Beste gastvrouw/gastheer,
Bij de aankondiging van het programma wist ik het meteen. Ik zou niet kijken. Niet te snel oordelen, dat zegt mijn moeder altijd. Beter een stapje achteruit zetten om alles in ogenschouw te nemen, vult mijn moeder verder aan. Ik probeer mijn leven volgens die gouden stelregel in te richten. Toch zondig ik nog regelmatig. Zoals die ene keer dat ik besloot niet te kijken. Ik begreep de opzet van het programma niet zo goed. Een BV wordt gedropt in een bos. In een boshut. Om drie volle dagen en drie nachten helemaal alleen te zijn. Niet zo boeiend, dacht ik. Niet zo interessant, dacht ik.
Ondanks die beslissing bleef de nieuwsgierigheid hangen. Die ging nooit weg. Nieuwsgierigheid moet beantwoord worden. Moet gestild worden. Net zoals honger. Ik had enkel nog het juiste moment nodig. Het moment waarop ik mij volledig zou kunnen openstellen. Want dat was wat ik zou moeten doen, mij openstellen. Om op die manier het programma ten volle te beleven. Ik moest nog even wachten.
Dat wachten duurde niet lang. Ik moest strijken. Ik had het te lang uitgesteld. Terwijl ik streek, zou ik naar het programma kijken. Strijken is voor mij een rustmoment. Het programma zou ook de nodige rust brengen, dacht ik. Het een zou het ander versterken. Het ander zou het een versterken. Het versterkende effect zou in beide richtingen werken, vermoedde ik. Ik zette de strijkplank klaar. Met dicht bij mij de wasmand. Ik ging strijken en kijken. Ik begon met de eerste aflevering. Beginnen bij het begin, dat is altijd het beste strijdplan.
Dan gebeurde datgene wat wel eens kan gebeuren bij onverwachtse of ongekende dingen. Ik werd verrast. Ik werd bijna meteen gegrepen door het ritme van het programma. Slow cooking, dat kende ik al. Slow television, dat was nieuw voor mij. Maar het bleek voor mij een schitterend concept te zijn. Voor mij werkte het. Ik werd enthousiast. Laaiend enthousiast.
Bij elke aflevering zag ik een BV een boshut binnenstappen. Dat was het begin van een zoektocht. Van een uitdaging. Want hoe moet iemand drie volle dagen en drie nachten volmaken zonder enige afleiding. Dat was voorwaar een heel karwei. In het begin nog wat onwennig, vond iedereen toch vrij snel zijn weg. Het was gewoon ingaan op de vele uitnodigingen. De kat nodigde uit. De schommel nodigde uit. Het lege blad nodigde uit. Het bos nodigde uit. Het bad nodigde uit. De hangmat nodigde uit. Elke uitnodiging was het begin van een gesprek. Een gesprek met zichzelf. Want er was geen enkele gesprekspartner. Er was niemand die een vraag stelde. Er was niemand die luisterde. Praten tegen en met zichzelf, daarvoor moet een mens een grens over. Dat ligt niet zo voor de hand.
Het gebrek aan afleiding doet focussen. Er is geen enkele ruis. Helemaal alleen in het bos is er die bijna unieke kans om terug te blikken. Op een leven. Op het eigen leven. Dan komen dingen bovendrijven. In het bos kunnen die dingen niet uit de weg gegaan worden. De confrontatie wordt aangegaan. Vaak tot tranen toe. Weglopen is geen optie. Wat wel een optie is, is de dingen in al zijn facetten bekijken en belichten. Dat wordt gedaan. Dingen worden benoemd en bij het benoemen wordt gezocht naar begrijpen. Dat eerlijke gesprek ontroert. Aan het eind van elke aflevering stapt de BV gelouterd de boshut uit. Terwijl elke BV in het begin eerder onwennig was, begint zich aan het einde bij elke BV de heimwee naar deze plek al vast te zetten. Deze plek zal gemist worden. Deze plek zal herinnerd worden. Zo lijkt het wel.
Terwijl ik aanvankelijk dacht dat de BV de centrale gast was, moet ik die mening al bijna meteen herzien. Niet de BV is de centrale gast. Die hoofdrol is weggelegd voor de natuur. Want het is de natuur die alle wonderen verricht. Het is de natuur die al het zware werk doet. De natuur hult zich als een warm dekentje om de BV. Het is de natuur die geruststelt. Die bemoedert. Die aanmoedigt. Die troost. De helende kracht van de natuur wordt centraal gesteld. Een natuur, dat wij weggeduwd hebben van ons, wordt terug naar het middelpunt gebracht. In elke aflevering lees ik die ene uitnodiging. Omarm de natuur. Behalve de mooie en open gesprekken, is dat misschien wel de mooiste en meest ontroerende boodschap.
Bij elke aflevering moest ik de neiging bij mijzelf onderdrukken om de wagen in te stappen en naar die ene plek te rijden. Naar die boshut. Want ik wou dat ook. Ik wou ook die bijzondere ervaring voelen. Ik wou ook wel eens met mijzelf op reis. Alleen met mijzelf. Op bezinning. Om mijzelf te ontmoeten en nog beter te leren kennen. Ik wou naar dat bos om gelouterd te worden. Dus, jawel, ik ben beschikbaar.
Nooit eerder was strijken zo hemels. Ik streek en ik keek. Naar een programma dat ik aanvankelijk aan mij zou laten voorbijgaan. Wat een geluk dat ik dat niet heb gedaan. Wat een geluk dat ik een hele hoop te strijken had. Want zo zag ik een uniek programma. Zo zag ik een boeiend programma. Zo zag ik een ontroerend programma. Nu al wil ik één belofte maken. Bij het tweede seizoen schuif ik meteen aan. Geen stomme vooroordelen meer. Geen excuses meer. Geen uitstelgedrag meer. Want ik zal kijken. Meteen.
Beste gastvrouw. Beste gastheer. Aan het eind van mijn brief wil ik nog één ding doen. Dat ene ding is u van ganser harte te bedanken. Voor dat wonderlijke en uitermate fijne programma. Dank dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties