Beste Olesya,
Op uw zestiende verhuist u vanuit het Oekraïense Lviv naar Groot-Brittannië. Naar Londen. Als historica bent u verbonden aan de universiteit van Cambridge. U bent gespecialiseerd in de geschiedenis van Oost-Europa, in het bijzonder die van Oekraïne. Ik durf het te zeggen, u hebt een mooi leven.
Uw broer vergaat het enigszins anders. Hij verhuist naar Nederland. Hij huwt in Nederland en tracht te overleven via allerlei baantjes. Uiteindelijk verhuist hij opnieuw naar Lviv. Maar ook daar loopt het niet echt van een leien dakje. Enige tijd is hij dakloos en leeft hij op straat. Na de annexatie van de Krim en de bezetting van de regio’s Donbas en Loehansk in 2014 neemt hij dienst in het Oekraïense leger. Twee jaar lang strijdt uw broer aan het front. Tot dat ene moment. Dat moment waarop voor hem alles stopt. Hij sneuvelt. Want dat is wat gebeurt met soldaten. Soldaten streven niet. Soldaten sneuvelen.
Dat is het moment waarop u dat ene telefoontje krijgt. Dat ene telefoontje dat u altijd al had verwacht. Dat ene telefoontje waarvoor u zo bang was. Een oorlog die veraf woedt komt nu uw huiskamer binnen. De afstand is verdwenen. Uw status verandert. U bent niet langer een neutrale waarnemer. U wordt betrokken partij.
Die wijziging van status heeft een impact op uw werk. Het maakt u het werken bijna onmogelijk. U krijgt paniekaanvallen als u voor uw studenten staat. Als u spreekt op congressen. U denkt dat u plots te betrokken bent en dat u daardoor niet langer professioneel kan zijn. Het voelt alsof u door de dood van uw broer gestopt bent wetenschapper te zijn. Geleidelijk aan ontdekt u evenwel dat eerlijkheid en onpartijdigheid samen kunnen bestaan. Bovendien beseft u dat uw persoonlijke ervaringen uw lessen verrijkt. Zij werpen een ander licht op oorlog.
Uiteraard gaat dit boek niet enkel over u en de impact van de oorlog op uw leven. Het centrale thema van het boek is uw broer. Het boek wordt een zoektocht naar uw broer. U reconstrueert uw broer. Bouwt hem opnieuw op. Via herinneringen aan uw broer die er niet meer is. In dit boek zoek je tevens antwoorden op vragen die je graag had gesteld aan uw broer. Maar die vragen stelde u nooit. U hield deze voor u zelf. Nu denkt u zelf die antwoorden bijeen. Antwoorden die slechts een vermoeden zijn van hoe het zou kunnen geweest zijn. Hoe het leven van uw broer zou kunnen geweest zijn.
Uw boek toont wat de prijs van oorlog is. Niet economisch. Wel menselijk. Elk dodelijk slachtoffer is een verbrijzeld gezin. U laat de getallen spreken. U verpersoonlijkt de getallen. Niet enkel uw broer sterft. U sterft ook een beetje. Uw moeder sterft ook een beetje. Wat u zelf overkomt, overkomt vele andere families. In Oekraïne. In Rusland. Uw boek is ook hun stem.
Heel soms verlaat u het persoonlijke verhaal. Om naar het grotere plaatje te kijken. In dat grotere overzicht bent u kritisch. Voor het Westen. Voor Oekraïne. U laakt het Westen dat na de annexatie van de Krim in 2014 gewoon zaken bleef doen met Rusland en op die manier de grootschalige invasie mogelijk maakte. U klaagt het wegkijken van Europa aan. U klaagt over het gebrek aan kennis van een land en zijn geschiedenis omdat dat gebrek de basis is voor standpunten in de media.
Eenzelfde kritische houding houdt u aan als u kijkt naar uw land. U schrijft over de deplorabele staat van het Oekraïense leger vóór de annexatie. U schrijft over de corruptie binnen datzelfde leger. U schrijft over het vernederen van jonge mannen die hun dienstplicht vervulden. Terwijl het leger nu alom bewierookt wordt, had het leger in die eerdere dagen een negatieve bijklank. Maar ook nu merkt u dingen op die beter kunnen. Die beter moeten. Dat blijkt als u schrijft over het gebrek aan nazorg van veteranen. De terugkeer naar het burgerleven is niet altijd een succesverhaal.
U kijkt naar het Westen. U kijkt naar Oekraïne. Uw boek kan maar volledig zijn als u ook naar Rusland kijkt. Dat doet u. U kijkt naar de vijand. Naar degenen die uw broer doodden. Bij het begin van de invasie vervloekt u alle Russen. Zonder enig onderscheid. U vervloekt niet enkel Poetin. U vervloekt het hele land. Geleidelijk aan slijt die vervloeking. Die wordt minder algemeen. Die wordt meer gericht. U benoemt degenen die u wel haat. Degenen waarvan u walgt. Uw gevoelens veranderen maar uw verlangen naar gerechtigheid blijft.
Uw boek kan of moet gelezen worden als een pamflet tegen de oorlog. Dat wordt mij heel duidelijk als u schrijft over het graf van uw broer. Daarop staat een foto van uw broer in uniform. Alsof uw broer enkel een soldaat was terwijl uw broer in zijn leven allerlei rollen en beroepen had geprobeerd. Met dit graf zou hij voor altijd gemilitariseerd blijven. U demilitariseert het graf. Door een persoonlijke invulling. Die uw broer als kunstenaar toont. Hierin lees ik een krachtig statement. Want het zijn niet enkel soldaten die sterven. Het zijn mannen die sterven. Het zijn vrouwen die sterven. Met die mannen en vrouwen sterven dromen. Sterven verwachtingen. Met die mannen en vrouwen worden volledige levens te grave gedragen.
Beste Olesya. U eindigt uw boek met een brief. Een brief aan uw broer. Een brief die u nooit schreef. Maar nu dus wel. U moest die brief schrijven. U moest dit boek schrijven. Ik moest dit boek lezen. Het boek dat eigenlijk één lange vraag is: waarom. Heel waarschijnlijk zal ik nog vele boeken moeten lezen om hierop een antwoord te vinden. Maar uw boek is een sterk begin. Uw boek zet mij op weg naar een begin van antwoord. Daarom wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties