Uitgelezen: Twee papa's. Brief aan Guy T'Sjoen en Ann Peuteman.

Gepubliceerd op 26 februari 2025 om 13:07

Beste Maximiliaan,

 

Ik lees boeken.  Na het lezen van die boeken, schrijf ik wel eens een brief.  Aan de auteurs van die boeken.  Om hen te bedanken.  Als ik een kleine jongen was, zei mijn moeder altijd dat ik bij een cadeautje de schenker moest bedanken.  Een boek beschouw ik telkens als een geschenk.  De goede raad van mijn moeder indachtig, schrijf ik dus een brief.  U ziet, ik ben een brave jongen.  Een brave jongen die luistert naar de wijze raad van zijn moeder.  Zelfs nu nog.  Op zesenvijftigjarige leeftijd.

 

Onlangs las ik Twee papa’s.  Een brief diende dus te volgen.  Aan uw papa.  Deze keer besloot ik het evenwel anders te doen.  Ik zou mij niet richten tot de schrijver.  Ik zou mij tot u richten.  Niet alleen om u (en onrechtstreeks uw papa’s) te bedanken.  Ook om u welkom te heten op deze wereld.  Een wereld waarop vreemde en onbegrijpelijke dingen gebeuren.  Wees gerust, daarover zal ik het niet hebben.  Ik kijk dieper.  Naar de fascinerende dingen die op deze wereld gebeuren.  Naar de mooie dingen.  Mooie dingen waarvan u er eentje bent.

 

Ik zal het boek nu niet meteen klasseren onder de grote literatuur.  Dat hoeft ook niet.  Wij kunnen niet allemaal een Sandro Veronesi zijn.  Wij kunnen niet allemaal een Stefan Hertmans zijn.  Wij kunnen niet allemaal een Gabriel Garcia Marquez zijn.  Eerder zou ik het klasseren onder de mooie verhalen.  Mooie verhalen waaraan een mens al eens nood heeft.  Omdat het zijn hart doet opspringen.  Van vreugde.  Deze verhalen herinneren ons aan de mooie dingen.  Mooie dingen, die vanzelfsprekend zijn.  Zo vanzelfsprekend dat we er te gemakkelijk aan voorbijgaan.  Uw verhaal heeft het over de liefde.  De liefde tussen twee papa’s.  De liefde tussen twee papa’s en u, hun zoon.  Tijdens het lezen van het boek zal ik die liefde op bijna elke pagina voelen.

 

Ik zou het met u over de vele dingen in het boek kunnen hebben.  Toch wil ik u eerst feliciteren.  U bent nog maar net op deze wereld, toch hebt u al dingen gerealiseerd.  Uw verhaal doet iets bewegen in de politiek.  Politici pleiten ervoor om draagmoederschap op de een of andere manier te regelen.  Ook vragen politici duidelijkheid over de mogelijkheid om twee vaders als ouder te erkennen.  Met dezelfde regels over het hele land.  Uw boek en uw verhaal kunnen hen daartoe inspireren.  U ziet, kleine jongens, grote daden.  Ik meen te mogen denken dat u de jongste activist bent.  Eén ding is zeker, enkel om deze reden kan ik uw boek al toejuichen.  Enkel om deze reden kan ik uw boek al aanraden.  Het kan bijdragen tot een ruimere maatschappelijke aanvaarding.

 

Mooie verhalen vragen om een zekere openheid.  Als de hoge muren niet gesloopt worden, blijft er een te grote afstand tussen de lezer en het boek.  Dan loert saaiheid om de hoek.  Dat lijkt u te beseffen.  U geeft dus die openheid.  Zonder enig voorbehoud.  U zet de deuren open.  Niet wagenwijd.  Uiteraard niet.  Elkeen heeft recht op zijn privacy.  Zelfs als hij zelf beslist in de openbaarheid te treden.

 

Ik stap dus binnen op het huwelijksfeest van uw twee papa’s.  Waar een stille wens een uitgesproken wens wordt.  Dat is het eigenlijke moment waarop uw reis begint.  Waar een kinderwens uw werkelijkheid wordt.

 

Ik volg uw twee papa’s naar Amerika.  Naar Californië.  Want zij hebben gekozen voor het draagmoederschap.  Andere pistes als pleegzorg of adoptie hebben zij heel even overwogen maar om vele, weldoordachte redenen hebben zij die pistes aan de kant geschoven.  Deze redenen zetten zij duidelijk uiteen in uw boek.  Draagmoederschap dus.  Uw twee papa’s begeleiden mij doorheen de verschillende stappen in dit proces.  Waarbij ik in elke stap een grote dankbaarheid lees.  Dankbaarheid tegenover het agentschap.  Dankbaarheid tegenover de eiceldonor.  Dankbaarheid tegenover de draagmoeder.  Dankbaarheid die nauw aanleunt bij liefde.

 

Ik wacht op u bij uw thuiskomst.  Want uw twee papa’s laten mij niet wachten aan de voordeur.  Ik mag binnen.  Ik zie uw twee papa’s zoeken naar een nieuwe routine.  Want u bent nu in hun leven.  U staat nu in het middelpunt van hun leven.  Dat vraagt om aanpassingen.  Aanpassingen die zij maar al te graag doen.  Voor enkele weken bent u dag en nacht samen.  Twee papa’s en u.  U doet samen dingen.  Maar dan begint het werk.  Er moeten mondjes gevoed worden.  Zij moeten u achterlaten.  Een onmiddellijk gemis.  Ik lees al die dingen en ik besef: u bent op een warme en liefdevolle plek terechtgekomen.

 

Ik ben er bij als de grootouders langskomen.  Als de familie langskomt.  Als vrienden en vriendinnen langskomen.  Ik zie en voel de fierheid van uw twee papa’s als grootouders, familie, vrienden en vriendinnen naar u kijken.  Als grootouders, familie, vrienden en vriendinnen u in hun armen nemen.  Want uw twee papa’s weten het.  Met de grootste zekerheid.  U bent de mooiste.  U bent de slimste.  U bent de handigste.  Enkel superlatieven worden gebruikt om u te omschrijven.  In die superlatieven lees ik een intense liefde.

 

Beste Maximiliaan.  Ik schreef dat uw boek een mooi verhaal is.  Dat zou u misschien als al te neerbuigend kunnen beschouwen.  U weet wel, een mooi verhaaltje.  Dat is geenszins mijn bedoeling.  Mijn woorden zijn oprecht.  Met heel veel plezier heb ik in uw mooi verhaal vertoefd.  Met heel veel plezier was ik te gast in uw gezin.  Met heel veel plezier liep ik met u de ongewone weg naar een gewoon gezin.  Ik voelde de échte warmte.  De échte liefde.  Eén ding wil ik nog zeggen: u bent goed omringd.  U bent klaar om die grote wereld in te stappen.  Ik wens u hierbij alle succes.  Voor uw mooie verhaal en uw helder pleidooi wil ik u tenslotte heel graag bedanken.  Daarom dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.