Beste David,
Het voorbije jaar heb ik mij herhaaldelijk de vraag gesteld welke houding ik tegenover uw land dien aan te nemen. Ik vraag mij af of ik mij dien aan te sluiten bij onze toekomstige premier die na de Hamas aanvallen op 7 oktober 2023 koos voor de kant van Israël. De kant van de democratie. De kant van het licht. Ik voelde dat deze zienswijze al te kort door de bocht was. Hoe het dan wel moest, wist ik niet meteen. Als een antwoord niet meteen voor de hand ligt, kan een boek een uitweg bieden. Dat is dan ook wat ik deed. Ik ging uw laatste boek lezen, De prijs die we betalen.
In elf essays brengt u verslag over uw land. Daarin valt meteen op dat u bijzonder kritisch bent over uw land. In die kritische analyse is één man alomtegenwoordig, Benjamin Netanyahu. U kijkt naar de voorbije verkiezingen. U weet dat iemand uw geld in zijn zakken steekt. Dat iemand uw toekomst steelt en die van uw kinderen. Dat iemand het hele bestaan dat u in Israël wilde opbouwen steelt. Zonder omwegen stelt u heel scherp dat Netanyahu de chaos in het land heeft gecreëerd en geïnstalleerd. Hij sloopt het rechtssysteem, de politie, het onderwijs, …
Het doel van deze regering is niet alleen om het bestaande systeem aan te passen, ze willen ook het DNA van het land helemaal herschrijven. U schrijft dat, als het proces van de gerechtelijke hervorming is afgerond, Israël geen democratie meer zal zijn maar de speelbal van een regime dat kan afglijden naar een dictatuur. De extreemrechtse elementen in de regering noemt u de meest messianistische, gemene en ongure elementen van de Israëlische samenleving.
U twijfelt over Israëls recht zichzelf een democratie te noemen. Een bezettingsregime kan volgens u nooit tegelijkertijd een democratie zijn. De staat Israël construeert zijn zelfbeeld en het verhaal dat hij zichzelf vertelt zo effectief en hermetisch dat het een totale afscheiding heeft opgericht tussen zijn bewustzijn en de werkelijkheid. Die werkelijkheid vertelt u dat uw land een ziek lichaam is. U spreekt van een staatsgreep. Van een coup. Van een versplintering van het sociaal contract. Van de uitholling van het leger en de economie. U kan alleen maar vaststellen dat de achteruitgang op al die vlakken almaar toeneemt.
Niet enkel schrijft u over de staat van de democratie. Net zozeer schrijft u over de Joodse staat. In het zoeken naar een definitie van die Joodse staat stelt u zichzelf de vraag of de term ‘Joodse staat’ de bezetting buiten beschouwing kan of mag laten. Tegelijk maakt u in die zoektocht naar een definitie een aantal opmerkingen. U ziet hoe de nederzettingen een stabiel vredesakkoord voorkomen en blijven voorkomen. U stelt vast dat de Joodse godsdienst zich gedurende tientallen jaren onlosmakelijk en grenzeloos heeft verwikkeld met de Israëlische politiek. Tot slot merkt u op dat Israël geen vaste, overeengekomen grenzen heeft. Een staat zonder dergelijke grenzen verkeert onophoudelijk in een dubbele, gevaarlijke spanning: tussen de verleiding het grondgebied van zijn buren binnen te vallen en de vrees door hen binnengevallen te worden. Al die dingen maken Israël tot een fort en bepalen het aangezicht van de Joodse staat.
Volgens u is de Joodse staat momenteel een staat die de gave bezit een vol, intens bestaan te leiden in een dimensie van illusie en verdringing. In een totale ontkenning van de werkelijkheid. Wat een Joodse staat werkelijk moet doen is te leren hoe het een meerderheid moet zijn. Het moet zichzelf genezen van de ziekten van een vervolgde minderheid en leren wat voor plichten een meerderheid heeft tegenover de verschillende minderheden in de samenleving.
Als wij het over Israël hebben, moeten wij het hebben over vrede. Over de kans op vrede. U weet dat oorlog geen zin meer heeft. Niet enkel u weet dat. Iedereen in Israël en Gaza weet dat. Maar toch is het onmogelijk de wapens neer te leggen. U beseft dat het makkelijker is oorlog te voeren dan vrede te sluiten. Vrede eist immers een initiatief dat bedreigend overkomt op volkeren die vrijwel uitsluitend gewend zijn elkaar te bestrijden.
U schrijft dat vredesgesprekken en de daaruit voortvloeiende vrede van het hoogste belang is voor de veiligheid van Israël. In die optiek beschrijft u het avontuur van de nederzettingen als de grootste catastrofe die uw land ooit heeft gekend. Het kan bijna niet anders, maar ook hierin komt u uit bij de figuur van Netanyahu. Zijn regering heeft uw land in een brutale, vulgaire en vervuilde realiteit gestort. In al zijn handelen lezen we de onwil van Netanyahu om het conflict met de Palestijnen te beëindigen. Meer nog, hij brengt het apartheidsregime van de bezette gebieden naar Israël zelf.
In het laatste essay, geschreven op 16 november 2023, gedenkt u de slachtoffers van 7 oktober. U staat stil bij de gevolgen. U vraagt aan uw landgenoten wie zij zullen zijn nadat zij zijn opgestaan uit de as. Ik kan enkel hopen dat zij voor een antwoord inspiratie kunnen vinden in uw boek. In uw ideeën.
Beste David. Bij het begin van deze brief stelde ik mij de vraag welke houding ik diende aan te nemen tegenover uw land. In uw boek vond ik de juiste woorden. Juiste woorden die de woorden van onze toekomstige premier doen wankelen en eigenlijk omver kegelen. Uw boek is net een uitnodiging aan uw land terug te keren naar het licht. Is net een uitnodiging aan uw land de democratie heruit te vinden en te versterken. Want uw premier heeft uw land in het donker gezet. Want uw premier heeft de democratie ontmanteld. Voor die verhelderende inzichten wil ik u van ganser harte danken. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties