Beste Eric,
Ik weet niet goed wat te schrijven. Ik weet niet goed hoe te schrijven. Wat ik wel weet, is dat ik absoluut deze brief wil schrijven. Niet omdat het moet. Wel omdat ik het wil. Onlangs keek ik naar alle afleveringen van Gewoon Buitengewoon. Een beetje later dan gepland, dat moet ik erkennen. U zou kunnen zeggen dat de ik achter de feiten aanhol. U zou dat zo kunnen opvatten. Ter verschoning kan ik dan weer aanhalen dat ik pas dit jaar de zegeningen van VRTMax mocht ontdekken. Voortaan ben ik heer en meester over mijn kijkgedrag. Ik kan zelf bepalen wanneer ik wat wil bekijken. De programmatorische stress valt van mij af. Heerlijk. Gewoonweg heerlijk. Die nieuwe manier van televisiekijken is de reden waarom ik nu pas naar Gewoon Buitengewoon keek. Andere redenen hoeft u hierachter niet te zoeken.
Straks begint het nieuwe schooljaar. Ik kon mij geen betere periode indenken om deze brief te schrijven. Want in deze brief zal u niet enkel een loftuiting lezen op het programma. Ik hoop dat het onderwijzend personeel in deze brief ook een aanmoediging zal vinden om in het nieuwe schooljaar met eenzelfde enthousiasme aan de slag te gaan als dat wat het personeel in het programma tentoonspreidde.
Het voorbije weekend zei ik nog aan vrienden dat ik fan ben van televisieprogramma’s die mijn blikveld verruimen. Die mijn (soms te beperkte) wereldbeeld verrijken. Dat is wat dit programma deed. Voordien was buitengewoon onderwijs mij volledig onbekend. Jawel, ik wist dat het bestond. Uiteraard. Over de leerlingen in het buitengewoon onderwijs had ik dan weer slechts een heel vaag idee. Dat alles zou veranderen. U gooide poorten en deuren open. U sloopte de muren. U nodigde mij uit binnen te stappen. Bij Inspirant aan zee.
Geduld, dat is wat ik zou nodig hebben. Dat begreep ik meteen. Net als het onderwijzend personeel zou ik ook als kijker uitgedaagd worden. Ik zou op de proef gesteld worden. Het zou geen gemakkelijke reis worden. Ik weet dat ik nood heb aan rust. Die rust zou mij niet gegund worden. Die zou ik heel bewust aan de kant moeten schuiven. Geduld is een mooie deugd, dat wordt wel eens gezegd. Die deugd zou ik ten volle moeten benutten.
Hoe geduld in al zijn vormen kan beoefend worden, zou ik leren van de leerkrachten. Zij toonden mij hoe het zou moeten. Waarbij zij duidelijk aangaven dat geduld niet onuitputtelijk is. Geduld moet gekoppeld worden aan het stellen van duidelijke grenzen. Worden die grenzen overschreden, dan is het geduld op. Dan wordt ingegrepen. Dan wordt gesanctioneerd. Niet met de harde hand. Wel met kordate taal. Als ook taal tekortschiet, wordt de jongere uit de groep genomen en even apart gezet. Om tot rust te komen. Om op adem te komen. Dat kan in de chillruimte. Dat kan op de gocart. In afzondering kan hij of zij tot zichzelf komen. Kan hij of zij zichzelf terugvinden. Als dat gebeurd is, kan hij of zij terugkeren naar de groep.
Niet enkel wordt geduld gekoppeld aan duidelijke grenzen. Geduld wordt net zozeer gekoppeld aan liefde voor de leerlingen. Die liefde vraagt begrip. Die liefde vraagt inzicht. Aan dat begrip en inzicht ontbreekt het niemand. Elkeen weet die liefde te plaatsen tegenover de onvoorspelbaarheid. Soms hebben de leerlingen een kort lontje. Het kan ontploffen. Op elk moment. Als dat gebeurt, volgt een straf. Een straf dat gevolgd wordt door een gesprek. Waarin duidelijk wordt aangegeven dat bepaald gedrag niet wordt getolereerd. Waarin wordt vergeven. Waarin de blik weer naar de toekomst wordt gericht.
Met geduld en liefde wordt getracht voor elke leerling persoonlijke doelen te bereiken. Die doelen verschillen van leerling tot leerling. Zij kunnen slechts miniem lijken maar voor de betrokkenen zijn het heel misschien de grootste uitdagingen. Uitdagingen die leerkrachten en leerlingen samen aanpakken. In die reis naar het einddoel bieden de leerkrachten een houvast. De leerkrachten zijn een veilige haven. Waar al eens mag geroepen worden. Waar al eens mag gescholden worden. Waar al eens mag gevloekt worden. Woorden dalen neer. Gaan liggen. Om gecounterd te worden door de kunst van het relativeren en uitgewist te worden door een altijd aanwezig vertrouwen.
Na zeven afleveringen sloot ik de poorten en deuren achter mij. Ik nam afscheid. Van leerlingen, wiens onvoorspelbaarheid en deugnieterij mij wisten te charmeren. Van leerkrachten, wiens liefdevol engagement en overgave mij wisten te ontroeren. Ik nam afscheid van Inspirant aan zee. Om het met de woorden van Raymond van het Groenewoud te zeggen: wat ik daar zag heeft mij blij gemaakt, wat ik daar zag heeft mij diep geraakt. Ik zag fijne mensen. Ik zag enthousiaste mensen. Ik zag mooie mensen. Ik zag gepassioneerde mensen. Ik kon enkel blij zijn gekeken te hebben naar Gewoon Buitengewoon. Zelfs al was het heel wat later.
Toch bleef na die zeven afleveringen één vraag door mijn hoofd spoken: moest ik werkelijk zesenvijftig jaar wachten om deze wereld te ontdekken, om deze jongeren te ontmoeten? De gedachte komt bij mij op dat ons onderwijs misschien anders kan georganiseerd worden. Dat ons onderwijs misschien inclusiever kan georganiseerd worden. Zodat kinderen met en zonder beperking niet dienen op te groeien in gescheiden werelden. Zodat zij samen deel kunnen zijn van onze maatschappij. Want dat zou de maatschappij vollediger maken. Kleurrijker. Jawel, dacht ik, we hebben nog werk aan de winkel. Dat het kan, tonen voorbeelden en cijfers uit het buitenland.
Beste Eric. Ik wil u danken voor uw uitnodiging. Ik zag fantastische mensen die samen tekenden voor een mooi parcours. Een parcours dat met vallen en opstaan leidde naar andere mogelijkheden en kansen, die dan weer dienden verkend te worden. In het gezelschap van nieuwe aanspreekpunten. Uw programma heeft mijn blikveld verruimd. Heeft mijn leefwereld vollediger gemaakt. Daarvoor kan ik u, de leerkrachten en jongeren enkel maar dankbaar zijn. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties