Uitgelezen: Hogere machten. Brief aan Joost de Vries.

Gepubliceerd op 14 augustus 2024 om 13:01

Beste Joost,

 

U rijgt de prijzen en nominaties aaneen.  Met Clausewitz, uw romandebuut, was u genomineerd voor de Selexyz Debuutprijs en de Anton Wachterprijs.  Uw tweede roman, De republiek, werd genomineerd voor de BNG Bank Literatuurprijs en de Libris Literatuurprijs.  Datzelfde boek werd bekroond met de Gouden Boekenuil.  Heel wat nominaties.  Heel wat prijzen.  U zal begrijpen, ik begon met hoge verwachtingen aan Hogere machten, uw nieuwste boek.

 

Niettegenstaande die hoge verwachtingen, weet ik niet wat ik kan en mag verwachten.  Jawel, ik heb de korte inhoud op de achterflap.  Dat licht een tipje van de sluier op.  Het geeft een richting aan.  Wat het uiteindelijk zal worden, weet niemand.  In die verrassing ligt net de charme van het lezen.  Dat is bij elk boek zo.  Alleen worden die verwachtingen niet bij elk boek ingelost.  Alleen wordt die verrassing niet bij elk boek op een wonderlijke en magistrale wijze ingevuld.  Dit om maar te zeggen, elk boek moet gelezen worden. 

 

Heel waarschijnlijk had u nu willen weten in welke mate uw boek tegemoet kwam aan mijn verwachtingen.  In welke mate uw boek mij wist te verrassen.  U zal evenwel nog eventjes moeten wachten.  Die dingen reserveer ik voor het einde van mijn brief.  Net als een boek kent een brief een begin, een midden en een einde.  Die volgorde moet gerespecteerd worden.  De inleiding van de brief hebben we zonet gehad.  Logischerwijs volgt nu het midden van de brief.  In dat midden wil ik het hebben over uw boek.  Uiteraard.  Uw boek is de bestaansreden van deze brief.  Aan het werk dus.

 

In uw boek ontmoet de ambtenaar James Welmoed in de jaren dertig van de vorige eeuw de uitbundige, bijdehante, avontuurlijke Elizabeth van Elzenburg.  Aan deze enkele woorden weet een goede verstaander wat hij mag verwachten.  Een liefdesroman, denkt die goede verstaander.  Wat die goede verstaander niet kan oppikken uit deze woorden is om wat voor een liefdesroman het gaat.  Het zou kunnen gaan om een ordinaire liefdesroman, die nauw aanleunt bij een stationsromannetje.  Dat had het kunnen zijn.  Dat zou helaas niet tegemoetkomen aan uw literaire voorgeschiedenis.  Sta mij dus toe te zeggen dat uw boek een meeslepende liefdesroman is.  Een liefdesroman die niemand onberoerd kan laten.  Dit boek doet wat met een lezer.

 

Samen met James Welmoed reist de lezer de wereld rond.  We vertrekken in Engeland.  Reizen door naar Oegstgeest in Nederland.  Vervolgens vinden wij ons terug in het koloniale Bandoeng om jaren later tijdens de Tweede Wereldoorlog in Londen te belanden.  Wie gedacht had dat Londen het eindstation zou zijn, komt bedrogen uit.  Wij reizen door naar het naoorlogse Den Haag om uiteindelijk in het revolutionaire Caïro te eindigen.  Een heuse wereldreis.  In elk van die plekken beleeft de lezer een uitzonderlijke periode in de wereldgeschiedenis.  Periodes die u heerlijk meeslepend weet te beschrijven.  Maar u doet meer.  U toont hoe de mens slechts een speelbal is in de handen van hogere machten.  Het lijkt alsof de geschiedenis wikt en beschikt.

 

Terwijl de lezer doorheen die periodes wandelt, ontwikkelt zich een intense liefdesrelatie tussen James en Elizabeth.  Een relatie die zich laat kenmerken door aantrekken en afstoten.  De geliefden verliezen elkaar uit het oog om elkaar dan weer te treffen.  Bij elke nieuwe ontmoeting geven zij zich schaamteloos over aan hun hartstochten.  Telkens als de lezer denkt dat het einde definitief is, is er toch telkens weer een nieuw begin.  Dat uitdoven en ontbranden schetst u op een sublieme wijze.  Het klinkt misschien gek maar stilletjes ga ik supporteren voor het koppel.  Ik wil dat ze samenblijven.  Ik wil dat het lukt.  Zij horen bij elkaar.  Dat wil ik James toefluisteren.  Dat wil ik Elizabeth toefluisteren.  Wat het uiteindelijk zal worden, dat weet u.  Dat weet ik.  Eén ding kan ik hierover zeggen.  Het wordt een verrassende wending.  Een wending, die heel waarschijnlijk niemand zag aankomen.  Tenzij u zelf.  Dat mag dan weer niet verbazen.  U bent de meesterverteller.  U weet hoe een verhaal zich moet ontwikkelen om de lezer bij de les te houden.  Om diezelfde lezer te verrassen.

 

Nog één ding over uw boek.  Eén ding dat ik tussen de regels door lees.  In uw boek laat u vaak leefwerelden met elkaar clashen.  Arm tegenover rijk.  Man tegenover vrouw.  Kolonisator tegenover gekoloniseerde.  Oud tegenover jong.  Preutsheid tegenover losbandigheid.  Ambitieus tegenover apathisch.  Die gevechten worden ook geleverd.  Soms door de hoofdrolspelers.  Soms door figuren in een bijrolletje.  Die gevechten doen standpunten kantelen.  Doen inzichten wijzigen.  Terwijl de grote geschiedenis voort dendert, schetsen die gevechten eerder de kleine geschiedenis.  Die grote en kleine verhalen bepalen het leven van James.  Van Elizabeth.  Van iedereen.  Zelfs van de lezer.

 

Beste Joost.  Het einde is gekomen.  Het moment waarop u hebt gewacht.  Laat mij uw geduld niet langer op de proef stellen.  Laat mij dus besluiten.  Uw boek overtrof mijn verwachtingen.  In bijzonder hoge mate.  Uw boek wist mij te verrassen.  Op een buitengewoon uitzonderlijke manier.  Dat hebt u weten te bewerkstelligen door het verhaal, dat u vertelt.  Uiteraard.  Maar bovenal hebt u dat gedaan door de taal die u gebruikt.  Door de wijze waarop u schrijft.  U bent een virtuoos.  Een literaire virtuoos.  Het verhaal en uw taal dreven mij vooruit.  Deden mij telkens weer teruggrijpen naar uw boek.  Het verhaal en uw taal maakten mij weemoedig toen ik het boek definitief dichtklapte.  Ik zou u missen.  Ik zou u bijzonder hard missen.  Dat wist ik meteen toen ik de laatste woorden van de laatste pagina las.  Voor dat alles wil ik u van ganser harte danken.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.