Uitgelezen: Dromen van de Karoo. Brief aan Julia Blackburn.

Gepubliceerd op 25 april 2024 om 12:59

Beste Julia,

 

Haast en spoed is zelden goed.  Deze morgen moest ik alles snel bijeenzoeken.  Om snel te kunnen vertrekken.  Op mijn werk aangekomen, stelde ik vast dat ik mijn boterhammen vergeten was.  Ik kon me wel voor de kop slaan.  Ik zou hierover kunnen klagen.  Ik zou hierover kunnen zagen.  Maar dat doe ik niet.  In plaats daarvan schrijf ik u een brief.  Het doet mijn honger vergeten.  Ik duik nog eens in uw boek.  Dat te kunnen doen, is heerlijk.  Zoveel beter dan enkele boterhammen met beleg.  Want, jawel, uw boek heb ik gelezen.  Want, jawel, uw boek vond ik fantastisch.  Om meerdere redenen.  Redenen, waarover ik het in deze brief wil hebben.

 

Uw boek begint met een ander boek.  Specimens of Bushmen folklore, een verzameling verhalen van de /Xam, een Bosjesmannengroep.  De verzameling werd bijeengebracht door de taalkundigen Wilhelm Bleek en Lucy Lloyd.  Dat boek uit 1911 is het startpunt.  Het boek laat u niet meer los.  Uw interesse zal u in 2020 naar de Karoo brengen.  Een halfwoestijn in Zuid-Afrika dat ooit de thuisbasis was van de /Xam.  Helaas moet u de reis afbreken.  Covid gooit roet in het eten.  U keert terug naar Suffolk.

 

Thuis is het niet zo anders.  Door de pandemie worden allerlei sociale omgangsvormen strikt gereglementeerd.  Soms zelfs verboden.  U wordt geïsoleerd.  In uw huis.  Dan doet u wat iedereen ten tijde van de pandemie deed.  U zoekt een manier om de tijd te verdrijven.  Om de tijd nuttig in te vullen.  U bent schrijfster.  U gaat dus schrijven.  U houdt een dagboek bij.  Maar niet zomaar een dagboek.  In uw boek verwerkt u het verhaal van Wilhelm Bleek en Lucy Lloyd.  Maar dat is niet het enige.  U voegt nog een extra laagje toe aan uw dagboek.  U voegt de verhalen van de Bosjesmannen toe aan uw dagboek.  Wat u beleeft, ervaart of denkt toetst u af aan de teksten van de /Xam.  U houdt u zelf een spiegel voor.  U houdt ons een spiegel voor.  Twee werelden komen als het ware samen.  De uwe en die van de /Xam.  Dat is best wel interessant.  Omdat we zo een beeld krijgen op de manier waarop mensen uit een verschillende tijdsspanne naar een probleem kijken.

 

Terwijl ik uw boek lees, vat ik een grote sympathie op voor de Bosjesmannen.  Ik begrijp uw fascinatie.  Wat mij aanspreekt, is hun nederigheid.  Zij beschouwen zichzelf als slechts een klein onderdeel van de gecompliceerde wereld der natuur.  Als ik naar vandaag kijken, kan ik enkel vaststellen dat we in grote mate afgedreven zijn van dat ideaal.  Nederigheid voor de natuur heeft plaats gemaakt voor arrogantie.  Zelfs toen al, in het begin van de twintigste eeuw, gaven wij blijk van onze volstrekte achteloosheid met het land dat wij binnendrongen.  Het respect waarmee de /Xam omgingen met de natuur en de wereld werd weggezet als achterlijk.  Als ik lees over het leven van de Bosjesmannen, kan ik enkel besluiten dat wij een manier van leven zijn kwijtgeraakt.  Wij hebben die verbondenheid met alles wat ons omringt bewust aan de kant gezet.  Wij zijn enkel geïnteresseerd in wat nuttig is en kan te gelde gemaakt worden.  Vanuit een ver verleden word ik wakker geschud.

 

Het vrijwillig opgeven van die verbondenheid heeft ons in de problemen gebracht.  De pandemie is één van de gevolgen.  Dat schrijft u.  Uw boek is eigenlijk een bundeling van twee tijdsdocumenten, die met elkaar contrasteren maar tegelijk ook samen horen.  Enerzijds brengt u verslag uit van het leven van de Bosjesmannen.  Anderzijds schrijft u over de pandemie.  Dat verslag is herkenbaar.  U houdt zich aan de regeltjes.  U blijft in uw kot.  Maar soms, heel soms breekt u uit.  Uit uw isolement.  Omdat u wilt ontmoeten.  Uw kinderen.  Uw kleinkinderen.  Uw vrienden.  Uw vriendinnen.  Eenzaamheid weegt zwaar.  U hebt uw man verloren.  Een man, die in uw boek nog altijd aanwezig is.  Die eenzaamheid wenst u soms van u af te schudden.  Door soepeler om te gaan met die regeltjes.  Als u dan thuisblijft, gooit u zich op uw moestuin.  Uw nieuw project.  Het tuinieren wisselt u af met schrijven.  U zoekt een weg.  U vindt een weg.

 

Vijftien jaar terug was ik in Zuid-Afrika.  Op rondreis.  Ik stond in de Karoo.  De Groot Karoo.  De Klein Karoo.  In die halfwoestijn voelde ik mij klein.  De oneindigheid verpulverde mij.  De uitgestrektheid maakte mij nederig.  Op die plek ervaarde ik de schoonheid van Zuid-Afrika op een intense manier.  Dit jaar ga ik terug naar Zuid-Afrika.  Voor een rondreis doorheen zuidelijk Afrika.  Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Zimbabwe, Zuid-Afrika.  Het belooft een zware reis te worden.  In mijn bagage zullen, behalve mijn kleren, ook mijn herinneringen zitten aan uw boek.  Uw verhalen van de Bosjesmannen zullen met mij meereizen.  Wat ik in uw boek las, zal mij scherper maken in mijn belevingen.  In mijn observaties.  In mijn ervaringen.

 

Beste Julia.  In één van de recensies las ik dat u nooit een slecht boek schrijft.  Wat u schrijft en hoe u dat doet is altijd interessant.  Ik kan dit niet bevestigen.  Dromen van de Karoo is het eerste boek dat ik van u las.  De rest van uw oeuvre is mij onbekend.  Toch kan ik stellen dat dit boek buitengewoon goed is.  Omdat het mij ontroert.  Omdat het mij aangrijpt.  Omdat het mij wakker schudt.  Omdat het mij op een interessante manier doet terugkijken naar een verleden.  Wat u schrijft, komt binnen.  Wat u schrijft, stemt tot nadenken.  Voor dat alles wil ik u van ganser harte danken.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.