Beste Maja,
Ik begrijp niet wat er in Rusland gebeurt. Ik zoek naar mogelijke verklaringen maar vind er geen enkel. Om verklaringen te kunnen vinden, heb ik hulp nodig. Mijn schreeuw om hulp wordt gehoord. Want u komt met een boek, De trein naar het imperium. In dat boek brengt u verslag van uw reis naar Rusland. Net zoals de Poolse journalist en schrijver Ryszard Kapuscinski deed tussen 1989 en 1991. Uw reis lijkt door hem geïnspireerd.
Uw boek begint met een terugblik. Daarin keert u terug naar de jaren tachtig en negentig. U bent een tiener. Een tiener in Polen. U schetst hoe de wereld toen was. U zag nog net de Berlijnse Muur, die op 9 november 1989 valt. U was toen dertien jaar. U ziet hoe de USSR uiteenvalt. U ziet een nieuwe wereld ontstaan. U ziet een andere wereld ontstaan. Of die wereld ook een betere wereld zal worden, weet u niet.
Met de oorlog in Oekraïne lijkt die vraag een antwoord gekregen te hebben. Om dat antwoord helder te kunnen formuleren gaat u op reis naar dat uiteengevallen imperium. Naar een land (of toch zeker zijn leider) dat opnieuw droomt van dat imperium. Naar een land dat vrijheid is afgeleerd. Naar een land dat in oorlog is en daarom in isolatie is.
In uw reiskoffer zitten een hele reeks vragen en voornemens. De opzet van de hele reis is iets vast te leggen dat de waarheid het meest benadert. We leven in een mist van falsificaties. Vervorming is nu de trieste vorm. U hoopt mensen te vinden die hun gehoorzaamheid aan de alleenheerser opzegden. Tegelijk wenst u te weten of de houding van de Russische samenleving ten aanzien van het onverwerkte verleden aan het veranderen is. Omdat u ervan bent overtuigd dat de collectieve verdringing van de misdaad van de eigen staat tegen de burger de brandstof is voor wat nu in Oekraïne gebeurt.
U beseft dat deze reis niet zonder risico is. Uw terugkeer uit Rusland kan mogelijk verhinderd worden. Consulaire bijstand is zeer beperkt. Toch vertrekt u. Dat harde besef maakt u achterdochtig. U moet leren omgaan met de angst die zich moeilijk laat benoemen. U moet u de regels van het spel snel eigen maken. Overal liggen spoken op de loer. Het is aan u om te bepalen welke echt zijn en welke ingebeeld zijn.
Terwijl u zich bewust bent van de eigen angsten, ervaart u al vrij snel dat die angst in Rusland vrij algemeen is. Die angst is alom verspreid. Dat ziet u. Dat voelt u. Dat hoort u. U ziet het in de houding tegenover een buitenlander. U wordt gemeden. Bij buitenlanders kun je in onzekere tijden maar beter uit de buurt blijven. Dat gedrag wordt nog versterkt door het vermijden van oogcontact. Bijna niemand kijkt u aan. Bijna iedereen kijkt langs u heen.
Wat u opvalt is dat bij mensen de noodzaak groeit om de werkelijkheid te aanvaarden, je ermee te verzoenen en je te concentreren op de veertig vierkante meter van je eigen levensruimte. Mensen in de greep van angst proberen vooral hun eigen integriteit te bewaren. Zullen ervoor zorgen dat ze niet uit elkaar vallen. Mensen in de greep van angst hebben geen energie om aan andere dingen te denken.
U merkt de greep van de veiligheidsdiensten op het openbare leven. De oppositie is stilgevallen. Zelfs discrete vormen van verzet worden streng bestraft. Alleen achter de voordeur van de eigen woning wordt geprotesteerd. Stilletjes. Weggestopt. Mensen houden gewoon vol om misschien ooit verandering te zien. Velen proberen de ongemakkelijke waarheid te verdringen en zich te concentreren op het uitputtende leven van alledag.
Ik reis met u mee door Rusland. Door Moldavië. Door Transnistrië. Door Oekraïne. Door Georgië. Door Armenië. Door Azerbeidzjan. Opnieuw door Rusland. Om te eindigen in Wit-Rusland. Want daar eindigt uw reis. Op een heel onverwachtse manier. In Wit-Rusland moet u vaststellen dat uw achterdocht tijdens de reis volledig terecht is. U moet vaststellen dat sommige spoken wel degelijk echt zijn.
Wat mij in uw boek opvalt, is datgene wat mij opviel toen ik zeven jaar terug door Rusland reisde. De kleuren van uw boek zijn grijs/zwart. Grauwheid als het gematerialiseerde leed. Overal doemt de u maar al te bekende post-Sovjet armoe in de tinten van beton en roest op. Net zoals tijdens mijn reis door Rusland voel ik tijdens het lezen van uw boek een constante zwaarte. Vrolijkheid is ver weg. Verslagenheid en neerslachtigheid, dat is wat ik voel.
Zoals ik bij het begin van mijn brief schreef, begon ik aan uw boek in de hoop een verklaring te kunnen vinden voor wat in Rusland gebeurt. Die verklaring heb ik gevonden. Ik ben verwonderd over het gebrek aan oppositie in Rusland. Over het gebrek aan protest. Na het lezen van uw boek besef ik dat ik oordeel vanuit een bevoorrechte positie. Ik woon in een land waar vrijheid van meningsuiting een recht is. Als die vrijheid een rechtstreeks ticket is naar de gevangenis, wordt het verhaal helemaal anders. Om dat ticket te vermijden, worden bepaalde gespreksonderwerpen taboe. Om dat ticket te vermijden, wordt propaganda nagepraat en beperken discussies zich tot slogans.
Beste Maja. Vrolijk werd ik niet van uw boek. Wel werd ik wijzer. Soms moet vrolijkheid wijken voor wijsheid. U zette voor mij de deuren wagenwijd open en bood mij op die manier een unieke blik van binnenuit. Een blik dat mijn oordeel scherper stelt. Daarvoor kan ik u enkel danken. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties