lange traditie van Europese antisemitische stereotypen. Hierbij geeft u aan dat het Handvest een bron is van controverse binnen Hamas. Diverse leiders zien het niet als representatief voor de ideologie, verwijzen er slechts zelden naar, doen het af als een niet-relevant historisch document en voelen er zich nogal ongemakkelijk bij. Tegelijk maakt u melding van een nieuw document over haar visie waarin Hamas het heeft over een impliciete acceptatie van Israël en een democratische visie op de rol van de islam in de staat. De Palestijnse kwestie wordt in dat nieuwe document overweldigend vanuit nationalistisch oogpunt geduid, niet meer in islamitische termen. Voor u is het duidelijk dat Hamas in haar strijd niet wordt gedreven door een onwrikbare religieuze ideologie maar door militant-pragmatische overwegingen die geworteld zijn in Palestijns nationalisme en de mate waarin Israël en zijn beleid de verwezenlijking hiervan concreet in de weg stonden. Het conflict is geworteld in Israëls bezetting, niet in zijn religieuze identiteit. Om die verschuiving in mindset duidelijk te maken voegt u beide documenten integraal toe aan uw boek.
Interessant wordt het ook als u schrijft dat verzet vooral iets zegt over de doelen van een organisatie, terwijl terrorisme slaat op de middelen die een groep inzet. Verzet heeft te maken met de inhoud van activisme, terrorisme slaat op de vorm die dat krijgt. Beide termen hoeven elkaar niet uit te sluiten. Hieruit mag men concluderen dat veel aanslagen van Hamas een terroristisch karakter hebben, zonder daarmee de doelen van de organisatie als verkeerd of illegitiem te bestempelen. Vanuit die invalshoek kan het nuttig zijn aan te stippen dat de militaire vleugel van Hamas een grote autonomie kent binnen de organisatie. Politieke leiders binnen Hamas geven dan ook aan dat ze zich niet meteen met het precieze beleid van de brigades bemoeien. Om zich te beschermen tegen het liquideren van Hamasleiders heeft de organisatie een duidelijkere scheiding aangebracht tussen het (publieke) politieke leiderschap en het (niet-publieke) militaire leiderschap. Daarom beschouwt u Hamas als een militante sociale bewegingsorganisatie die zich verzet tegen Israël met sociale activiteiten, politieke deelname en gewapende strijd, waarbij dit laatste aspect vaak een terroristisch karakter heeft.
Uiteraard staat u aan het eind van uw boek stil bij de aanslag van 7 oktober 2023. Want daartoe leidde al wat voorafging in uw boek. Al wat vooraf ging hebben we nodig om die aanslag te kaderen. Want niet enkel moet die veroordeeld worden. Tegelijk moet die aanslag gekaderd worden. Om toch enigszins te kunnen begrijpen. Want, inderdaad, die aanslag lijkt niet overeen te komen met een acceptatie van Israël. Die aanslag lijkt in tegenspraak te zijn met alles wat u schrijft over het Palestijns nationalisme en het militante pragmatisme van Hamas. In uw verslag van die aanslag en de omstandigheden die naar die aanslag leidden tracht u aan te tonen dat die aanslag net wel zijn oorsprong vindt in dat militante pragmatisme en nationalisme.
In uw besluit lees ik een uitnodiging aan de wereldleiders. Als Hamas niet gedreven wordt door een onveranderlijke ideologie of antisemitische haat, maar door motieven van nationale zelfbeschikking en pragmatisch eigenbelang, dan betekent dit dat zij gevoelig is voor beleidsveranderingen en dat er dus met haar te praten valt.
Beste Joas. Ik vreesde dat uw boek een moeilijke opgave zou worden. Te zwaar. Te veel voorkennis vereist. Ondanks die vrees ging ik toch uw boek lezen. Mijn vrees bleek onterecht. Het lukte mij alles netjes te volgen en de weg niet kwijt te raken. Daaraan hebt u alle verdienste. U bleek de perfecte gids te zijn. Ik heb nieuwe inzichten verworven. Waardoor ik duidelijker en evenwichtiger naar het conflict kan kijken. Daarvoor wil ik u danken. Van ganser harte. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen
Reacties