Uitgelezen: Nastja's tranen. Brief aan Natascha Wodin.

Gepubliceerd op 16 mei 2024 om 13:18

Beste Natascha,

 

To be or not to be.  Die vraag flitst meermaals door mijn hoofd terwijl ik uw boek lees.  Ik stel mijzelf de vraag wat een mens moet doen om te kunnen genieten van een onbezorgd leven.  Een leven zonder zorgen, voor sommigen is het geen evidentie.  Sommigen lijken enkel getroffen te worden door tegenslag.  Onheil en rampspoed lijkt hen te achtervolgen en vaak soms in te halen.  Een getormenteerd leven is het bestaan.

 

Misschien zal u opperen dat ik mij in de inleiding van deze brief laat lijden door enige hang naar overdrijving.  Dat is het niet.  Geenszins.  Wel kan het zijn dat de tegenstelling tussen mijn bevoorrecht leventje en dat van Nastja, de hoofdfiguur uit uw boek, mij tot die grote woorden brengt.  Dat zou best wel kunnen.  In elk geval, ik ben zwaar onder de indruk van het verhaal.  Het verhaal waarin ook u een hoofdrol speelt.

 

Nastja groeit op in Oekraïne.  Dat toen nog deel uitmaakte van het vroegere Sovjet-Unie.  Het beeld dat u van de Sovjet-Unie schetst, is weinig fraai.  Dat zou mij niet mogen verbazen.  Ik ken de geschiedenis.  Ik ken de verhalen van Stalin.  Van Chroesjtsjov.  Van Brezjnev.  Alleen, ik ken de grote lijnen.  Nauwelijks ken ik de impact van die grote lijnen op het persoonlijke verhaal van mensen.  Die impact toont u.  In al zijn facetten.  Vrijheid was van geen tel.  De staat is alom aanwezig.  De staat ziet alles.  De staat hoort alles.  Daarbovenop komt dan nog eens de voortdurende confrontatie met het fiasco van de schaarste-economie.  Slechts één besluit kan genomen worden: de leefomstandigheden zijn verstikkend.  Tot datzelfde besluit komt Nastja.  Onderweg is zij het geloof in het socialisme kwijtgeraakt.  Zij komt tot het besluit dat haar land een dictatuur is.

 

Met de onafhankelijkheid van Oekraïne denkt Nastja dat de hemel op aarde snel een realiteit zal zijn.  Helaas, dat optimisme wordt even zo snel de kop ingedrukt.  De staatskas was leeg.  Een ‘mooie’ illustratie hiervan is dat zij haar laatste salaris in de vorm van een zak rijst uitbetaald krijgt.  De hemel op aarde blijkt enkel nog een verre droom te zijn.  Nastja lijdt honger.  Echte honger.

 

In het nauw gedreven beslist Nastja naar Duitsland te gaan.  Naar Berlijn.  Het aanvankelijke plan is daar enkele maanden te werken om dan met dat spaarpotje een tijdje verder te kunnen in Oekraïne.  Alleen, van dat plan komt niks in huis.  Het tijdelijke karakter van het plan verandert in een permanent karakter.  Zij blijft in Duitsland.  Haar toeristenvisum verloopt.  Nastja wordt illegaal.

 

Op dat moment komt u in beeld.  Op dat moment wordt u deel van uw boek.  Nastja begint als poetsvrouw bij u te werken.  Dat is voor u geen gemakkelijke beslissing.  U had zich voorgenomen nooit meer in een Oost-Westkwestie te duiken.  Met Nastja zit u er middenin.  Met de intrede van Nastja in uw leven wordt ook uw verleden binnengehaald.  Uw Russische vader en Oekraïense moeder waren als dwangarbeiders tijdens het naziregime in Duitsland terechtgekomen.  U bent geboren in een Duits kamp voor displaced persons.  Aan dat verleden wenst u niet meer herinnerd te worden.  Helaas, dat verleden klopt bij aan op de deur.  In de vorm van Nastja.

 

U en Nastja, een gedeeld verleden.  Oekraïne is de gemeenschappelijke deler.  Dat zou een band moeten scheppen.  Dat gebeurt niet.  U moet vaststellen dat uw werelden niet verder uit elkaar kunnen liggen.  U staat in Duitsland.  U werkt daar.  U leeft daar.  Ik zou kunnen zeggen dat u verveld bent tot een echte Duitse.  Terwijl Nastja in hart en ziel een Oekraïense is en blijft.  In plaats van een sterke band ontstaan spanningen in de relatie.  Wanneer Nastja na allerlei omzwervingen en avonturen dan eindelijk bij u intrekt, openen de poorten van het verleden zich voor u.  U keert terug in de duisternis.  In de alomtegenwoordige angst van uw kindertijd.  Wat u ziet gebeuren met Nastja, doet u herinneren aan uw ouders.  U voelt opnieuw het verdriet van uw moeder.

 

Terwijl de wereld voor Nastja nu eindelijk openligt, voelt zij zich helemaal alleen op de wereld.  Zij vervreemdt.  Zij sluit zich af.  Voor u.  Voor mogelijke vriendschappen.  Nastja ontwikkelt een minderwaardigheidscomplex.  In alles voelt zij zich de mindere.  Zij kan nooit de gelijkwaardige huisgenoot worden.  Haar vervreemding krijgt vat op u.  U voelde zich niet langer thuis in uw eigen huis.  U werd uit uw huis verdreven.  U gaat zwerven.

 

De heimwee blijft knagen.  Overvloed verdrijft geen heimwee.  Daarom beslist ze uiteindelijk naar Oekraïne terug te keren.  Bij haar ex.  Bij haar kleinzoon.  Die terugkeer zou het einde kunnen betekenen van haar odyssee.  Van haar queeste.  De heimwee wordt opgeheven.  De rust kan terugkeren.  Dat hoop ik.  Van ganser harte.  Maar opnieuw wordt Nastja de speelbal van politieke gebeurtenissen.  De oorlog in Oekraïne begint.  Nastja mag opnieuw haar koffers pakken.  Nastja mag opnieuw op de vlucht.

 

Beste Natascha.  Uw boek heeft mij aangegrepen.  Ik voelde oprecht mee met Nastja.  Bij alle rampspoed, dat haar overkwam, schudde ik met mijn hoofd.  Alsof ik met dat hoofdschudden de problemen van Nastja kon verbannen uit haar leven.  Alsof ik met dat hoofdschudden een werkelijke hemel op aarde kon verwezenlijken voor Nastja.  Het mocht niet zijn. 
Tegelijk dwong uw boek mij om te reflecteren op mijn leven.  Om mijn leven tegenover dat van Nastja te plaatsen.  Slechts één conclusie kon ik trekken: ik ben een zondagskind.  Ik leef een bevoorrecht leventje.  Dat is wat Nastja mij influisterde.  Dat ik mijn beide ‘pollekes’ mag kussen.  Mijn beide handen. 
Voor dat besef wil ik u danken.  Van ganser harte.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.