Beste Rosa,
Beste Felix,
Beste Nic,
Beste Benjamin,
Je bent jong en je wilt wat. U bent jong. U wilt wat. Die jonge gedrevenheid bracht u naar een zomerkamp in Marcour. Vlak bij de Ourthe. Daar kwam u met een veertigtal jonge activisten samen om na te denken over een betere wereld. Een andere wereld. Terwijl u nadacht en discussieerde over de gevolgen van de klimaatverandering werd u getroffen door diezelfde gevolgen. Zware regenval deed het water van een beekje heel snel stijgen. U en enkele vriend(inn)en vluchtten hogerop. Eén iemand, Rosa, kwam in het water terecht. U sprong haar achterna. U greep haar vast. Doch, ze glipte uit uw handen. U moest haar lossen. Rosa werd één van de slachtoffers van de overstromingen in Wallonië.
Dat is in een notendop uw verhaal. Maar sommige verhalen passen niet in een notendop. Sommige verhalen vragen om volledigheid. Daarom krijgen wij uw verhaal. Naar het theater vertaald. Door één acteur gebracht. Die vertaling en vertolking lukken wonderwel. Alles valt perfect ineen. Als mij zou gevraagd worden het woord ‘ensceneren’ te omschrijven, ik zou het niet onmiddellijk kunnen. Nu zie ik evenwel wat ensceneren precies betekent. U zet het verhaal in scène. U verbeeldt het verhaal. Dat doet u op wonderlijke wijze. Er wordt gezegd dat geniale vondsten het best werken als zij uitblinken in eenvoud. Dat lijkt ook u begrepen te hebben. Op een magistrale wijze laat u de watervloed door de zaal stromen. Ik voel de kracht. De verwoestende kracht. Ik voel de intensiteit van het stuwende water.
Uw verhaal wordt tastbaar. Wordt grijpbaar. Het lijkt alsof ik in Marcour sta. Naast u. Alles wat u zegt, zie ik werkelijk gebeuren. IK zie dus wat er werkelijk gebeurt als u Rosa voor die eerste keer ziet. Ik zie het knetteren. Ik zie liefde ontbranden. Ontroering, dat is wat ik voel. Ik moet zeggen, ik ben een sentimentele jongen. Liefde ontroert mij altijd. Maar uw liefde is liefde van een bijna andere orde. Zo puur. Zo broos. Zo echt.
Voor één dag bent u man en vrouw. Met mogelijke verlenging van telkens één dag. Een kinderlijke ingeving, dat kan weggelachen worden door cynische mannen en vrouwen. Cynisme is mij totaal vreemd. Ik begrijp het. Ik begrijp u. Ik juich uw liefde toe. Helaas, in onze wereld kan het al eens gebeuren dat mooie dingen niet lang duren. Dat ondervindt u aan den lijve. Uw liefde wordt gesmoord. Op een brute wijze. Uw vrouw voor één dag wordt u ontnomen. Terwijl ik aanvankelijk, samen met u, in de zevende hemel vertoefde, zit ik nu in zak en as. Uw pijn beklemt mijn hart.
Uw leven kleurt zwart. Alles komt goed, het zijn woorden die u geen troost bieden. U twijfelt of dat inderdaad zo is. In alles wat u doet, voelt u de aanwezigheid van Rosa. Dat maakt haar afwezigheid des te zwaarder. U gaat langs bij psychologen. Bij psychiaters. In de hoop dat zij u een uitweg kunnen bieden. Dat zij u een uitzicht op een lichtpuntje kunnen bezorgen. Een moeilijke weg. Een lijdensweg.
U denkt na over wat er precies gebeurd is. Rosa is een slachtoffer van de klimaatverandering. Dat idee zet u op weg. De strijd om het klimaat wordt uw doel. Uw levensdoel. U wordt een pleitbezorger van de klimaatzaak. U start Climate Justice for Rosa. U bent aanwezig op klimaatmarsen. U wordt gevraagd op een hoorzitting in het Vlaams Parlement. U trekt naar nationale en internationale klimaatconferenties. Samen met zeven andere klimaatslachtoffers klaagt u TotalEnergies aan wegens onvrijwillige doodslag, schuldig verzuim, het niet voorkomen van rampen en het vernielen van biodiversiteit. U hebt diep in u een onuitputtelijke energie aangeboord, die u weet om te zetten in een sterk engagement. Terwijl u vertelt over dat engagement, wil ik uit mijn zetel komen. Ik wil het podium opstappen. Ik wil u omarmen. De schijnwerpers weerhouden mij. In de schijnwerpers staan, het is mij niet gegeven. Ik zou maar wat stuntelen. Ik laat het over aan. Want u doet het goed. U zegt de dingen die moeten gezegd worden. U stelt de vragen die moeten gesteld worden.
Aan het eind van de voorstelling doe ik het dan toch. Samen met de rest van het publiek. Ik sta recht. Ik applaudisseer. Hard en lang. Want wat ik zag en hoorde, was goed. Was meer dan goed. Elk element in de voorstelling zat juist. Zat op een zodanige wijze juist dat ik op vele momenten kippenvel had. De televisiebeelden over de ramp in Wallonië, die op een scherm werden geprojecteerd, kwamen nu bijzonder hard binnen. De ramp in Wallonië had een naam gekregen. Rosa. Tranen sprongen in mijn ogen. Tranen die ik enkel kon verdringen door nog luider te applaudisseren.
Twee woorden schieten nu al één week bijna constant door mijn hoofd. Onbetaalbaar en onhaalbaar. Twee woorden die politici aanhalen als excuus om helemaal niks te moeten doen. Of enkel het minimum minimorum. Het minste van het minste. Het allerminste. Die twee woorden maken mij boos. Maken mij kwaad. Omdat ik net besef dat het de taak is van politici om wat onhaalbaar is haalbaar te maken. Om wat onbetaalbaar is, betaalbaar te maken. Enkel rommelen in de marge hebben wij niet nodig. Wat wij werkelijk nodig hebben is een systemische verandering. Wat wij werkelijk nodig hebben is het herdenken van ons economische systeem. Dat vraagt om politici met lef. Met moed. Die hebben we niet of toch te weinig.
Uw verhaal zegt mij dat er nog andere mensen zijn. Da t heb ik gezien op het podium. Dat heb ik gezien tijdens de nabespreking. Dat maakte mij blij. Dat stemde mij toch enigszins positief.
Beste Rosa. Beste Felix. Beste Nic. Beste Benjamin. Sommige verhalen vragen verteld te worden. Uw verhaal is daar één van. U brengt het op een schitterende wijze. Als een driesterrenchef weet u de juiste ingrediënten te kiezen om uw verhaal te kneden tot een sterk en overtuigend verhaal. Een verhaal dat zich vastzet in de hoofden. Een verhaal dat beklijft. Een verhaal dat uitnodigt tot reflectie. Voor dat alles wil ik u van ganser harte danken. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties