Bompa Bockie, gezien op Play 4. Brief aan Bockie De Repper.

Gepubliceerd op 30 april 2024 om 13:04

Beste Bockie,

 

Als u mij zou vragen hoe oud ik wil worden, zou ik u, zonder met mijn ogen te knipperen, antwoorden dat ik honderdtwintig jaar wil worden.  Bij het horen van mijn antwoord zou u wel met de ogen knipperen.  U zou denken dat u het verkeerd begrepen hebt.  Daarom zou u die vraag nog eens herhalen.  Ik zou u antwoorden dat u het goed begrepen hebt.  Waarna ik opnieuw honderdtwintig jaar zou zeggen.  Daarop zou u die ene mogelijke vraag stamelen: waarom? Voorwaar een moeilijke vraag.  Maar ik zou u het meest eenvoudige antwoord voor de voeten gooien.  Omdat ik graag leef, dat zou ik u antwoorden.

 

Dat bijna eeuwige leven is voor u niet weggelegd.  Daarvan bent u zelf overtuigd.  Uw grootvader en vader zijn vroeg gestorven.  Daarbovenop erkent u dat u gulzig en gretig leeft.  We zouden kunnen stellen dat dit eerder licht eufemistisch is uitgedrukt.  Gezondheidswerkers zouden uw levensstijl heel waarschijnlijk omschrijven als ongezond.  Al die factoren doen u besluiten dat u niet lang op deze aardkloot zal vertoeven.  Die gedachte aan een mogelijk kort verblijf onder ons maakt u angstig voor de dood.

 

Om die angst te counteren en de confrontatie met de eindigheid aan te gaan, vat u het plan op om een maand in een woonzorgcentrum te gaan leven.  U zal dertig dagen lang verblijven in het eindstation van het leven, zoals één van de bewoners het zelf benoemt.  Sinds kort brengt u verslag uit van dat verblijf.  In het programma Bompa Bockie.

 

Ik hoefde niet te twijfelen.  Ik zou kijken.  Uiteraard.  Nochtans, het thema van uw nieuwe programma was niet meteen vrolijk te noemen.  Ik verwachtte kommer en kwel.  Uit voorgaande woorden kan u heel misschien afleiden hoe ik aankijk tegen woonzorgcentra.  Bij dat ene woord voel ik een lichte huivering door mijn lichaam lopen.  Omdat ik, net zoals die ene bewoner, besef dat een woonzorgcentrum de laatste halte is.  Dat besef botst met mijn streven naar een lang en onbezorgd leven.

 

Alvorens u binnengaat, doet u één kleine toegeving.  U past uw outfit enigszins aan en zoekt een outfit die gemakkelijker aansluiting vindt bij de heersende modetrends in het woonzorgcentrum.  U helpt uw persoonlijk verouderingsproces ook een handje.  U passeert langs de make-up.  Enkele rimpels en grijze haren moeten u de nodige street crediblity bezorgen.  Het resultaat mag best gezien worden.  U bent klaar. 

 

Dan doet u wat u zo goed kan.  Ik heb het gezien in Dat eet dan gelukkig zijn.  Ik heb het gezien in Boris.  U stelt vragen.  Op een manier zoals maar weinigen het kunnen.  In uw vraagstelling klinkt oprechte interesse en liefde voor uw gesprekspartner.  Dat stelt de andere partij meteen gerust.  Er hoeft niet uitgebreid afgetoetst te worden.  U kan bijna meteen tot de essentie komen.  Die essentie kan humoristisch van insteek zijn.  Of kan net bijzonder ernstig zijn.  Humor en ernst, op een bijzonder vlotte manier kan u tussen die twee uitersten schakelen.  Als u meent dat een gesprek al te zwaar wordt en misschien net iets te donker, weet u die zwaarheid te temperen door die spreekwoordelijke humoristische noot.  Maar ook omgekeerd werkt het.  Humor kan de opener zijn naar een moeilijk(er) gesprek.

 

Ik zie hoe bewoners hun weg trachten te zoeken.  Hoe bewoners een plek trachten te zoeken.  Dat doen zij door eigen grenzen te stellen.  Dat doen zij door andermans grenzen uitnodigend te slopen.  Het is een constant spel van afzondering en samenkomen.  In dat dagelijkse spel tracht u in te breken.  Soms heel uitdrukkelijk.  Soms heel afwachtend.  Telkens zoekt u naar de juiste aanpak.  U doet wat andere bewoners doen.  Een manier zoeken om de dagen te vullen.  Want dat is uw uitdaging.  Binnen de grenzen van de muren van een woonzorgcentrum een leven uitbouwen.  Een aangenaam leven.  Om te slagen in die uitdaging gaat u te rade bij andere bewoners.  Zij vertellen u wat kan en niet kan.  Zij wijzen u op de moeilijkheden.  In die gesprekken weet u alweer een lach en een traan op perfecte wijze samen te brengen.  Die combinatie bezorgt mij de ene keer een krop in de keel, terwijl diezelfde combinatie mij de volgende keer uitbundig doet lachen.  Dat laatste had ik niet verwacht.  Ik had niet verwacht dat er zou gelachen worden.  Zoals ik al zei, ik had kommer en kwel verwacht.  Maar u belicht net zozeer de schoonheid.  De levenswijsheid.  De warmte.  U brengt een netjes uitgebalanceerd evenwicht.

 

Terwijl ik kijk, vat ik een grote sympathie op voor de bewoners.  Die sympathie doet mij stilstaan bij de manier waarop wij omgaan met onze ouderen.  Het lijkt wel alsof wij onze ouderen wegduwen uit de maatschappij.  Wij lijken hen naar de kant te duwen.  Terwijl ik naar uw programma kijk, denk ik dat het misschien anders moet.  Kleinschaliger.  Inclusiever.  Diverser.  Uw verhaal wordt op die manier meer dan enkel uw persoonlijke verhaal.  Uw verhaal krijgt ook maatschappelijke betekenis.

 

Beste Bockie.  Mijn vrouw werkte ooit nog in een woonzorgcentrum.  Zij bracht verhalen mee naar huis.  Verhalen die mij sterkten in de overtuiging nooit naar een woonzorgcentrum te willen.  Ik durf te erkennen dat mijn standpunt hierover nogal eenzijdig gekleurd was.  Ik leek te vergeten dat niet alles zwart is.  Dat niet alles wit is.  U toont op overtuigende wijze aan dat de waarheid, zoals altijd, in het midden ligt.  Uw programma laat mij mijn eerdere houding tegenover woonzorgcentra wat afzwakken.  Ik word milder.  Ik word begrijpender.  Voor dat milderende inzicht, waarbij toch ook mijn zin voor maatschappelijke kritiek licht wordt aangescherpt, wil ik u danken.  Van ganser harte.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.