Beste Maral,
Ik durf al eens in debat te gaan. Dat heb ik meegekregen van thuis. Aan de keukentafel bij ons thuis kon het al eens kletteren. Luid roepend en elkaar onderbrekend trachtten wij onze meningen en standpunten vol vuur te verdedigen. Ik ben ouder nu (en hopelijk een beetje wijzer). Het grote vuur is gaan liggen. Niet de kracht van de stem maar de kracht van de argumenten tracht ik nu centraal te plaatsen. Waarbij ik telkens tracht te zoeken naar een gemeenschappelijk vertrekpunt. Van waaruit het debat zich kan ontwikkelen. Wanneer ik debatteer over migratie, durf ik daarom wel eens te vragen zich te verplaatsen in de migrant. Durf ik te vragen de beweegredenen van de migrant te begrijpen. De beweegredenen waarom de migrant zijn land verlaat. Waarom de migrant een mensensmokkelaar onder de armen neemt en een bootje instapt. Dat is voorwaar geen gemakkelijke uitnodiging. Omdat het om een zekere mate van inleving vraagt. Omdat het om een zekere mate van verbeelding vraagt. Net die twee elementen ontbreken vaak in het debat en bezwaren het debat daarom.
Bij een volgend debat over migratie heb ik mij voorgenomen te zwijgen. Ik zal rechtop staan en naar mijn boekenkast wandelen. Ik zal uw debuutroman uit de kast nemen en mijn gesprekspartner uitnodigen het boek te lezen. Omdat ik meen dat uw boek de lezer vraagt om, als het kan, wat vriendelijker en meevoelender aan te kijken tegen migranten. Die mildheid kan het debat enkel maar verzachten. Dat is wat wij heel misschien nodig hebben. Mildheid en begrip.
In uw boek vertelt u het verhaal van Talar en haar moeder Sepideh. In het Iraanse Teheran was de moeder actief in linkse studentenkringen. Omdat zij een panische angst heeft voor het Iraanse regime, besluit zij haar land te ontvluchten. Van het wereldlijke Teheran komt Sepideh met haar dochter terecht in het Nederlandse Moerkapelle.
Beide werelden schetst u op een treffende wijze. U laat ons voelen wat de Iraanse Revolutie werkelijk betekent. U stelt heel scherp dat uit alles de levensvreugde wordt gezogen. Somberheid was de norm. Bijna onopvallend laat u zien hoe het regime werkt. Alles was in handen van religieuze extremisten en overal zaten spionnen die zich voordeden als vrienden. Iedereen kon op ieder moment worden opgepakt, gemarteld en gedood. Wie niet meer in angst wilde leven, moest zich maar aansluiten bij het regime. Het is die constant aanwezige angst die de moeder doet besluiten te vluchten.
Tegelijk plaatst u vraagtekens bij het tolerante en verlichte Nederland. Tolerantie wordt niet door iedereen gedragen. Dat mag Talar aan den lijve ondervinden. In het zwembad. Bij de kennismaking met de vader van haar eerste liefje. Bij de fysiotherapeut. Kwetsende opmerkingen die tornen aan haar recht van bestaan in Nederland. Het lijkt alsof zij harder haar best moet doen om aanvaard te worden in de Nederlandse maatschappij. Dat is ook wat haar moeder zegt. Zij zegt dat Talar een ander verleden heeft en andere verantwoordelijkheden. Talar moet altijd presteren. Moet altijd streven naar het hoogste. Die ‘wijze raad’ van moeder weegt op een jong meisje. Dat is zwaar om dragen voor een kind dat door omstandigheden gedwongen wordt veel te vroeg volwassen te worden.
Moeder en dochter lijken in een andere wereld te leven. De moeder vindt haar dochter ondankbaar. Zij heeft haar dochter veiligheid geschonken. Zij heeft haar leven opgeofferd voor haar dochter. De dochter begrijpt dan weer niet waarom haar moeder niet ziet hoe moeilijk zij het heeft. Dat onbegrip voor elkaar voert moeder en dochter naar een clash. In die heftige botsing stelt de dochter vrijheid in vraag. Zij schreeuwt haar moeder toe dat vrijheid niet het niet hoeven dragen van een hoofddoek is. Aan haar moeder vraagt zij wat vrijheid betekent zonder familie. Zonder normale ouders. Zonder liefde. Zij vraagt haar moeder wat vrijheid betekent als zij omringd wordt door haat.
In die botsing komt heel scherp naar voren wat moeder en dochter eigenlijk bindt. Zonder dat zij het zelf lijken te beseffen. Het is de eenzaamheid. De eenzaamheid die zich manifesteert in het gemis van dingen. Dingen die een natuurlijke onbezorgdheid in de weg staan. Het zal uiteindelijk een vriendin van de dochter zijn die haar de ogen opent. Die haar opnieuw in de armen van haar moeder duwt. Uiteindelijk komt alles goed. Want zo is het altijd. Uiteindelijk komt alles goed.
Beste Maral. In uw woord van dank schrijft u dat dit boek is gebaseerd op uw verhaal en dat van vele andere kinderen die ooit, net als u, aan de buitengrenzen van Europa stonden. Dit boek is voor hen. Om te hebben maar niet per se om te lezen. Het lezen moet de rest vooral doen. Ik heb het boek gelezen. Uw wondermooie boek. Terwijl ik het boek las, ging ik begrijpen waarom u zo vaak vraagt of het wat vriendelijker en meevoelender mag. Voor dat hernieuwde inzicht en versterkte begrip wil ik uitermate danken. Van ganser harte. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen
Reacties