Beste Mikolaj,
Eén gezin. Het gezin Stramer. Een vader en een moeder. Vijf zonen en twee dochters. Doodgewone mensen. Als lezer zou men kunnen denken dat een verhaal over doodgewone mensen al snel zou gaan vervelen. Want dat is wat wordt verondersteld, doodgewone mensen zijn saai. Doodgewone mensen hebben geen verhaal. U bewijst met uw boek het tegendeel. Bijna vierhonderd pagina’s lang.
Om dat te realiseren, hebt u een aantal elementen samengebracht die samen resulteren in een wervelend verhaal. Vooreerst is er de vaderfiguur. Om die vaderfiguur te typeren, kan ik mij het best wenden tot een woord dat ik nauwelijks begrijp. Tot een woord waarvan ik de betekenis toch vooraf diende te verifiëren. Vader is een schlemiel. Een pechvogel. Een man van twaalf stielen en dertien ongelukken. Hij keert vanuit Amerika terug naar Polen om daar te huwen met zijn jeugdliefde. In het provinciestadje Tarnów hoopt hij ooit op zakelijk succes. Succes dat het leven van het gezin ten goede zou keren. Hij probeert het als cafébaas. Hij probeert het als verzekeringsagent. Telkens met hetzelfde resultaat, een fiasco. Na elke mislukking gaat vader op bed liggen. Buikgriep, zegt hij dan. Bij elke mislukking telkenmale hetzelfde riedeltje: buikgriep.
Toch brengt u niet enkel het verhaal van de vader. Elk gezinslid mag zijn verhaal vertellen. In korte hoofdstukken komt telkens een ander gezinslid aan het woord. Als we dan alles samenleggen, krijgen wij het volledige familieverhaal. Waarbij elk gezinslid zijn eigen visie op dat familieverhaal heeft. Waarbij elk gezinslid op een eigen manier aankijkt tegen de vaderfiguur. Vooral de oudste zoon laat zich nogal kritisch uit over zijn vader. Maar met ouderdom komt de nuance. Zo zegt de oudste broer op latere (en wijzere?) leeftijd dat eerst van onze ouders houden. Dat we hen dan veroordelen. Om hen tot slot (soms) te vergeven. Gebundelde wijsheid, zou ik zeggen.
Een ander element om een verhaal van doodgewone mensen toch boeiend te maken is de tijdsperiode waarin u het verhaal plaatst. Het interbellum, de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog is de periode waarin het gezin zijn leven leeft. Vele dingen gebeuren in de wereld, die ook het leven in Tarnów beïnvloeden en dooreenschudden. De Russische Revolutie zindert na. Twee van de zonen geraken onder invloed van het communisme en engageren zich ook binnen de Communistische Partij van Polen. Zij stappen mee in demonstraties. Nemen deel aan stakingen. Polen reageert hard op die sociale onrust, die opgestookt wordt door de Communistische Partij. Beide broers belanden in de gevangenis. Als politieke gevangene. Uiteindelijk zal één van die zonen naar Spanje trekken om zich als lid van de Internationale Brigades te mengen in de Spaanse Burgeroorlog.
Nog andere wereldlijke gebeurtenissen zullen een invloed hebben op het Joodse gezin Stramer. Er is in Duitsland de opkomst van Hitler. Er is in Italië de opkomst van Mussolini. Wanneer de Tweede Wereldoorlog ook Polen in zijn greep krijgt, worden de gevolgen voor de Joden in Polen pas echt voelbaar en tastbaar. Joden worden opgepakt voor dwangarbeid. Worden samengedreven in ghetto’s. Het dragen van de davidster wordt verplicht. Het sociale leven van Joden wordt op alle mogelijke manieren bemoeilijkt en ingeperkt.
Het gezin zoekt naar manieren om met die veranderende wereld om te gaan. Vele dingen worden ondernomen. Om dan te gaan twijfelen aan de gemaakte keuzes. Onzekerheid doet twijfelen. Uiteindelijk berusten de ouders in hun lot. Zij berusten. De kinderen menen toch hun leven in eigen handen te kunnen houden. De wereld slaat het gezin uiteen. De wereld vermorzelt het gezin. De wereld veegt het gezin Stramer uit de boeken.
Terwijl ik het boek lees, moet ik vaak aan de wereld van vandaag denken. Omwille van de dingen die ik lees. Omwille van de dingen die de gezinsleden zeggen. Op een bepaald moment in het boek lees ik dat kapitalisme tot nationalisme leidt. Dat nationalisme op zijn beurt tot oorlog leidt. Die gedachte doet mij huiveren. Ik moet denken aan de nationalistische golven in vele Europese landen. Ik moet denken aan Wilders. Aan Orban. Aan Meloni. Aan Weidel. Aan Le Pen. Aan Poetin. Aan Netanyahu. Vrolijk word ik niet van die gedachten. Verder moet ik bij de vlucht van de familie Stramer denken aan de oorlogsvluchtelingen. Die op de vlucht slaan voor de oorlog in Oekraïne. In Palestina. Die op de vlucht slaan voor de regionale oorlogen in Afrika. Wordt het ooit anders, denk ik dan. Antwoorden zal ik niet doen. Enkel hopen, dat is wat ik kan doen.
Beste Mikolaj. Doodgewone mensen zijn niet saai. Doodgewone mensen hebben een verhaal, dat in handen van een meesterverteller meer dan boeiend kan zijn. U hebt ons een familie voorgesteld. Een familie die ons doet achterom kijken. Een familie die ons vooruit doet kijken. Het verhaal van één doodgewone familie wordt zo het verhaal van velen. Als lezer worden wij deel van een familie. Worden wij deel van een wereld. Een wereld in brand. Voor die literaire prachtprestatie wil ik u danken. Van ganser harte. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen
Reacties