Beste Marieke,
En de Oscar voor beste boek gaat naar: Marieke De Maré met Ik ga naar de schapen. Dat zou het begin van mijn brief kunnen zijn. Het midden van mijn brief. Het einde van mijn brief. Dat zou dan betekenen dat mijn brief zich zou beperken tot die enkele woorden. Dat zou u als eerder beknopt kunnen omschrijven. Ik zou daarmee tegemoet komen aan uw manier van schrijven. Want u beheerst de kunst van het weglaten tot in de finesse. U beperkt zich bij het schrijven tot de essentie. Ballast schudt u van u af. Toch zou ik net iets meer willen schrijven. Omdat uw boek zo verdomd goed is.
Een boek vraagt een zekere aanpassing. Een zekere gewenning. Afhankelijk van het boek kan die gewenning best wel een tijdje duren. Bij u leek het alsof van gewenning helemaal geen sprake was. Ik zat meteen in het boek. Het kan misschien gek klinken maar bijna meteen vatte ik een onmiddellijke liefde voor uw vijf personages op. Uw personages wisten mij op een intense wijze te raken. Ik voelde mij meteen betrokken. Ik was niet enkel een lezer. Ik leek wel het zesde personage. Het zesde personage dat langsging bij Andrej en Simone in hun huis aan de weide. Dat op bezoek ging bij Siti in het woonzorgcentrum. Dat gesprekken voerde met Rocco aan zijn uitvaartcentrum. Dat een stille bewonderaar was van de kunstwerken van Tove.
Uw personages zijn zo puur. Zo breekbaar. Terwijl ik uw boek lees, moet ik denken aan dat ene liedje van Leonard Cohen, Anthem. In dat lied is er die ene zinsnede: there is a crack, a crack in everything, that’s how the light gets in. Terwijl de personages nauwelijks iets zeggen, voel ik hun pijn. De personages worstelen met trauma’s. Trauma’s die niet worden benoemd. Trauma’s waarover niet wordt gesproken. In de korte gesprekken lijken alle gevoelens gebannen te zijn. Dat zou kunnen begrepen worden als kil en afstandelijk. Maar dat is het niet. Ik beschouw het eerder als een breekbare schoonheid.
Die breekbare schoonheid weet u op een sublieme manier te versterken. Door de manier waarop u schrijft. U schrijft zoals uw personages spreken. De communicatie tussen de personages is teruggebracht tot een zich herhalende essentie. Dat past u ook toe bij het schrijven. U schrijft klein. Beknopt. Maar net door dingen weg te laten, weet u heel veel te vertellen. Met weinig woorden schrijft u een groots verhaal. Een mooi verhaal.
Maar er is niet enkel de manier waarop u schrijft. Op nog een andere manier grijpt u in om die breekbare schoonheid te versterken. Tussen geschreven zinnen last u veel ‘wit’ in. U spreidt uw zinnen ruim over de pagina’s. Die keuze bepaalt het ritme van het boek. Het noopt de lezer tot slow reading. Dat had ik meteen begrepen. Doorheen uw boek kan niet geraasd worden. Uw boek vraagt om rust. Die rust versterkt de intensiteit. Versterkt de leeservaring.
Als ik uw boek openklap, lijkt het wel alsof het dorp rondom mij heen wordt opgebouwd. Ik zit in het centrum en kijk om mij heen. Ik zie de kerk. Het huis. De schapenstal. Het woonzorgcentrum. Het uitvaartcentrum. Meer lijkt er niet te zijn. Maar dat hoeft niet. Uw dorp heeft niet meer nodig. Net zoals het boek beperkt ook het dorp zich tot de essentie.
Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Toch zal ik het proberen. In de hoop dat u mij zal begrijpen. De kracht van het boek ligt in wat u hebt weggelaten. Omdat u ons zo dwingt te kijken naar wat er echt speelt. Net door wat u weglaat, weet u vele dingen te suggereren. Jawel, u doet een beroep op het suggestieve vermogen bij de lezer. Dat vermogen hebt u ook bij mij weten aan te schakelen. Dat vermogen doet mij uw boek interpreteren als een ode aan de liefde. Aan het leven.
Terwijl ik deze brief schrijf, herbeleef ik uw boek. Ik herbeleef de warme gevoelens, die ik mocht ervaren tijdens het lezen van uw boek. Ik weet nu al wat zal gebeuren. Uw boek heb ik gelezen. Van a tot z. Het boek zal een plaats krijgen in de boekenkast. Naar die boekenkast zal ik regelmatig teruggaan. Net zoals Andrej naar de schapenstal gaat. Om tot rust te komen. Het kijken naar al die boekenruggen beschouw ik als mijn contemplatief moment. In dat moment zal ik zoeken naar uw boek. Ik zal uw boek vinden. Uiteraard. Ik heb orde in mijn boekenkast. Als ik uw boek gevonden heb, zal ik gaan glimlachen. Omdat ik mij de unieke schoonheid van uw boek zal herinneren. Omdat ik mij het plezier zal herinneren bij het lezen van uw boek. Omdat ik mij de ontroerende eerlijkheid van de personages uit uw boek zal herinneren. Al die dingen samen maken mij blij. Al die dingen samen doen mij glimlachen.
Beste Marieke. U nam mij meer naar een dorp. Een dorp dat bijna op een hemel leek. Op een paradijs. Ik mocht enkele bewoners van het dorp ontmoeten. Kleine mensen. Eerlijke mensen. Mooie mensen. Ik weet nu al dat Ik ga naar de schapen mijn antwoord zal zijn als vrienden mij vragen wat het beste boek is dat ik onlangs las. Ik zal uw boek aan die vrienden ten zeerste aanraden omdat ik wil dat zij eenzelfde leeservaring mogen hebben als ik. U hebt mij een boek gegeven waarop ik zelfs na het lezen met een nauwelijks te beschrijven warmte zal terugkijken. Voor dat alles wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties