Uitgelezen: Roedeldrift. Brief aan Chris Vanlangendonck.

Gepubliceerd op 23 mei 2024 om 12:59

Beste Chris,

 

Ik lees al eens een boek.  Toch was het mij nog niet eerder gebeurd.  Die unieke ervaring overkwam mij meteen bij het lezen van uw boek.  Al vanop de eerste pagina.  Ik voel en weet meteen dat Maurits, het hoofdpersonage uit uw boek, en ik nooit beste vrienden kunnen en zullen zijn.  Na nog maar enkele zinnen gelezen te hebben, ontwikkel ik een afkeer voor de man.  Ik stoor mij aan zijn ideeën.  Aan zijn houding.  Ik weet het zeker, het zal niet lukken.  Om meerdere redenen heb ik een bloedhekel aan de man.  Onze werelden liggen te ver uit elkaar.  Dat zou het kunnen zijn.  Alleen, dat is nog te algemeen geformuleerd.  Ik moet specifieker zijn.  Zodat u het kan begrijpen.  De man laat zich leiden door regeltjes.  Niet zozeer voor zichzelf.  Eerder voor anderen.  Daarbovenop komt zijn arrogante zelfingenomenheid.  Hij kijkt op iedereen neer.  Waant zich onaantastbaar.  Jawel, hij voelt zich beter dan al de rest.  Met dergelijke kerels heb ik het moeilijk.  Ik durf mij zelf te omschrijven als een rustige jongen maar deze keer zou ik de man een lap in zijn gezicht willen geven.  Een forse kaakslag.  Om hem wakker te schudden.  Om mij aan de kant te scharen van Moef, zijn vrouw.  Want die vrouw krijgt het hard te verduren.

 

Lezen moet rust brengen.  Dat wordt wel eens gezegd.  Uw boek brengt geen rust.  Integendeel.  Het woelt in mij.  U zou kunnen denken dat ik daarom het boek aan de kant leg.  Uit zelfbehoud.  Toch doe ik het niet.  Ik lees verder.  Omdat ik het fascinerend vind hoe u in enkele zinnen een dergelijke afkeer voor een fictief personage kan opwekken bij mij.  Omdat ik het fascinerend vind hoe u mij in enkele zinnen transformeert van een vredelievende man in een man die bereid is geweld te gebruiken.

 

Terwijl de man zijn vrouw onderdrukt en vernedert, gaat hij op een liefdevolle manier om met zijn dochter.  Toch kunnen bij die liefde voor zijn dochter grote vraagtekens geplaatst worden.  Ik zou die liefde bijna verstikkend noemen.  Het is een exclusieve liefde.  Niemand mag tussen de dochter en de vader komen staan.  Gebeurt dat toch, dan zullen de betrokkenen het geweten hebben.

 

In het eerste deel van uw boek biedt u ons een zicht op die ontwrichtende gezinssituatie.  In het tweede deel van het boek keert u terug in de tijd.  Wij keren terug naar de Tweede Wereldoorlog.  Wij staan in café De Mascotte.  In Leuven.  Bij de ouders van Maurits.  In die terugblik wordt veel duidelijk.  Vader en moeder runnen het café als was het een fabriek.  Vader en moeder als baas.  Maurits en Valentina, zijn zus, als werknemers.  Werken is het enige wat telt.  Van liefde en affectie is geen sprake.  Enkel in de armen van zijn zus kan hij de liefde vinden, die hem door zijn ouders ontzegd wordt.  In die jaren ontwikkelt Maurits een vreemde kijk op de liefde.  Liefde moet afgeschermd worden.  Liefde moet bewaakt worden.  Terwijl ik in het eerste deel enkel afschuw voel voor Maurits, ontwikkel ik in dit deel een zeker begrip voor Maurits.

 

U lijkt te beseffen dat alle goede dingen uit drie bestaan.  Daarom is er ook een derde deel.  Dat deel brengt ons naar Rome.  Vader, moeder, dochter en schoonzoon zijn op reis.  In dit deel wordt duidelijk dat de rollen veranderd zijn.  De dochter heeft zich losgerukt van de vader.  Zij tekent haar eigen weg uit.  De onverbrekelijke band, die de vader meende te hebben met zijn dochter, is geknapt.  Maurits lijkt verloren.

 

Daarbovenop komt ook nog eens dat de moeder veranderd is.  Zij voelt zich bevrijd.  Zij heeft de ketenen van onderdrukking en vernedering van zich afgeworpen.  Dat de dochter het ouderlijke huis verlaten heeft, blijkt een positieve impact te hebben op de moeder.  Zij ondergaat niet langer.  Zij reageert.  Zij onderneemt actie.  Alweer wordt de aloude positie van Maurits ondergraven.

 

In het derde deel wankelt Maurits.  Niets is nog zeker.  Zijn almacht is aangetast.  Wordt uitgedaagd.  Mijn houding tegenover de man verandert alweer.  Mijn begrip gaat over in medelijden.  Medelijden doet een mens indommelen.  Medelijden doet een lezer indommelen.  De alertheid verdwijnt.  Verkeerdelijk ga ik ervan uit dat de man voortaan onschadelijk is.  Zijn invloed op andere levens is van geen tel meer.  Maar dan schudt u ons wakker in een epiloog.  Zijn greep op vrouw en dochter is hij kwijt.  Maar dan is daar de kleindochter.  Een nieuwe kans voor Maurits? Zal alles herbeginnen?

 

Beste Chris.  Liefde is iets heerlijks.  Ik mag het nog elke dag ervaren.  Maar wat als die liefde moet ingevuld worden die liefde nooit gekend heeft.  Wat als die liefde moet ingevuld worden door iemand die diezelfde kracht van liefde gemist heeft.  Dan komen wij uit bij uw boek.  Dan komen wij uit bij vragen die uw boek opwerpt.  Uw boek doet mij stilstaan bij wie wij zijn en wie wij geworden zijn.  Doet mij stilstaan bij de omstandigheden die iemand maken tot wie hij of zij uiteindelijk geworden is.  Veroordelen is altijd makkelijk.  Oordelen is dan weer net iets moeilijker.  Voor dat inzicht en voor uw boeiend boek wil ik u van ganser harte danken.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb